maandag 13 december 2010

Chocolademuizen


Een tijdlang geleden vroegen ikzelf en een vriend ons af hoe het kwam dat die overheerlijke bouchées van Cote d’Or in de volksmond hardnekkig chocolademuizen genoemd worden,terwijl het eigenlijk mini-olifantjes zijn…bekijk ze maar eens nader : de slurf is onmiskenbaar aanwezig en het is ook evident omdat het logo van Cote d’Or een olifant is. Een zoektocht op internet maakte ons weinig wijzer,maar vandaag is het raadsel opgelost.
Mijn dochters hebben examens en dan verwen ik ze graag eens extra, een cake bakken, een soepje bij thuiskomst en gisteren had ik samen met de jongste ouderwetse chocolademousse gemaakt op de wijze van meme Alice. Acht schuimige potjes stonden sedert gisterenavond op een dienblad op de vloer van mijn koele berging.
Deze ochtend kwam mijn jongste fel verontwaardigd de badkamer binnengestormd, Spaanse furie in haar ogen :’Zus heeft met haar vingers in de potjes chocomousse geprutst !!!! Ze wil ze zeker voor zichzelf alleen’ (gevolgd door enkele krachttermen die ik mijn dierbare lezer bespaar)
Grote zus viel compleet uit de lucht en aangezien ik weet dat ze zo zindelijk is dat ze niet eens chocomousse zou eten als ze er zelf mee geknoeid zou hebben, geloofde ik haar op haar woord.
Tot we de sporen eens nader bekeken en het wel pootafdrukjes leken te zijn, in ieder kuiltje zag je de afdruk van klauwtjes…zo leek het wel. Ik dacht dat het niet kon en zei :’Maar nee, dat kan toch helemaal niet,moest dat van muizen zijn,die zouden toch gewoon in de mousse gezakt zijn en dan zouden we chocoladesporen vinden op het dienblad. »
De dochters doken meteen de koele berging in en riepen : ‘‘t Is wààr !’t Is waààr !!!’ Ik keek naar het gele plastiek van het dienblad en zag overduidelijk een klein,fijn trippelspoor van muizenvoetjes en op de koop toe nog een fors uitgevallen muizenkeutel. Hoeft het gezegd dat de met liefde bereide chocolademousse niet meer geconsumeerd werd ?
Mocht iemand u in de nabije toekomst vragen waarom die bouchées-olifantjes van Cote d’Or chocolademuizen worden genoemd…u kent nu het antwoord.
Fluffbunny

vrijdag 3 december 2010

S(w)interklaas


Toon Hermans en ik…wij hebben op zijn minst één ding gemeen. We moeten niks hebben van de Sint.Ieder jaar ben ik blij als ik de goedheiligman op zijn ros zie vertrekken richting Spanje.Het begon waarschijnlijk met een kindertrauma:luisterend naar de toen relatief onbekende naam Nike sloop ik de dossiers van het provinciaal onderwijs binnen als ‘Mike’. Mijn vader gaf les in een provinciale school en kinderen van het onderwijzend personeel kregen ieder jaar steevast een duur Sinterklaasgeschenk.Telkens moest ik met lede ogen aanzien hoe mijn vriendin (en leeftijdsgenote) Els een mooie poppenwagen of iets anders roze meisjesachtigs kreeg,terwijl ik –ten onrechte verward met een jongen- genoegen moest nemen met een bouwkraan of een telegeleid autootje. Ach,dacht ik, als ik 12 ben krijgen alle jongens en meisjes hun finale unisex-geschenk,een Parkerpen met mijn naam erop…dan heb ik toch dat. Net toen ik eindelijk 12 werd, hadden ze de Parkerpen vervangen door een Spirograph…een heerlijke tekenset. Top, zou je denken…ware het niet dat ik er al 2 complete dozen liggen had thuis.
En dan zwijg ik nog over dat vreselijke aanbod aan hulpsinten,sommigen doen niet eens moeite om op de echte te lijken.Ik heb dronken hulpsinten gezien, die van pure zattigheid hitsig begonnen te doen tegen mijn knappe schoonzus en daarbij vergaten dat ze eigenlijk voor onze kinderen kwamen.
Of die ene, die op onze school kwam en het leuk vond om de juffen voor schut te zetten. We moesten op onze knieën gaan zitten voor hem en hij gaf ongenadig commentaar op het figuur van mijn toen nog Rubensiaansere collega. Hij riep mij op het matje omdat ik ‘teveel zwartkijker’ was toen ik herstellende was van een oogoperatie (met risico op blindheid) en met een ooglap op toch de moeite nam om desondanks naar school te gaan voor het feest.
Nee,beste kindervriend, het wordt vast nooit wat tussen ons. Ga dus maar weer gauw appeltjes van oranje plukken in Spanje. En als je me dan toch blij wil maken, regel dan een veilige lift naar Spanje en een iPod voor mijn maatje Kermit. Hij heeft het dit jaar meer verdiend dan ik. Ik neem wel genoegen met de roe.
Flufbunny!

zaterdag 6 november 2010

Zwanenzang...


Decemberbrief
Ik wilde dat je dichter bij me was.
Het jaar is oud en heeft niets meer te zeggen.
Het weer is somber. Alle dagen staat er
een haveloze regen voor de ramen
lam zwaaiend als een dronkelap. Ik loop
door 't huis, de kamers waarin jij niet bent
en die dus leeg zijn. Of ik zit maar ergens
en kijk naar buiten tot het donker is.
De televisie 's avonds een meest trieste
vertoning in een eenmansbioskoop,
zoek ik maar vroeg mijn bed op, slaap pas laat
en word weer vroeg uit boze dromen wakker
omdat ik jou ook in de slaap niet vinden kan.
Ik wilde dat het jaar nu over was
en jij weer dichter bij me, bij me was.
Hans Andreus...

vrijdag 1 oktober 2010

Venus en Mars...recht van antwoord.


Een week of twee geleden joeg een stukje van een vriend mij zwaar op de kast,het ging over het verschil tussen mannen en vrouwen…waarom vrouwen zoveel paar schoenen nodig hebben en zo graag over onbenullige onderwerpen kletsen en waarom ze in godsnaam hun vermeende cellulitiskontje komen tonen aan manlief terwijl die na zijn harde dagtaak welverdiend Al Bundygewijs in de zetel ligt te boeren. Mijn bloed bereikte nog voor de 10de zin al het kookpunt ( nu geef ik wel toe dat ik een kort lontje heb).Ik nam me voor hem eens flink van antwoord te dienen, maar het klavier bleef enkele weken onberoerd wegens te weinig tijd om mijn gedachten te ordenen en mijn woede te koelen. Ondertussen vergat ik al dat ik boos was geweest en kwam het er niet meer van,zoals zoveel dingen er op den duur niet meer van komen…
Maar gisteren werd het konijn in de toverhoed vriendelijk wakker geschud door de auteur van het bewuste stukje. Om me nog eens helemaal op te laden ging ik zijn bedenkingen herlezen,kwestie van lekker opgefokt aan mijn antwoord te kunnen beginnen. Maar wat denk je? Ik moest grinniken om sommige van de opmerkingen, ik ging mijn schoenen natellen in de kast en bloosde lichtjes. Ik bloosde nog harder toen ik de geassorteerde handtassen ernaast meetelde.Over het hoofdstuk schoenen heeft de man dus eigenlijk gewoon gelijk.(Ik probeer me even de triomfantelijke glimlach op zijn gezicht NIET voor te stellen.)
Het tweede punt wat me boos had gemaakt was zijn ergernis over het feit dat vrouwen altijd het ‘verval’ van hun uiterlijk checken en daarover gerustgesteld willen worden door hun man.(Die zich nooit druk maakt over een terugwijkende haargrens, een uitdeinend buikje,een stel niet langer te ontkennen mannentieten?) Ze hebben zowaar het lef om hun man te storen bij het bekijken van een voetbalmatch! Wat denken wij wel? Dat het missen van een pasje van één of andere overschatte primaat met een voetbalbroek minder belangrijk is dan ons zelfbeeld? Dat we geen bevestiging nodig hebben als onze wederhelften het voortdurend hebben over de lange volmaakte benen van één of andere roodharige (een haarkleur die wij natuurlijk niet bezitten,het gras is altijd groener aan de overkant)? Persoonlijk zou ik mijn net ontdekte minkantjes nooit gaan tonen en nog minder de mening vragen van een man, want ze maken er zich toch liefst zo snel vanaf. And frankly my dear, they don’t give a damn.De uitspraak ‘een gat is een gat en mijn lul heeft geen ogen’ is uiteraard door een man bedacht. Maar gewoon,omdat ik het toch goed voorheb met het mannelijk geslacht,deze raad:als je vrouw komt vragen ‘vindegijmijngatniettedik in deze rok?’,is er maar één juist antwoord.’Gij, een dik gat? ’t Schoonste poepke van de wereld heb je! Een mooi rokje ook trouwens!” En kijk dan aub verder naar jullie godvergeten voetbalmatch waar wij lak aan hebben omdat de vaat er nog staat, de strijk er nog ligt of omdat de kinderen hulp nodig hebben bij het huiswerk.
Maar de klap op de vuurpijl was toch wel de vraag waarom wij (was dat een majestueus meervoud of dacht hij echt dat alle vrouwen zo zijn?) over onbenullige onderwerpen als het kapsel van Goedele Liekens en de zwangerschappen van onze vriendinnen praten terwijl Brussel-Halle-Vilvoorde en het gat in de ozonlaag toch zoveel belangrijker is. Tja, als onze regering al meer dan een jaar niet meer weet waar ze de mosterd moeten halen, dan hebben wij inderdaad wel leukere gespreksonderwerpen dan fucking BHV.Als het over kleren ,merken van luiers, verzakkende borsten en BV’s gaat ben ik meestal zelf snel verdwenen en meng ik me in de gesprekken van mannen, wat me al vaker ten onrechte de stempel van mannengek heeft opgeleverd, ’t is ook nooit goed.
Mijn favoriet gespreksonderwerp is (ondanks het feit dat ik een vrouw ben, last time I checked in ieder geval nog) muziek. Vrouwen praten daar niet graag over,maar ik beweer al lang dat ik een macho ben die in het verkeerde lichaam zit…vuile moppen vertellen en op een terrasje naar voorbijgangers kijken, I love it.Dit geheel terzijde.(Verder storend mannengedrag zoals ongegeneerd neuspeuteren,boeren en winden laten,liefst één bil optillend en tevreden glimlachen is me totáál vreemd,God zij dank). Muziek dus. Daar kan ik dus alleen met mannen over praten.Niet dat ik vrouwen te min vind maar ze houden het meestal bij die ene CD van Celine Dion of die verrekte Milow. Dus wend ik me tot hun echtgenoot, de blikken van ‘kom niet te dicht bij mijne vent’ negerend want hij mag zijn broek aanhouden, ik wil p-r-a-t-e-n! Hele fijne discussies heb ik al gehad,waarbij me vooral opvalt dat ik (met mijn vrouwelijke touch) zeg dat ik ik een nummer goed of slecht ‘vind’ en dat mannen besluiten dat een nummer goed of slecht ‘is’. Beetje zelfgenoegzaam,die kerels maar soit. Maar wat me uiteindelijk meest frustreert is die onvermijdelijke aap die al te vaak uit de mouw komt. Net als ik uit de grond van mijn hart zeg dat ik ‘Revolver’ van The Beatles hun allerbeste album vind, antwoorden zij :’Ja,Revolver is de max. Zal ik de mijne eens bovenhalen?’
Waarop ik vlug bij mijn vriendinnen ga zitten en zeg dat Goedele toch wel een mooi jurkje aanhad en dat Laurence toch wel erg mooi zwanger is.
Fluffbunny,the wicked wicca warrior rabbit.

Soon !!!!!


Still alive and (hardly) kicking.
Fluffbunny

maandag 13 september 2010

Wat hebben we vandaag geleerd?


Al sinds jaar en dag vraag ik me af waarom mensen zo hard lachen om programma’s met de verborgen camera.Nietsvermoedende slachtoffers in de val laten trappen is in mijn ogen gewoon niet leuk. Om dezelfde reden heb ik ook een bloedhekel aan practical jokes: iemands schoenen meepikken, de armsgaten van een pyjama dichtnaaien, het huis van een pasgetrouwd koppel ontoonbaar maken met toiletpapier en bruine zeep…ik word er ongelooflijk chagrijnig van. Sinds kort hebben we er een actuele versie van het stichtende programma “Banana Split” bij.Het programma waar vroeger vlotjes (zelfingezonden) beelden werden getoond van vallende kinderen, peuters die keihard op hun gezichtje vallen naast het zwembad…(welke ouder zendt zoiets in?)dit alles met de lachband erbij.
Gisterenavond hebben ze echter voor mij alle grenzen overschreden.Slachtoffer van dienst was Piet Huysentruyt, de kokende hofnar van het TV-koninkrijk. De man zijn dochter en echtgenote zaten mee in het complot. Ze zouden Piet verrassen met de aankondiging dat zijn dochter een nieuwe vriend had.Die vriend bleek uiteraard een acteur te zijn die zo ongeveer symbool stond voor al wat Huysentruyt verafschuwt.
De situatie was als volgt:Huysentruyt komt licht beschonken thuis na een etentje bij vrienden en krijgt telefoon van zijn dochter om samen met zijn vrouw iets te gaan eten.Dik tegen zijn zin maar uit vaderliefde bezwijkt Piet voor het aandringen van zijn dochter en gaat naar het bewuste restaurant,waar niet alleen een tafel gereserveerd is maar waar ook de nodige verborgen camera’s zijn geïnstalleerd.Van dan af gaat het in één rechte lijn bergaf naar niveau nihil.Dochter Huysentruyt stelt haar neplief voor en je ziet van de eerste seconde de ergernis van Piets gezicht druipen. De jongeman in kwestie doet er dan ook alles aan om weerzin op te roepen, hij eet ongemanierd, met klodders mayonaise aan zijn gezicht, pikt eten uit andermans bord,bejubelt de talenten van de dochter in bed,vraagt de dochter ten huwelijk waar de ouders bij zijn…Je ziet Huysentruyt sterven ter plekke.Alsof het nog niet erg genoeg was hadden de programmamakers nog een fatale doodsteek klaar. Ineens haalt de verzonnen schoonzoon een pakje boven en zegt:’Ik heb nog een cadeautje voor jou Piet!’ Huysentruyt opent het pakje en daar blijken babysokjes in te zitten. Waarop het stuk krapuul van een “verloofde” zegt:’Tja,sorry!’ Net voor onze nationale kok een hartaanval krijgt van woede komt Hans Otten aangespurt in een poging om ongelukken te voorkomen. Piet H.,blind van woede,snapt niet eens wat die boerenkinkel daar ook nog eens komt hinderen en barst in tranen uit.De camera’s blijven draaien.Ineens wijst Otten naar de plek waar de camera verborgen is.Nog meer emotie,woede,verbijstering…en de lachband played on.
Ondertussen in de studio zie je Piet Huysentruyt nog steeds groen lachen en opnieuw een beetje sterven.Vraagt onding Otten:”En Piet, wat hebben we vandaag geleerd?”
Ik weet wat ik alvast geleerd heb : dat er vandaag, in tv-land, geen schroom meer is.Mag en kan alles? Mijn bloed kookte harder dan Piets pan.
Fluffbunny.

vrijdag 20 augustus 2010

Met alle Chinezen...


Na 23 jaar lesgeven in het lager onderwijs heb je wel één en ander meegemaakt op het gebied van oudercontacten.De meeste oudergesprekken verlopen vlot en in een sfeer van begrip en gemoedelijkheid. Soms slaat de balans wel even door en worden mensen te vertrouwelijk. Zo had ik ooit een mama over de vloer die het oudste beroep ter wereld uitoefende.Ze zat namelijk in de prostitutie. Nu maakt het voor mij weinig verschil welke job mensen uitoefenen, zolang ze maar met hun kinderen begaan zijn. Deze dame werd wel erg openhartig en wisselde ongevraagd wat jobervaringen met mij. “Jong”,zei ze opeens, “ik wil liever weer escorte goan doeng,want azuu in een caberdouche weirken, dat is wried afzien zun. Dat poepen is niets, moar ’t is dat drinken hé. Moar allez, ‘k meuge nie kloagen,want ‘k heb glijdende uren!” (Daar kon ik me één en ander bij voorstellen.)Normaalgezien worden oudercontacten niet besproken in de leraarskamer achteraf,maar ik hoef er u geen tekening bij te maken dat de uitdrukking ‘glijdende uren’ bij ons op school sedertdien op de lachspieren werkt.
Een andere keer had ik een leerling in de klas die thuis macrobiotisch at. Met alle respect, ik bewonder de energie en de tijd die mensen in hun gezonde voeding steken. Het verwonderde me wel dat de mama toch wel een kettingrookster bleek,want waar zit dan de consequentie in je gezonde voeding maar soit…ieder zijn mening. Op een dag had een boerenzoon uit diezelfde klas voor zijn verjaardag verse hoevemelk mee. Groot gejuich van de medeleerlingen want zo’n glas koele verse melk is bijzonder lekker en gezond. De zoon van de macrobiotiekster weigerde zijn glas melk,want zijn mama zei dat melk niet gezond is. Nu wou ik die jongen niet dwingen en liet hem zijn glaasje appeldiksap drinken.Ware het niet dat hij een kruistocht begon tegen de melk van mijn boerenzoon en het drinken van die melk wou verhinderen. “Da ies iel slecht!”verkondigde hij verontwaardigd. Ik bleef geduldig en legde uit dat ik begreep dat het in zijn dieet niet paste en dat hij dat niet tegen zijn zin hoefde te drinken maar dat de andere kinderen er wel van mochten genieten. Dat dagelijks een beetje melk of een melkproduct een goede aanvulling is op je voeding, ik haalde er zelfs de “voedingsdriehoek” bij. De volgende dag stond de Mama Macrobio aan mijn deur.Met een ganse preek.Dat melk erg slecht was wegens enkel geschikt voor pasgeboren kalfjes en zelfs babymelk was taboe na het eerste levensjaar van kinderen.Ik luisterde en bleef bij mijn mening dat melk wel degelijk goed is voor kinderen en vrouwen na hun veertigste en vertelde haar ook dat ik mijn woorden niet zou bijsturen, met alle respect voor haar voedingspatroon. Toen ze bleef doorgaan en pushen werd ik lichtjes kregelig en zei dat ik het vreemd vond dat ze zo fanatiek tegen melk was en dat ze toch zoveel rookte.Als je dan zo gezond wil leven…Daar had ik de knuppel in het hoenderhok gegooid.Ze bleef poeslief maar vroeg doodleuk of ik het ooit al eens met een Chinees gedaan had.”Pardon?” (Dat staat tot nu toe inderdaad niet in mijn CV.)”Welja, Chinezen…dat zijn pas mannen!En die roken als een schoorsteen en die drinken geen melk.Het is trouwens bewezen dat ze minder longkanker krijgen net omdat ze geen zuivelproducten eten of drinken.Als er hier in het Westen zoveel mensen sterven aan kanker en aan hartziekten,dan ligt dat puur aan onze melkconsumptie.” Ik viel stil bij zo’n wetenschappelijk verantwoorde stelling.Besloot het ruim een uur durende gesprek met “een beetje begrip van beide kanten en blablabla” en dacht bij mezelf dat het niet eenvoudig was om te leven op zeewier en granen. En dat een mens dan misschien wel lichtjes ijl werd in het hoofd.Maar misschien had ze gelijk over die Chinezen, ik zal het wel nooit weten. Maar één ding vraag ik me af. Of ze echt nooit melk drinken. En daar stel ik wel een onderzoek naar in. Of ze meer man zijn dan diegenen die wel in mijn CV voorkomen, dat wil ik eigenlijk niet weten. Want de enige man van Chinese origine die ik ken,mag heerlijk mysterieus blijven.
Flufbunny.

dinsdag 17 augustus 2010

Het kookgen.


Mijn grootmoeder langs moeders kant was niet zoals grootmoeders van andere meisjes die ik kende. Die hadden een grijze watergolf en droegen gebloemde tricot jurken en platte schoenen met veters. Mijn mémé leek wel Elisabeth Taylor…ze was groot en (vriendelijk uitgedrukt) mollig met pikzwart opgestoken haar, ze droeg vuurrode lippenstift en tekende haar wenkbrauwen bij. Liefst een beetje buiten de lijntjes.Ze kon koken als de beste en hield zichtbaar van eten. Haar leven bestond dan ook afwisselend uit eet-en dieetperiodes. Aangezien ze aan de overkant van de straat woonde gingen mijn broers en ik dagelijks wel eens langs, heel vaak mondde dat uit in een pannenkoekenbak of het samen maken van haar ongeëvenaarde chocomousse (die ik nog steeds precies volgens haar recept maak). Een anekdote waar ze zich zelf vaak vrolijk over maakte was de volgende: een klant van mijn grootvader vroeg bezorgd of er iets was gebeurd de vorige nacht omdat er rond 3u ’s nachts licht brandde in de keuken. Zei mijn pé doodleuk:”Nee,dat was gewoon mijn vrouw die haar frigo leeg zat te eten.” (U moet weten, mijn grootmoeder heeft persoonlijk boulemie uitgevonden.)
Mijn ma had het dus met de paplepel meegekregen en kookte ook bijzonder graag en lekker. Haar keuken was haar koninkrijk. Vooral als we gasten hadden maakte ze er een erepunt van om de moeilijkste gerechten te laten slagen.Ik kreeg af en toe wel eens de opdracht om te helpen,nee,niet zoals kinderen nu mogen helpen in de keuken. Niet aan het fornuis met een eigen schortje of een verantwoordelijke functie. Ik moest de geduldwerkjes opknappen : citroenschillen in hele fijne zestes snijden,wortels in lucifers snijden voor de waterzooi,servetten plooien…maar echt koken mocht ik nooit. Het enige wat mijn moeder en mijn grootmoeder niet deden was bakken. Op één af andere manier konden/wilden ze dat niet. Ze hielden allebei van koken met de Franse slag, geen afgemeten hoeveelheden of precieze kooktijden. Ze hadden gewoon het talent om het te laten slagen op hun gevoel. Daar zag ik dus een kans. Ik zou de bakker van de familie worden.Na veel gezeur leende mijn tante Maria mij haar vuurvaste kommen en ging ik aan de slag.Met de keukenweegschaal van mémé en een recept van een vriendin probeerde ik mijn eerste chocoladecake. Bakken is chemie, iedere gram telt,geen ruimte voor improvisatie. Bakken is echt speciaal voor latente autisten als mezelf uitgevonden. Heerlijk.Volg alle regeltjes,gebruik je kookwekker en het kan niet foutlopen. Die eerste cake was een hit, hij werd gewoon verslonden.Vanaf dan was ik gebeten door de bakmicrobe. Met als gevolg dat ik op 28-jarige leeftijd trouwde …met een indrukwekkend bakrepertorium maar ik kon nog geen aardappel koken.Ik had gelukkig wel het kookboek van de boerinnenbond. Het was mijn missie om zo snel mogelijk een echte maaltijd te leren bereiden. Dagelijks moest ik wel eens naar mijn ma bellen met één of andere keukenvraag.Naast mijn telefoontoestel lag een schriftje met haastig genoteerde familierecepten.Van mijn broer had ik ondertussen de gouden gewoonte overgenomen om met weekmenu’s te werken, zodat ik altijd alle nodige ingrediënten in huis had en niet na een drukke werkdag eerst nog moest gaan winkelen.Niks is voor mij ontspannender dan me helemaal te concentreren op het snijden van groenten,het klaarzetten van kruiden,het horen smelten en kissen van boter…
En blijkbaar zit die liefde voor koken toch wel in de genen. Mijn jongste dochter was nauwelijks drie jaar toen ze met de vastberadenheid van een triatleet en met haar tongpunt in haar mondhoek achter het fornuis stond.Hoewel ze heel druk en chaotisch kan zijn, koken doet ze van kleinsaf met een rust en een precisie waar je stil van wordt. Ik dacht dat mijn oudste niet geïnteresseerd was, maar zie…sedert een paar maanden is zij ook bekeerd. Ze vindt het leuk om samen naar Nigella Lawson te kijken en te lachen om de ernst waarmee de bloedmooie Britse keukenprinses verkondigt ‘add some cream” om vervolgens een halve liter full fat cream bij haar gerechten te kappen.Zelfs samen naar ‘Two Fat Ladies’ kijken en nadien samen de keuken induiken om de recepten uit te proberen….het gebeurt steeds vaker.Beide dochters vinden het dan grappig dat ik nerveus probeer te bevelen terwijl zij ongelooflijk kalm blijven.
Tja, mijn dochters en ik…we maken er wel eens een potje van.

Cut dead branches...

woensdag 4 augustus 2010

Selfscan

Als het op winkelen aankomt, vertoon ik altijd tekenen van licht autistisch gedrag. Mijn boodschappenlijstje is samengesteld op basis van een zorgvuldig gepland weekmenu en ik noteer dan ook de nodige aankopen in volgorde van de “rayons”. Dat ik het al warm krijg wanneer ze eens om de zoveel tijd de artikelen aan de andere kant van het warenhuis stapelen hoef ik dus niet toe te lichten.Wanneer alles op mijn lijstje doorstreept en dubbel gecheckt is begeef ik mij naar mijn vaste kassierster, een rustige vriendelijke dame die telkens even wacht om mij de tijd te geven alles netjes in de winkeltassen te stapelen vooraleer verder te gaan met het inscannen. Ze maakt ook altijd tijd voor een babbeltje waarbij ze te kennen geeft dat ze mij al kent en dat ze het waardeert dat ik altijd haar kassa kies. “Mijn jonkske” noemt ze mij, dat klinkt u misschien vreemd in de oren maar ik voel me altijd geborgen en veilig als ze dat zegt.Ooit waagde mijn assertieve broer het van bij de kassa daarnaast ( waar de kassierster geheel uit lipstick en valse wimpers opgetrokken was) te informeren waarom ik toch altijd bij ‘die lelijkste en traagste caisssière” ging. Een zeer boze blik van “Waar bemoei jij je mee? Ze is gewoon de beste!” was zijn deel.
Sedert enkele maanden proberen ze in mijn uitverkoren warenhuis echter de selfscan te promoten. Na een eerste niet te weigeren poging onder begeleiding van een hostess had ik het al gezien. Niks voor mij. Om diverse redenen…
Ten eerste maken die dingen een ellendig bliepgeluidje, nu heb ik een hekel aan alle soorten bliepjes. Die geluidsingenieurs kiezen die geluiden dus. Met andere woorden, het is perfect mogelijk om er een mooi geraffineerd harpgeluidje of een viool op te zetten. Maar nee, het moet voor de klant geruststellend efficiënt klinken dus BLIEP.
Ten tweede kan je tijdens het winkelen niet achteloos dingen in je karretje leggen maar moet je voortdurend denken aan het feit dat je die dingen moet inscannen. Nauwelijks tijd om naar mensen te kijken en je boodschappenlijst te doorstrepen.Handen tekort ook.
Ten derde zorgt dat ellendig scantoestel ( net te dik om vlot in je hand te liggen) voor extra discussies ( in het beste geval onderhandelingen) tussen de kinderen omtrent wie nu hoeveel artikelen na elkaar mag inscannen.
Maar mijn laatste en meest terechte bezwaar : alsof Murphy er zich persoonlijk mee bemoeit ben ik ook altijd de dupe en moeten mijn boodschappen gecontroleerd worden. Nu bevindt die controlepost zich aan de ingang van het warenhuis. Waar iedereen binnenkomt en nieuwsgierig kijkt wie er vandaag allemaal aan de kassa staat. Dan zien ze mij daar staan, terwijl een kassierster mijn boodschappen weer uit de tassen haalt en natelt.Zonder enige vorm van proces voel ik mij dan op de beklaagdenbank staan. Ik haat het. En die controledame noemt me niet eens “mijn jonkske”.
Weg ermee. De selfscan kan de boom in. In de hoogste tak.Waar hij kan piepen tussen de vogels. Ik neem wel weer de tijd om aan te schuiven bij mijn favoriete kassierster, mijn jonksken.
Fluffbunny.

maandag 2 augustus 2010

Hoofddoeken


Gisteren gingen we een dagje naar Bobbejaanland. Children…you gotta love’m. Vandaar dat ik me af en toe eens opoffer om iets te doen wat 100% voor hen is. Want ikzelf heb een gloeiende rothekel aan pretparken,rollercoasters,popcornkramen,fotografen die een grasparkiet op je schouder komen zetten en je een nummertje in de hand drukken om vervolgens een foto te nemen terwijl ik steevast kijk alsof ik doodsbang ben dat die rotparkiet er mijn oorlel gaat afrukken met die akelige kromme snavel.Het gaat bovendien mijn verstand te boven dat iemand vrijwillig in een attractie gaat zitten die ‘Sledgehammer’ heet en die je lichaam, je maag en je kapsel in het bijzonder compleet naar de Filistijnen helpen. Op zo’n gelegenheden heb ik dan ook steevast een boek mee en wacht ik lezend en omringd door de rugzakken van de dochters en hun vriendinnen tot ze lichtgroen lachend van de achtbaan komen,op naar het volgende foltertoestel.
Het is leuk om dan een hele donkere zonnebril op te zetten en mensen te observeren.Ik zie voorzichtige mama’s met een boekje , hippe grootmoeders die met een kort rokje de wildwaterbaan trotseren,bendes jong grut met petjes en blikjes bier, meer tattoos dan op een gans jaar samen. En wat me gisteren dus ook opviel…hoofddoeken. Nu stoort me dat allerminst, voor mijn part dragen moslims hoofddoeken op het werk, op school, waar dan ook. Ik snap nog steeds niet waarom dat niet zou mogen, terwijl wij te pas en te onpas petten,kappen,oerlelijke zonnehoeden en dergelijke dragen. Maar daar gaat het niet om. Wat ik me afvroeg…zo’n hoofddoek is dacht ik bedoeld om niet te verleidelijk over te komen, het haar te bedekken voor andere mannen. Nu zie je ook veel vormeloze tenten met daarboven een beige hoofddoek en je zou al een erg hete donder moeten zijn om daar opgewonden van te worden. Maar dat het de verleiding wegneemt? Onzin.Net zoals je met een jeans heel mooi of heel erg lomp kan zijn kan je ook met een hoofddoek lijken op een tipi of op een ranke Eiffeltoren. Op een bepaald moment zag ik een hele grote slanke moslima, met een lange smalle grijze glanzende rok, een strakke zwarte bloes en een zwarte hoofddoek met zilverdraadjes in gevlochten. Ik zag niet eens haar gezicht want ze was al voorbij me gelopen. Maar hoe ze liep, haar manier van bewegen, was één en al vrouwelijkheid en elegantie. En ik zag de mannen omkijken, haar volgen met hun blik. Tja…zo efficiënt blijken die hoofddoeken dan ook weer niet. Je hebt het of je hebt het niet. En zij had het…
Fluffbunny

zondag 25 juli 2010

Menthe...


We besloten om voor het eerst met vakantie te gaan bij onze noorderburen,met name in Friesland. U weet wel, op zoek naar de nostalgie van het Fries meisje, de terpen, bezoekje aan de Waddeneilanden en zo.
Ik heb al jaren een vreemde relatie met ‘Ollanders’,zoals wij ze hier noemen. (Ik moet erbij vermelden dat ik zelf voor 1/8 Nederlandse roots heb en dichtbij de grens woon).Ik ben dan ook het prototype van de Vlaming, op het karikaturale af : verlegen, bijwijlen terughoudend, Bourgondisch en doodsbang om iemand voor het hoofd te stoten. De Nederlanders zijn vaak zo direct en in mijn ogen cru en bemoeiziek. Alhoewel ik het in sommige concrete gevallen dan weer charmante belangstelling vind maar ik ben dan ook een ingewikkeld geval.
Op één van onze uitstapjes gingen we iets drinken ‘op een terrasje’, eigenlijk was het gewoon de tuin van een hele lieve oude hippie, het onkruid woekerde tot in de kruin van de vijgenboom en je moest een stafkaart hebben om een tafeltje te vinden,maar dit geheel terzijde.
We zaten eindelijk aan een gezellig wiebelend tafeltje in de schaduw, te wachten op de bediening. Naast ons zat een Nederlands koppel van middelbare leeftijd.De man leek me een rustig type, die de strijd tegen zijn dominante vrouw al lang wijselijk had opgegeven. Zij was een typische “Ollandse”, groot,grijzend watergolfkapsel,crèmekleurige comfortabele broek annex orthopedische en hoogst onelegante sandalen en een wijde bloes met onbestemde print,luide stem en uitgesproken mening over alles, zelfs over thee. We waren getuige van de volgende conversatie:
De eigenares van de zaak kwam de bestelling opnemen en verontschuldigde zich voor de onstabiele tafel. Mevrouw d’Ollander (zo zal ik haar maar noemen) zei:”Geeft niks joh, zijn we ondertussen al gewoon, de stoelen wiebelen namelijk ook wat af!” Waarop de dienster weer:”Wat had u graag gebruikt?” Mrs.d’O: “Heeft u thee?”(vrij overbodige vraag in een zaak waar in koeien van letters “de koffie/thee is klaar” op de gevel staat). Vervolgens vuurde ze in een recordtempo en vooral zeer luid een aantal vragen af: “Is het echte thee of infusie? Maak je hem zelf? Oh nee, waarom niet?” De hippe uitbaatster begon al lichtjes te zweten en snakte ongetwijfeld naar een geruststellend jointje en zei dat ze haar collectie thee eens zou tonen. Na ruim 10 minuten kwam ze (wiebelend als haar tafeltjes) terug met een theekistje vol builtjes thee, een ruim aanbod naar mijn mening.Mevrouw d’O ging luidkeels verder:”Heb je hem zelluf gemaakt?” Waarop de dame bekende dat enkel de kamillethee zelf gedroogd was,maar het was wel allemaal biologische thee. Mevrouw d’O ging ongenadig verder en zei dat zij thuis zelf “menthe” maakte.(Wij Vlamingen mijden het als de pest om Franse woorden te gebruiken als er een volwaardig Vlaams alternatief al munt bestaat,maar niet zij…) “Heb je menthe in je tuin?” ging ze door. Ik dacht:Wat heeft ze niet in haar tuin? Zelfs mandragora zou me niet verwonderd hebben. Na een bevestigend antwoord stelde ze voor dat ze zelluf menthe zou gaan plukken en dat de eigenares (het leven van een ex-hippie gaat niet over wietplanten) dan maar voor kokend, wat zeg ik, ziedend water van 95° zou zorgen. (Wij zaten al met zijn vieren op onze lip te bijten om niet te lachen, dergelijke assertiviteit is hier bij ons gewoon zelden te zien) Eventjes later kwam d’O terug met wat in mijn ogen een halve kruiwagen “menthe” leek. Terwijl ze wachtte op het warme water,ventileerde ze alweer luid haar mening.”Wat een opgeschoten planten, ze stonden helemaal in het zaad, dat smaakt vast niet lekker!”
Na een poosje schonk ze dan het hete water over de muntblaadjes en dronk ze van haar langverwachte en felbesproken thee…en wonder boven wonder: ze vond ‘m héééééééééééééééérlijk.Wat ze dan ook weer uitgebreid verkondigde, heel luid, we moesten zelfs eens ruiken aan een muntblaadje,”Wat een héérlijk aroma,hè?” Toen ze wou vertrekken zei ze eerst nog tegen de overjaarse hippie dat ze een hele fijne tuin had met een prachtige geschilderde nepkoe en wenste ze ons ten overvloede nog een prettige namiddag verder. En op dat moment….vond ik haar dan weer heel charmant. Want zo zijn ze dan ook…wij denken aan een compliment en slikken het in om niet opdringerig over te komen.(Dan vinden ze ons uiteraard een beetje koel).Maar zij, de Ollanders, zeggen gewoon heel ongekunsteld dat ze je tuin prachtig vinden. Op zo’n moment zie ik ze dan weer heel graag en neem ik me voor die 1/8 Nederlandse roots eens vaker te laten spreken.
Fluffbunny (gaat een kopje muntthee met honing drinken,zelluf gekocht).

dinsdag 13 juli 2010

maandag 12 juli 2010

Van loslaten en vasthouden...


Iedere keer als we op reis gaan vertrekken heb ik de dagen voordien al een beetje last met het loslaten van wat ik niet kan meenemen. Mijn boekenkast, mijn cd-collectie ( dat euvel is gelukkig verholpen sedert de iPod),mijn familie en mijn vrienden. Want deze laatsten zijn belangrijker dan een extra huis in Zuid-Frankrijk of een knoert van een diamanten ring.Ik verander dan ook telkens in een sentimenteel kieken. De iPod wordt nog bijgetankt met liedjes vol herinneringen aan mensen die ik graag zie ( voor zover die er al niet op stonden, maar een extra dosis kan nooit kwaad.) De oorbel van mijn moeder die vastgeknepen hangt aan het gordijntje boven mijn bed in de caravan nog eens gecheckt, iedere avond kijk ik daar nog even naar voor ik in slaap val.Ik zorg ervoor dat ik nog eens extra lief ben tegen wie ik 2 weken niet ga zien of horen. Niet tegen iedereen natuurlijk. Ik hou ook niet van Jan en alleman. Maar mijn dierbaren mis ik. Iedere dag.
Ik kies heel bewust voor een vakantie zonder internet. Loslaten dus. Heel drastisch. Cold turkey. ’t Is soms een beetje afzien. Maar eigenlijk heb ik dat nodig. Het helemaal stil maken in mezelf en kijken wie er in mijn hart en ziel achterblijft. Ik kan dat op voorhand wel voorspellen, maar die afstand maakt het iedere keer extra duidelijk.En dan zijn ze ook niet echt ver weg. Al zit ik aan de andere kant van Europa. Ik ga ergens op een mooi plekje zitten, genietend met al mijn zintuigen: de geur van de lucht en het gras, de geluiden van dieren, geritsel van bladeren, zoemende insecten, de kleuren van de lucht, het landschap, de huizen, het gevoel van de stenen onder mijn voeten, de smaak van het eten…al die dingen neem ik in me op en ik reis in gedachten naar de achterblijvers. Ik stuur ze mijn gewaarwordingen, mijn liefde, mijn vriendschap. Ik bedenk hoe ik hen ga vertellen over wat ik zag en voelde.Ik kan maar genieten als ik denk dat ik hen achteraf kan laten meeproeven.
Ik zei “loslaten”, maar eigenlijk is het vasthouden, meedragen, koesteren in mijn hart. Graag zien doe je zonder ketens en op reis ook zonder glaskabel.Weg zijn is niet wegdoen.Stilte is geen zwijgen. Kijk naar de sterren, ja, die drie daarboven…die hele bijzondere. Ik kijk terug.
I’ll be back. Always will.
Fluffbunny following good advice.

zondag 11 juli 2010

De ex-boerin.


Laat mij eerst duidelijk stellen dat ik niets tegen landbouwers heb, integendeel…ik hou van hun puurheid, hun contact met Moeder Aarde, hun no nonsense…ik kan zelfs enorm genieten van het gezin van Paemel, nondedju voader!
Maar waar ik het over wil hebben is het type vrouw dat geboren werd in een agrarisch gezin en dat zich daar gans haar leven voor schaamt.
Die schaamte uit zich in het overmatig wassen om de ingebeelde geur van koeienstront tussen de tenen weg te spoelen, het overdadig gebruik van make up om de gezonde blos te camoufleren, het volgen van een enorm aantal cursussen paardrijden, tennis,flamenco, vegetarisch koken, computer voor dummies,viool om weg te geraken uit de Vlaamsche klei. Ze kijkt bovendien ook altijd met het nodige dedain naar alle andere mensen, de gewone stervelingen die liever een avond thuis aan de haard doorbrengen dan zich vervolmaken in één of andere discipline away from the countryside. Net iets te hard fluistert ze haar commentaar op het plebs (“Zie, die vrouw gedraagt zich ongepast, ze neemt een foto van haar kleinkind tijdens het doopritueel. Dat doet men niet!”  hoorbaar voor gans de kerk). Haar kleinkinderen zijn ook net iets intelligenter dan de uwe, hoe goed die het ook gedaan hebben. Haar dochters iets verfijnder,eleganter, welbespraakter…
Als u net een blindedarmoperatie of een heel zeldzame tropische ziekte heeft doorgemaakt,dan heeft haar zoon of broer of buurman het veel erger gehad. Wat dacht u?
De ex-boerin lijdt ook vaak aan een koopverslaving. Veel te dure schreeuwerige kleren, bij iedere jurk een set juwelen die véél mooier zijn dan de Sarmabrol rond uw nek ( Was dat net iets te luid? Sorry!) Het nieuwste model van GSM dat ze uiteraard niet kan bedienen wegens te druk bezig geweest met andere cursussen en klaargemaakte schotels afhalen bij de traiteur.( Zelf koken? Geen tijd voor.Ik moet mezelf eerst wat verder ontplooien. Take me home, country roads? Nooit van mijn leven).
De voormalige plattelandsdochter slaat ‘bij voorkeur’ ( één van haar favoriete uitdrukkingen ) een intellectuele man aan de haak bij wiens gratie ze weer een stukje verder van de polder geraakt. Ze hoopt dat zijn licht op haar afstraalt en hult zich dan ook in stilzwijgen als ze onder zijn vrienden is. Die verkiezen namelijk de echte boerin, de kolenschophanden van Permeke, de wilde boerendochtere, de Bourgondische artiestenvrouw die haar woorden niet wikt en weegt…een beetje een type zoals mijn overleden moeder.
I rest my case.
Fluffbunny
(Enige gelijkenis met bestaande personen is….misschien niet zo toevallig).

Reisdagboek Ierland 2004


Woensdag 28 juli 2004

Wakker geworden om 6 uur zoals gewoonlijk, mijn medereizigers nog in diepe slaap,dan maar gelezen in Sappho's sprong…het zoveelste meesterwerk van Erica Jong. M. moest gewekt worden anders sliep ze nog en ze had duidelijk een baaldag. Ze lag stilletjes te huilen onder haar deken en kon moeilijk verwoorden wat er precies aan de hand was, uiteindelijk kwam het min of meer neer op heimwee. Zij beschreef het zo : het eten is hier niet zo lekker als thuis en ik kan hier niet naar fc de kampioenen kijken.(Qua culturele opvoeding kan dat tellen ,mama !! )
Vandaag stonden The Burren op het programma…de reisgids Trotter omschrijft het zo : een uitgestrekt quasi-maanlandschap waar je onvoldoende water vindt om een man te verdrinken,geen boom om hem op te hangen en geen grond om hem te begraven. Burren betekent letterlijk grote rotspartijen maar ik zou het eerder voorstellen als een laag witte opgedroogde en versteende modder die overal barsten vertoont. Die laag witte gebroken stenen bedekt een enorm uitgestrekt gebied, zelfs bergen zijn ermee overdekt. Prachtig, adembenemend en bevreemdend. Op aanraden van een dame uit de craftshop ( waar ik mijn felbegeerde tin whistle kocht ) volgden we een route die ze voor ons uitstippelde op de stafkaart. We zagen eerst Leamaneh Castle, de restanten van een prachtige oude villa. Daarna doken we helemaal onder in the Burren bij Portal Tomb, een dolmen omringd door een enorme vlakte van witte stenen.Een paar km verder bezochten we Aillwee Cave, een bijzonder mooie grot die begin vorige eeuw ontdekt werd toen een man zijn hond een konijntje achtervolgde. De man was opeens zijn hond kwijt en verplaatste een paar rotsblokken en vond zo de ingang tot de grot. In de grot zagen we 2 slaapplaatsen van bruine beren.Dieper in de grot ondergrondse watervallen en een stalagmietformatie die de weinig poëtische naam "bunch of carrots" meegekregen had. De gids was schitterend, zoals David Attenborough in zijn hoogdagen.Hij besloot zijn rondleiding met de mededeling dat we zelfstandig moesten terugkeren naar het beginpunt van de grot en duidde ons M.als gids aan. Fier als de beruchte gieter stapte ze voorop en dwong iedereen die het waagde om haar voorbij te willen steken met een autoritaire blik weer naar achter.Zelfs de 'mind your heads' zei ze na met het professionele air van de gids.
De reis ging verder waar the burren en de Atlantische Oceaan elkaar ontmoeten.
We zochten een nieuwe camping op in Doolin.Na een verkwikkende douche gingen we lekker warm eten in een lokale pub.Een hilarische situatie in de douches wil ik mijn dierbare lezer niet onthouden : De dame in de douche naast mij riep naar haar man in de mannendouches :'Steeeeeeeeeeve,I've got a problem, I put the coin in the machine, but the shower won't work." Man : "Well , get dressed and get another coin, will ya?" Vrouw : "Honey, I can't ,I'm all covered in shower gel.Would you please get me a new coin?" Man : "I can't honey, I'm all naked too." Vrouw : "Well, we'll both have to wait here until we're all crispy and then we'll get dressed and get us a bloody new coin !!!"
Moet ik er bij vertellen dat ik ondertussen op mijn handdoek stond te bijten om het niet hardop uit te gieren van het lachen?
Fluffbunny

Human Nature


(Bijgewerkt fragment uit mijn reisdagboek "Oostenrijk 2008"
Dag 5 : vrijdag 20 juli

Leuke wandeling gemaakt rond de prachtige Fernsteinsee…helderblauw water waarvan je tot in het midden van het meer de bodem kon zien, onbezoedeld door toeristen en ronduit adembenemend mooi. Daarna reden we door tot bij de Blindsee, een particulier domein waarvoor je moet betalen om er te vertoeven, maar het was het meer dan waard. Na een gezellige picknick onder de bomen maakte ik het volgende tafereel mee…ik legde er mijn boek van antropoloog-zoöloog Desmond Morris voor aan de kant. Of liever…ik deed alsof ik verder las en keek vanachter mijn donkere zonnebrilglazen naar volgende vertoning en genoot.
Human nature :
Aan het strand van het meer, vlak naast ons, lag een koppel te zonnebaden, laat ik ze voor het gemak Liesl en Udo noemen.
Udo lag als een marmot, bruinverbrand te slapen in de zon, op zijn buik, volledig afgesloten van de buitenwereld. Liesl, melkwit,blond en recentelijk mama geworden druk in de weer met haar peutertje, pootje badend, bezorgd zijnde, kortom…de ideale mama aan het spelen.
Ikzelf zat ruim 3 meter achter mijn gezin, een beetje verborgen tussen wat rotsblokken, te genieten van de schadauw en mijn boek. Plots zag ik in beeld een bruingebrande knappe sirene verschijnen, drijvend op haar luchtmatras, in monokini. Ze bleef ter plaatse drijven voor mijn echtgenoot en begon onophoudelijk te glimlachen en te pronken. Om het ijs te breken vroeg ze of Sappho een mannetje of vrouwtje is ( ze was vergezeld van een zwemmende mannelijke zwarte labrador). Ik riep (voor haar geheel onverwacht vanuit mijn geheime plekje tussen de rotsen) dat het een vrouwtje is…Lichtjes “op haar nest gepakt” door de aanwezigheid van de wettelijke echtgenote begon ze te peddelen met haar voeten en verlegde haar baltsrituelen naar Udo…die bij het zien van haar onbedekte boezem al het slapen had opgegeven.
De sirene op de luchtmatras vermeldde binnen de 10 seconden haar “ex” (kwestie van haar beschikbaarheid te etaleren) .Udo zette zijn veren op en ging gevleid in op de aandacht van de bloedmooie zeemeermin. Liesl (zijn jonge vrouw) rook onraad en plukte de peuter uit het water en ging haar territorium afbakenen door naast Udo te gaan zitten. Blijkbaar zag ze er minder gevaarlijk uit dan ik want de sirene ging onverstoord verder met haar verleidingmanoeuvers.

Hoe het verder afliep weet ik niet…hoogstwaarschijnlijk is ze nadien netjes met haar labrador weggezwommen en had Liesl ’s avonds last van hoofdpijn.

Fluffbunny

vrijdag 9 juli 2010

Disney movies

Everybody be happy, nobody be gay?
A kiss on the mouth but no roll in the hay.
Life in plastic is just fantastic.
Fluffbunny

Sadness

When the lamp is shattered
The light in the dust lies dead -
When the cloud is scattered,
The rainbow's glory is shed.
When the lute is broken,
Sweet tones are remembered not;
When the lips have spoken,
Loved accents are soon forgot.

Percy Bysshe Shelley

woensdag 7 juli 2010

A Dog's Tale

In wezen ben ik een kattenmens.Al sinds mijn prille jeugd verkies ik een eigengereide, elegante kat boven een dociele hond die aanbiddend voor je voeten komt liggen, no matter what…
Maar een mens beslist niet alleen, dus binnen het gezin was de keuze : ofwel geen dieren ofwel een hond. Tja, wat doe je dan? De situatie proberen zo gunstig mogelijk ombuigen. Geen dieren was geen optie dus ging ik voor de hond op voorwaarde dat ik het ras mocht kiezen. Een Ierse Setter. Mooi, groot ( want een hond moet groot zijn, duidelijk van een wolf afstammen, bespaar me een Phaedra Hoste-praline) ,langharig, kindvriendelijk. En als toemaatje wou ik ook nog de naam kiezen.’Sappho’: naam van een Griekse dichteres,titel van één van mijn lievelingsboeken van Erica Jong…een mens moet af en toe aan zijn imago denken. Er zijn al genoeg poedels met de onzalige naam Blacky of Snoopy in omloop.
En Sappho deed haar intrede. Tegelijk deed zich een vreemd verschijnsel voor. Bij onze familieleden en kennissen was er een acute outing : liefhebbers en non-liefhebbers. Deze laatsten uitten hun afkeer op verschillende wijzen: spontaan wegblijven, zich beleefd excuseren voor hun schrik/aversie voor honden , een vreemd verkrampte manier van lopen beginnen hanteren,verhalen opdissen van kinderen die aangevallen en verminkt waren door boosaardige chihuahua’s…
Maar voor ons was het een uitgemaakte zaak. Sappho was en is nog steeds één van ons, gaat overal mee op reis. Vaak moet je daarvoor een heleboel zaken regelen. Zoals die keer toen we naar de zuidkust van Engeland gingen. Maanden op voorhand startten de voorbereidingen, de hond moest een chip in zijn nekvel ingeplant krijgen, een extra inspuiting tegen rabiës, bloed laten trekken, een attest laten opsturen vanuit een speciaal labo…ruim 6 maanden op voorhand. Enfin, controlefreak als ik ben was dat allemaal geregeld.
Op de dag van vertrek waren we heel vroeg vertrokken, kwestie van zeker de boot niet te missen.Wij arriveerden dus “een boot eerder”…
Na de uitgebreide hondencontrole mochten we het schip op. Wij dachten dat de boot maar anderhalf uur later zou vertrekken dus bleef ik in het laadruim voor de auto’s en caravan achter bij Sappho, terwijl manlief met de kinderen een ‘verkennend wandelingetje’ ging maken. Maar ze waren nog maar net uit mijn zicht verdwenen of ik zag schuifdeuren dichtgaan, hekjes toeklappen, er gingen lichtjes flikkeren en kleine alarmsignalen piepen en de motoren van het schip begonnen te draaien. We zaten op de boot van het uur eerder. Ondergetekende kon niet meer weg uit het laadruim en zat dus zonder Touristiltabletje in een auto tussen licht deinende vrachtwagens doodziek en bang te zijn, terwijl de hond zich van geen kwaad bewust heerlijk lag te slapen op de achterbank.Ik belde met mijn gsm naar mijn man (die zich ondertussen ook realiseerde dat we een probleem hadden) en piepte met een klein stemmetje dat ik vastzat en bang was. Maar regels zijn regels op een ferry en niemand mocht tijdens de vaart naar het laadruim. Halverwege de overvaart had hij wel toestemming om even te gaan kijken (met een dame van de security ) hoe het met de hond ging. Terwijl hubby onderweg was met de dame in uniform bekende hij dat er nog iemand in de wagen zat behalve de hond. Opslag veranderde de taaie tante in een hele lieve vrouw die mij uit de auto hielp. Ik was ondertussen echt doodziek en zag geen verschil meer tussen links,rechts,onder of boven. Met zijn tweeën hielpen ze mij de trap op, gaven me Touristil en een zakje voor noodgevallen. Het ergste leed was geleden en we arriveerden zonder verder avonturen in Engeland.
De groene rustige camping in Leeds was prachtig. Honden toegelaten. Uiteraard. Alleen één klein detail : Sappho was loops. Uitgerekend dan. Op een camping vol honden. Reuen. Nu zijn dieren heel wat minder afwachtend dan mensen. We moesten dus aldoor onze setter behoeden voor ongewenste zwangerschappen. En neem dat maar vrij letterlijk. Op onze trip naar Durdle Door, een prachtig kiezelstrand zat ik gebiologeerd te kijken naar kleine aanspoelende zilveren visjes. Bij iedere golfslag spoelden ze met zijn honderden aan, om dan weer in zee te rollen. Prachtig spektakel. Maar ik vergat even dat de hond loops dus bijzonder aantrekkelijk voor andere honden was. Ineens merkte ik twee gigantische reuen op die in een recordtempo kwamen aangehold, wapens in aanslag. Ik zag geen andere oplossing om Sappho te beschermen dan op mijn knieën voor (hoe zal ik het uitdrukken?) haar achtereind te gaan zitten om de honden af te weren. Ze probeerden van alles maar ik loste niet. Ook niet toen hun Engelse baasje kwam aanhollen en ik strijdlustig zei:’They’ll have to get past me first!’ Probeer op zo’n moment maar eens op het Engelse woord voor ‘loops’ te komen. Ik (nog steeds de hond doggystylegewijs beschermend voor ontucht) probeerde een ganse uitleg waarop de man ineens lachend vroeg:”Ooooh, she’s on the heat?” Yeah right. Subtiel uitgedrukt.Waarop hij eindelijk zijn twee bronstige monsters aanlijnde en ik uit mijn genante positie bevrijd werd.
’t Leven kan soms echt van den hond zijn…
Fluffbunny

maandag 5 juli 2010

The Weeping Song.


This is a weeping song
A song in which to weep
While all the men and women sleep.
This is a weeping song
But I won't be weeping long.
(Nick Cave)
En nee, ik zal niet lang huilen…ik zal één van mijn honderd zorgvuldig voor de spiegel geoefende happy faces opzetten.Niet voor lang…maar wel elke dag opnieuw.Terwijl iedereen nog slaapt. Het uur van de wolf. De huilende wolf.
Om daarna weer bij dageraad de lachende hyena te zijn. Spottend,grappend.
Life is like a dick. Sometimes it gets hard for no reason. Die heb ik niet van mezelf. Wat dacht je? Ik ben een elegante dievegge.
En terwijl ik dan toch aan het pronken ben met andermans juwelen : “Born alone, we die alone, and whatever companionship and love we get between those two events,is pure luck, but not necessarily our birthright. Aloneness is our birthright. With any determination we can turn aloneness into independence – but nobody guaranteed us love.” (Erica Jong)
U leest me niet graag zo bitter? Kom misschien morgen of overmorgen terug, I won’t be weeping long…maar wel elke dag opnieuw.Terwijl u nog lekker slaapt…
Fluffbunny.

Vandaag ben ik niet thuis. Behalve voor...

zondag 4 juli 2010

Handen.


Ik mag graag naar mensen hun handen kijken. Zowel naar kleine mollige kinderhandjes, met vingers die taps toelopen als slecht gedraaide slangetjes plasticine als naar wat men hier ‘kolenschoppen’ noemt, flink uit de kluiten gewassen eeltige handen van een werkman. Ik kan ook bewonderend kijken naar fraai gemanicuurde handen van verkoopsters terwijl ze een cadeautje inpakken.Het blijft me verbazen hoe ze er ondanks die ellendig onhandige gelnagels in slagen het papier zo snel en zo raak langs het doosje te plooien, er een strikje rond te draperen met de gewenste souplesse en vitesse…Ikzelf ben ooit bezweken voor zo’n gelnagels.Na er meer dan een jaar over gedroomd te hebben nam ik mijn voor moederdag gekregen waardebon en trok richting schoonheidsinstituut (De typische Lambikopmerking “ het was zeker gesloten”,heb ik zelf al ingeslikt,dank u). Daar liet ik me peperdure prachtige lange exemplaren aanmeten. Een ganse dag keek ik bijna verliefd naar mijn handen. Aldus verfraaid vertrokken we op reis…
Als ik ging zwemmen in het meer voerde ik mijn schoolslag traag uit, met mijn handen half boven water zodat iedereen en vooral ikzelf kon zien hoe mooi ze waren. Op reis is een mens gelukkig min of meer vrij van huishoudelijke klussen want dat leek geen optie met die venusschelpjes aan mijn vingers. Ook mijn reisdagboek bijhouden op de laptop ging niet zo vlot en een sms intikken was al helemaal een opdracht. Tegen het eind van de reis had ik maar één wens meer : thuiskomen en die ondingen afknippen.
Knippen? Dat was buiten de stevigheid van de gel gerekend, geen enkele schaar of nagelknipper raakte daar doorheen. Ik had een missie. Ze moesten er af. Met de grootste nagelvijl die ik vond vijlde ik ze één voor één tot stof, een berg poeder op mijn tafeltje van meer dan 50 euro. Ik heb geen idee wat coke kost maar het deed me er aan denken.
Sedertdien verkies ik de boerenknuist, de Permekehand, de zenuwachtig afgekloven nagels, de worstige vingers van een Bourgondisch iemand, de reumatisch vergroeide handen van een oud vrouwtje, de vioolvingers van mijn beste vriendin, de bevlekte handen van een kunstenares die de fles terpentijn niet had bijgevuld…
Straks heb ik een afspraak…in het schoonheidssalon…voor gelnagels…aan mijn voeten. Of stuurt u smsjes met uw tenen?
Fluffbunny.

zaterdag 3 juli 2010

Salieri


Jaren geleden ging ik met mijn oudste broer en zijn vrouw naar de film Amadeus kijken.O verrukking,een film over klassieke muziek die een hoge rock’n’rollfactor had. Mozart als enfant terrible, een knap guitig ventje met blinkende ogen…alhoewel hij in het echt een lelijk mannetje met uitpuilende ogen, een gelige huid vol waterpokkenlittekens schijnt geweest te zijn. Ik was helemaal in de ban achteraf. Niet van Mozart…maar van Salieri. En wel door dit fragment. Het is maar een acteur, niet de echte Salieri.Maar wat een schitterend talent . Hoe mooi geacteerd. Genoeg om me te doen zoeken naar de muziek van Salieri.Heeft u dat nog niet gedaan? Hoog tijd dan.
Enjoy !
Fluffbunny.
http://www.youtube.com/watch?v=pxgZcMGmkkI

Barbie-queues


Wat vinden mensen collectief zo leuk aan barbecues ? Ok, ik geef toe…als ik op een zomeravond in de tuin zit en de geur van Provencaalse kruiden gemengd met een lichte rookgeur baant zich een weg door mijn reukorgaan…dan…ja dan vind ik het wel even iets hebben. Het kan ook best gezellig zijn, een barbecue…met een paar zorgvuldig geselecteerde vrienden.
Maar zeer vaak is barbecue synoniem voor : we gooien vlug wat hompen vlees op het vuur dat meestal te hard gaat waardoor het vlees me steevast aan Auschwitz doet denken of aan de crematie van mijn nonkel Edgard ( mijn oudste broer en mijn moeder kwamen op het onzalige idee een luchtje te gaan scheppen en waren snel terug binnen omdat ze de geur van nonkel op kamertemperatuur gewend waren, niet als hij gegrilld werd).
Barbecues zijn nog erger als het een groepsgebeuren wordt. Een BBQ voor zeg maar 100 mensen of meer,waardoor men voor de buffetformule gaat.Nu vind ik buffetten sowieso al zwaar te mijden als je niet als eerste kan gaan. De maagdelijke schotels kan proeven…zonder dat de bergen catering al doorploegd zijn door plastieken lepels.
Het groentenbuffet…je staat in de rij met mensen die in vrijetijdskledij zijn. Dat mag, op een barbecue hoef je niet formeel gekleed te zijn. Met andere woorden, de marcellekes en de teenslippers zijn niet te vermijden, de graad van blootheid meestal recht evenredig met het lichaamsgewicht. Je neemt je bij het zien van de groentenschotels voor het gezond te houden en bedient je gretig van geraspte worteltjes (waarvan het sap reeds lang de gasvormige toestand aannam), verkleurde knolselder, pastasalade met erwten uit blik, tomaat , sla, aardappeltjes in mayonaise. Tegen dat je ooit bij de worsten komt ligt je bord vol met uitgedroogde groenten waarvan je denkt dat ze nooit door je slokdarm gaan glijden zonder de nodige mayonaise en cocktailsaus. Je bedient je dus veel te rijkelijk van beiden, neemt ten overvloede nog één, nee twee stukjes Frans brood en gaat naar de barbecueman van dienst. Die staat gutsend van het zweet boven zijn grill, de zweetdruppels van zijn voorhoofd vallen op het gloeiende hete rooster, daar kist het wat en spat op de worst die ze op jouw berg groenten+mayo droppen. Soms realiseert de traiteur van dienst zich dat het geen zicht is, zo’n zwetende man in ontbloot bovenlijf en bakken ze het vlees achter de schermen en dienen ze het op in warmhoudschotels. Maak je geen illusies, je worst,je ribbetjes,je beenham of brochette zijn gemarineerd in het zweet des mans aanschijns.
Daar ga je dan…zoekend naar een plaats die nog vrij is en meestal zie je dan dat er ergens nog drie plaatsen zijn, terwijl je gezin/gezelschap bestaat uit 4 personen waardoor je moet splitsen. Gezellig zo’n barbecue.In mijn geval begin ik me nog voor de eerste hap vlees pijnlijk te realiseren hoeveel beesten er gesneuveld zijn voor mijn maal. (Ik ben vegetariër in mijn hart, maar het gaat nog altijd ergens fout met mijn mond die hardnekkig vlees wil.) Als er worst,biefstuk en lamskoteletjes op het menu staan, zijn er dus drie dieren voor de bijl gegaan…terstond vergaat mij de zin om te eten .
Ik begin dan aan mijn berg groenten, meng er teveel dressing bij om gezond te zijn,denk aan mijn cholesterol en mijn figuur en mijn honger is over. Bovendien ben ik ook als de dood voor “salade-tussen-de-tanden-incidenten”…u kent het vast wel: “Heyyy,hallo, hoe gaat het met je? Alles goed? Naar waar gaat de reis deze zomer?” Dit alles met je charmantste glimlach, waarna je in het lemmet van je mes ziet dat er een half blad ijsbergsla tussen je snijtanden zit.
Het eindigt meestal met een meer dan halfvol bord, het vlees zo goed als onaangeroerd en de Chateau Migraine nog in het glas…
Vroeg of laat doe ik het, ik word vegetariër, ik pas de vegetarische kooklessen die ik volgde toe, ik weersta aan de geur van een reepje spek, ik weiger nog naar barbecues te gaan, ik gooi de veggieburgers op het kampvuur en duik onder, ver weg van slagerij Renmans….
Fluffbunny.

SCHOOLFEEST

Schoolfeest...
Ieder schooljaar is het zover, het laatste weekend van juli. Net na de toetsen-verbeterpret mogen we op zondag meewerken aan een soort gemoderniseerde Vlaamsche kermis. Hier bij ons in de streek zeggen ze wel eens :”Een keirmesse is een geselinge weird.” Nu, deze kermis IS een geseling.
Ik heb al ruim 20 jaar het genoegen om een volkspelletje te begeleiden. Ieder jaar iets nieuws.Leuk, hoor ik u denken. Tja, het spelletje op zich is ieder jaar anders. Maar het ongeduld van de ouders, de dreinende stemmen van de kinderen die in de klas zo lief en rustig zijn, de walgelijke bakgeur van de verplichte barbecue, de gruwelijke gegrimeerde leeuwen-en elfensnoetjes en de waterpistooltjes zijn een constante. Het lijkt alsof iedereen speciaal voor die dag een gans jaar arrogantie heeft gespaard.
Dit jaar mocht ik aan het ‘rad van fortuin’ staan. Een begeerde positie want dat rad is opgesteld onder de lindeboom dus een lommerrijk plekje met een bankje erbij….
Dit was echter zonder de bijzonder productieve duiven gerekend. De ganse bank was één witgrijs hobbelig veld duivenstront. Het rad in kwestie is een houten ding dat gevuld is met goedkope plastic gadgets, het genre dat u ook wel eens aantreft in de ‘grijper’ in een lunapark,maar dan de goedkoopste versie. De kinderen kunnen aan een houten pijl draaien en waar de pijl terechtkomt, mogen ze kiezen. Er is ieder jaar keuze uit een achttal soorten spullen. Toch willen alle kinderen maar één ding : waterpistooltjes! Om hun klasgenoten ,hun ouders en vooral de leerkrachten die hun een gans jaar lieten zwoegen nat te spuiten. Ze betalen met penningen die ze aan de kassa kunnen kopen. Drie penningen voor een draai aan het rad.Beurt na beurt proberen ze opnieuw, oerlelijke plastic kettingetjes, draaitollen, nepfototoestelletjes…niks is goed genoeg. Waterpistooltjes moeten ze hebben. Als hun zakgeld bijna op is en ze nog steeds geen waterpistool bemachtigd hebben, zwicht ik vaak en manipuleer het rad lichtjes zodat het stopt waar zij willen. Zo ben ik, een week hart. Zeker als ze lief naar me kijken…
Eigenlijk is het een levensles die ze daar krijgen : you can’t win ‘m all. Maar tegenwoordig mogen kinderen geen levenslessen meer krijgen.Welnee, mama en papa die al ganse dagen uit werken gaan willen niet dat hun lieve kinderen met hun volmaakte neusjes tegen de muur van het leven lopen. Nog voor ze het beleefd vragen, zeggen ze over mijn hoofd heen :”Och mijn kind, dat is toch allemaal brol. Wij kopen wel een ècht waterpistool”,waarop ze met een rood hoofd (van teveel lauwe sangria) en de neus in de wind wegstevenen.
Of nog erger : dit keer kwam er een man ( in driekwartbroek, dank u M!LF voor de boycotcampagne) met fikse pas op mijn rad van fortuin af, smeet met minachting drie penningen in mijn bakje en nam zonder aan het rad te draaien een waterpistool. “Voila,zo doen we dat!” zei hij zelfvoldaan.
Toen kreeg ik zin om een waterpistool te nemen, een ècht, geen brol zoals aan mijn rad. Zo één dat je goed kan oppompen,met een hoog Kärchergehalte, en de man van onder tot boven kletsnat te spuiten…maar ja. Ik doe dat niet. Ik heb als kind een paar levenslessen geleerd. …met honing vang je meer vliegen dan met azijn bijvoorbeeld.

Fluffbunny