zaterdag 31 mei 2014

Ballade van mannen die niet mogen.

Ze staan te roken op het balkon,
Of in de tuin.
Ze kijken voetbal op het kleine TV-toestel in de bijkeuken
En laten hun schoenen bij de achterdeur
In ruil voor een paar pantoffels.
Ze krijgen een boze blik als ze zich een tweede keer bedienen
En hun pret is afgemeten,
Een paar uur per week met de vrienden
Kaarten of fietsen.
Ze moeten in bad
Voor ze mogen
En mogen
Enkel
De hond uitlaten.

Fluffbunny

zondag 25 mei 2014

Van blauwe luchten en rode fietsen.

“Zullen we gaan fietsen ‘op den buiten’?” vraagt hij.
Meteen enthousiast spring ik op mijn nieuwe rode fiets.
De route leidt langs de brug over de expressweg,
Bij het afdalen gaat mijn fiets plots gevaarlijk snel
Ik race met wijd opengesperde ogen en wild kloppend hart naar beneden
Omdat ik niet durf schakelen terwijl ik niet trap.
Man steekt me voorbij als we weer vlak rijden
En ik wil weer trappen
Maar voel geen weerstand.
“Zoetjeeeeuuuu, mijn ketting ligt af !!!” roep ik
Al een beetje in paniek.
Ik zie zijn hoofd zachtjes nee schudden (in de zin van ‘Vrouwen!’)
En hij lacht :’Bah neen !!! Je moet niet lozen als je afdaalt hé! En veranderen van versnelling.’
En plots lijkt fietsen kernfysica.

Fluffbunny

woensdag 21 mei 2014

L&L

Doorgaans heb ik het niet zo begrepen op overdreven behulpzame verkoopsters.
Liefst kies ik zelf één en ander uit de rekken en ga ik dat zonder ooggetuigen passen,
Zodat ik zonder al te veel gezichtsverlies die knellende jurk kan omruilen voor een grotere maat.
(Het rode hoofd en de parelende zweetdruppeltjes onder mijn neus zijn het enige wat me verraadt)
Maar één gerante mag me altijd helpen :
In het centrum van de stad is er een bekende zaak van dameskleren
Waar een rasechte Eeklose inboorlinge de scepter zwaait.
Met veel flair, een sappig dialect en heel ad rem
Zegt ze wat je staat en wat niet.
En ze kent haar vak, ieder rolletje wordt deskundig gecamoufleerd,
Korte benen optisch verlengd, borsten opgekrikt naar aanvaardbare hoogtes.
Voor elk pijnpunt heeft ze een oplossing.
Onlangs kocht ik er een gekleurd topje.
Omdat ik een hekel heb aan knellende keren nam ik voorzichtigheidshalve een ruime maat.
Toen ik het topje op de toonbank legde om af te rekenen,
Vroeg ze met de gebruikelijke directheid :
“Is ’t vuur bluut te droag’n of ievers onder?”
Ik was even uit het lood geslagen maar zei toen : ”Euh, voor onder een jurk, ik loop nooit meer zomaar in een topje.”
Daardoor aangespoord keek ze even zonder omwegen naar mijn voorgevel en sprak ( luid en duidelijk):
“ ‘k Het al gezien, ge hebt ’t zelfste model of de mijne. Pak moar een moatje kleinere. Anders zakt dat altijd moar noar beneen en luupte mee hiel uinen bazaar bluut. Geen enen die nog weet wa kleur van oog’n dajje èt.”
Aldus geschiedde…
(Dat ik het topje steevast bedek met sjaaltjes of een rolkraag ligt eerder aan mij dan aan haar.)
Fluffbunny