zondag 19 mei 2013

De gedirigeerde zoen...

Toen ik een jaar of twee geleden de foto’s van Robert Doisneau leerde kennen, was ik enorm gecharmeerd. Krachtige zwart-witfoto’s, perfecte compositie, warmte ,mildheid.
Ik ging meer van hem zoeken, over zijn fotografie lezen en was een beetje teleurgesteld toen ik vernam dat zijn romantische kus-serie gemaakt was met modellen, gedirigeerd, geënsceneerd.Geen spontane kiekjes van een kus die zomaar uit liefde opwelt. Hoe kan het ook? Hoe zou je elegant, mèt een mooie achtergrond, voorbijgangers op de juiste plaats, instelling van de camera net op dat moment op jou en je lief scherpgesteld, zoenen? Dat overkomt niemand.
En het maakt natuurlijk de foto’s niet minder mooi. Ik moest die gedachte, dat misplaatste oordeel van me afzetten.Alles voor de kunst, de harmonie op de foto…
De boodschap, het gevoel dat bij mij als kijker overkwam, was wèl echt. Wat er in mijn gedachten en gevoelens omging, werd niet gedirigeerd.
Niet door Doisneau.
Laisser aller.

Fluffbunny

zaterdag 11 mei 2013

Ver-dicht-ing

En dan hoor je haar die je al zo vaak gelezen hebt,
Een stem die je al hoorde van een opname.
Glimlach en aarzeling,
Drempelvrees.
Stuur je een smsje naar de twee anderen die zullen komen:
‘Elvis has entered the building’
Ruggensteun.
Tot plots een muur verschuift
Letter-lijk.
Een lach, een stem,
België – Nederland ver-zoent.
Treindames arriveren druppelsgewijs.
En het lijkt alsof er nooit afstand was
En nooit meer zal zijn.
En het verwarmt mijn hart
Dat deze vrouwen zijn,
Waarachtig zijn,
Zoals ze al zo lang in mijn hoofd waren
Sommige dingen zijn (h)echt.

Fluffbunny

donderdag 9 mei 2013

Naaldwerk.

Daar stond je dan, slechts in je ondergoed
De naaister bewoog je ledematen in jouw plaats,
Armen omhoog voor borstomtrek.
Lintmeter van schouder naar pols.
Losjes om je taille.
Behoedzaam om je borsten,
Discreet het lint op de juiste plaats houden.
Telkens onderbreken om met een potlood je maten te noteren.
En dan de pasbeurten.
Naaister sprak tegen zichzelf, met kopspeldjes tussen haar lippen.
IJverig zoemend als een bij, zo leek het.
Het is een eeuwigheid geleden,
Van bij mijn trouwjurk.
Maar alleen al om die pasbeurten en dat nemen van de maat,
Het prikken van mijn huid bij het gevoel,
De jurk in wording zien met driegdraad en speldjes
Zou ik nog eens iets op maat willen laten maken.

woensdag 8 mei 2013

Modus Operandi (periodiek systeem der elementen)

Hij schrijft en waant zich beter dan de rest.
Iedereen is voetvolk, niet het soort mensen waarmee hij verkeert.
De lucht die hij inademt mag niet bezoedeld worden met het ordinaire.
Nu en dan vindt een dame genade in zijn ogen.
Geeft hij haar het gevoel uitver-koren te zijn,
Verheven boven de anderen, het kaf…
Ze wordt bedacht met verhalen,
Speciaal voor haar geschreven, zo denkt zij.
Maar de verhalen zijn gespeend van details
En dus op vele vrouwen toepasbaar.
Blauwbaard heeft zijn zaakjes netjes op een rij.
Uiteraard blijft die correspondentie vertrouwelijk
Want de rest van de wereld,
De minderwaardigen
Zouden het niet begrijpen.
Of zouden ze gewoon herkennen dat het slechts een doorslagje is?
Dat Blauwbaard slechts een blauwdruk is?
Fluffbunny

maandag 6 mei 2013

Malgré vous.

En ondanks alles :
zachtheid
Zelfs als er onechte dingen indringen.
Want de overtuiging blijft :
Dat het enige goede, juiste
Een overvloed van mildheid is
Dat uiteindelijk die kwetsbaarheid
Die naïviteit
De dingen verzacht
En meeneemt in haar schoonheid.

Foto Orm Lunya

zondag 5 mei 2013

Mood swing.

Mijn beste vriendin-buurmeisje had een schommel, op het einde van het gazon, net waar het bos begon. Dat bos was onze speeltuin, onze droomwereld vol draken en prinsen en heksen.
Het was een vast ritueel van ons dat we door de schommel heen stapten om in “de andere wereld” te komen, waar we urenlang speelden. Zij was de bruid van koning Arthur, ik kreeg als jongste ongevraagd Kay toebedeeld. Ik stelde me er geen vragen bij, voor mij was het allemaal wel goed als ik draken mocht verslaan en kampen mocht bouwen of dromen dat ik een prinses was.
We stopten in de zomer vaak pas met spelen als de duiven in de avondstilte koerden, een geluid dat me nog steeds aan mijn kinderjaren doet denken…of als één van onze moeders riep dat het tijd was om in huis te komen. Dan klommen we behendig als aapjes door de schommel om weer in de echte wereld te komen.
Op een avond was ik haastig de schommel voorbijgelopen, rechtstreeks naar mijn moeder toe.
’s Avonds laat kon ik de slaap niet vatten omdat ik me realiseerde dat ik nog in de andere wereld was…mijn moeder stelde me gerust en zei dat de andere wereld maar een spelletje was, dat ik niet bang hoefde te zijn en dat ze altijd voor me zou zorgen.
Ik heb nadien nog vaak met Inge in het bos gespeeld, maar ben nooit meer door de schommel geklommen. De knop naar de andere wereld zat immers in mijn hoofd, als een spelletje, ik kan er nog steeds heen waar en wanneer ik dat wil.

zaterdag 4 mei 2013

Bij het krieken van de kreken...

Op een wel zeer nachtelijk uur uit de veren…zeer warm ingeduffeld vertrokken we naar het centrum De Boerekreek waar we verzamelden voor de natuurfotografiesessie met Ludo Goossens. De parking stond al bijna volgeparkeerd want blijkbaar kon je er ook een stiltetocht met de kano en een poëziewandeling maken. In de verte kon ik al vaag het witte dekzeil van de huifkar onderscheiden, voortgetrokken door drie zwarte trekpaarden die in de nachtlucht leken op te gaan.
Van zodra we samen in de huifkar zaten (de vrienden van de poëzie reden met ons mee, na eerst door een gesjord vierkanten raam van de wereld van het gedicht te zijn binnengetreden ) werd het langzaam licht. Ik dacht aan de regels van Gezelle :
’Traagzaam trekt de witte wagen door de stille strate, …
Stap voor stap, zo gaan de peerden,
traagzaam, treurig, stille en stom,
en zij kijken, of 't hun deerde,
dikwijls naar hun' meester om…
De huifkar reed door het polderlandschap terwijl het langzaam licht werd, de trekpaarden werden steeds beter zichtbaar terwijl de damp uit hun prachtige volle billen sloeg. De geur van warme paardenlijven dreef in mijn richting en ik genoot van de geluiden, hier en daar een karekiet, een wielewaal…iedereen in de kar was stil, sommigen omdat ze nog half sliepen, anderen gewoon uit respect voor de natuur.
Bij iedere stop begonnen de amateurfotografen ijverig foto’s te maken, de meesten subtiel en voorzichtig, een trio van assertieve dames iets minder behoedzaam. Eén van hen , een flink uit de kluiten gewassen dame van rond de zestig, met een regenjas die kon concurreren met het huifkarzeil, maande iedereen aan uit de weg te gaan op de kordate Vlaamse manier :’Mijd u!’ (uitgesproken als ‘mèttui!’). Ik hield een veilige afstand en observeerde zowel de dieren als de mensen die ze kiekten.
De gids van dienst gaf technische tips voor de gevorderden, maar ik genoot vooral van zijn observaties van de natuur, leerde dat we naast een roodborstje ook een blauwborstje kennen. Hij toonde ons zijn zelfgemaakte schuilhut met een camouflagezeil. Soms zit hij een dag lang in dat primitieve hutje, ik vond het prachtig toen hij vertelde dat hij dat gebruikt om bij barre wintertemperaturen ganzen te fotograferen bij dageraad, waarna hij de rest van de dag blijft zitten om de ganzen niet te laten opschrikken…zoveel respect voor de natuur, zo’n passie voor fotografie…ontroerend vond ik dat.
Een dame was in al haar enthousiasme grappig naïef, ze maakte bijna een vreugdesprong toen ze een uil opmerkte op een stapel hout (iedereen zag van een uur ver dat het een nepuil was, maar zij dus niet) :’Kijk, kijk, en hij blijft zomaar zitten !’ Een beetje later demonstreerde de gids een hebbedingetje voor zijn camera, een toestel waarmee hij tot op 60m van zijn camera foto’s kon maken, handig bij het maken van foto’s van zeer schuwe dieren, zoals kikkers. De uilendame kreeg weer een Aha-Erlebnis:’Aaaah, dat is eigenlijk,feitelijk een afstandsbediening, zoals we zeggen?’ Het moet gezegd, haar leven is er één vol verwondering, het moet zalig zijn.
De zelfzekere dame in de witte regenjas stalkte ondertussen mijn echtgenoot:’Mijnhere, wa zijde gij daar allemaal aan het trekken?’ Man antwoordde op zijn gebruikelijke onverstoorbare toon:’Mos, madame!’ Ze was even uit het lood geslagen om zoveel nuchterheid, maar ging met nieuwe moed door:’Ik heb een blaadje getrokken, moedet ne keer zien?’ Ik bedacht dat hij vast meer interesse had voor zijn plukje mos dan voor haar blaadje maar hij onderging zijn lot lijdzaam en grijnsde toen hij me zag lachen, ik vond het hoogst amusant.
Na een laatste huifkartocht naar de parking, opgeluisterd door de koetsier zijn schunnige mopjes, wandelden we terug naar de wagen…mijn man met een toestel vol foto’s, ik met een hoofd vol verhalen.
Bij het krieken van de kreken …een prachtig begin van de dag.