Was ze dertig jaar later geboren, dan had ze vast een paar etiketjes gekregen : hypersensitief, ADD, misschien zelfs een milde vorm van autisme (hoewel…ze was altijd al enorm aangewezen op gezelschap en ademde taal en woorden en beelden). Maar nu was ze een product van de jaren zestig en was ze als kind dus gewoon een snobje , een trut, een dromer en een boekenwurm, dwangmatig bezig met dingen maken en schrijven en tekenen…een wereld maken in haar hoofd waar het veilig en mooi was. En hengelen naar bevestiging dat ze toch niet zo vreemd was…die goedkeuring kwam er enkel van de grote mensen, van de kunstenaarsgezelschappen waar ze door haar afkomst voortdurend in verkeerde.
Opgroeien was een verademing, een zoektocht naar die plek waar ze zichzelf kon zijn, waar ze de moeilijke woorden mocht gebruiken zonder dat haar vader zei dat die belachelijk klonken uit een kindermond. (Kon zij het helpen dat ze die eenvoudige woorden niet ééns kende? Had hij haar net niet zo opgevoed?)
Toen ze groot was bleef ze de vreemde eend in de bijt, maar ze ontdekte haar overlevingstactiek . Haar ingebeelde plek waar ze zich mits de nodige stilte in een oogwenk kon terugtrekken. Waar ze haar overgevoeligheid kon reduceren tot enkel zintuiglijke waarnemingen…gewoon door in het zand te gaan zitten en al haar gewaarwordingen kon verengen tot het beleven van het zand dat door haar vingers gleed, tot de wind die langs haar wangen streek. Haar rusteloze geest in survival modus…ademen, de weg van de zuurstof visualiseren en niks anders zijn dan een ademend wezen…
Zelfs opgegroeid bleef ze een meisje, ook al werd ze geacht een rijpere vrouw te zijn. Een meisje met een eiland in haar hoofd.
Fluffbunny
Geen opmerkingen:
Een reactie posten