Op een wel zeer nachtelijk uur uit de veren…zeer warm ingeduffeld vertrokken we naar het centrum De Boerekreek waar we verzamelden voor de natuurfotografiesessie met Ludo Goossens. De parking stond al bijna volgeparkeerd want blijkbaar kon je er ook een stiltetocht met de kano en een poëziewandeling maken. In de verte kon ik al vaag het witte dekzeil van de huifkar onderscheiden, voortgetrokken door drie zwarte trekpaarden die in de nachtlucht leken op te gaan.
Van zodra we samen in de huifkar zaten (de vrienden van de poëzie reden met ons mee, na eerst door een gesjord vierkanten raam van de wereld van het gedicht te zijn binnengetreden ) werd het langzaam licht. Ik dacht aan de regels van Gezelle :
’Traagzaam trekt de witte wagen door de stille strate, …
Stap voor stap, zo gaan de peerden,
traagzaam, treurig, stille en stom,
en zij kijken, of 't hun deerde,
dikwijls naar hun' meester om…
De huifkar reed door het polderlandschap terwijl het langzaam licht werd, de trekpaarden werden steeds beter zichtbaar terwijl de damp uit hun prachtige volle billen sloeg. De geur van warme paardenlijven dreef in mijn richting en ik genoot van de geluiden, hier en daar een karekiet, een wielewaal…iedereen in de kar was stil, sommigen omdat ze nog half sliepen, anderen gewoon uit respect voor de natuur.
Bij iedere stop begonnen de amateurfotografen ijverig foto’s te maken, de meesten subtiel en voorzichtig, een trio van assertieve dames iets minder behoedzaam. Eén van hen , een flink uit de kluiten gewassen dame van rond de zestig, met een regenjas die kon concurreren met het huifkarzeil, maande iedereen aan uit de weg te gaan op de kordate Vlaamse manier :’Mijd u!’ (uitgesproken als ‘mèttui!’). Ik hield een veilige afstand en observeerde zowel de dieren als de mensen die ze kiekten.
De gids van dienst gaf technische tips voor de gevorderden, maar ik genoot vooral van zijn observaties van de natuur, leerde dat we naast een roodborstje ook een blauwborstje kennen. Hij toonde ons zijn zelfgemaakte schuilhut met een camouflagezeil. Soms zit hij een dag lang in dat primitieve hutje, ik vond het prachtig toen hij vertelde dat hij dat gebruikt om bij barre wintertemperaturen ganzen te fotograferen bij dageraad, waarna hij de rest van de dag blijft zitten om de ganzen niet te laten opschrikken…zoveel respect voor de natuur, zo’n passie voor fotografie…ontroerend vond ik dat.
Een dame was in al haar enthousiasme grappig naïef, ze maakte bijna een vreugdesprong toen ze een uil opmerkte op een stapel hout (iedereen zag van een uur ver dat het een nepuil was, maar zij dus niet) :’Kijk, kijk, en hij blijft zomaar zitten !’ Een beetje later demonstreerde de gids een hebbedingetje voor zijn camera, een toestel waarmee hij tot op 60m van zijn camera foto’s kon maken, handig bij het maken van foto’s van zeer schuwe dieren, zoals kikkers. De uilendame kreeg weer een Aha-Erlebnis:’Aaaah, dat is eigenlijk,feitelijk een afstandsbediening, zoals we zeggen?’ Het moet gezegd, haar leven is er één vol verwondering, het moet zalig zijn.
De zelfzekere dame in de witte regenjas stalkte ondertussen mijn echtgenoot:’Mijnhere, wa zijde gij daar allemaal aan het trekken?’ Man antwoordde op zijn gebruikelijke onverstoorbare toon:’Mos, madame!’ Ze was even uit het lood geslagen om zoveel nuchterheid, maar ging met nieuwe moed door:’Ik heb een blaadje getrokken, moedet ne keer zien?’ Ik bedacht dat hij vast meer interesse had voor zijn plukje mos dan voor haar blaadje maar hij onderging zijn lot lijdzaam en grijnsde toen hij me zag lachen, ik vond het hoogst amusant.
Na een laatste huifkartocht naar de parking, opgeluisterd door de koetsier zijn schunnige mopjes, wandelden we terug naar de wagen…mijn man met een toestel vol foto’s, ik met een hoofd vol verhalen.
Bij het krieken van de kreken …een prachtig begin van de dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten