zaterdag 20 augustus 2016

De vlinder in Le Jardin d'émail.

Ik was daar , in Otterlo...net op de plaats waar ik een paar keer met mijn vader was. Precies op de plek waar die mooie foto van hem werd geschoten. Hij in een gestreept zwart-wit hemd, in gedachten verzonken (schijnbaar, want het was uiteraard geposeerd).
Net één jaar na het pijnlijke afscheid, De Grote Aftakeling...
Plots , bij het zien van die plek, voelde ik hem dichtbij. Alsof hij wou zeggen dat het goed was. Goed dat ik daar was. Daar waar hij me zoveel over kunst had geleerd, over van Gogh en zijn coloriet, over Dubuffet...
En toen, op dat ogenblik, streek een vlinder zacht neer, eerst op mijn schouder en daarna vlak voor mijn voeten. Geheel in teer zwart-wit, als om niet uit de toon te vallen.
En ik wist ...hij is bij me. Nog steeds.
Altijd.
Fluffbunny

woensdag 8 juni 2016

Van De Romeo's en een droevige Julia

Ik fiets met een hoofd vol gedachten
Voorbij een oudere man
Die vrolijk de ramen lapt:
Korte broek
Sigaretje erbij
En zijn radio speelt luid
Een liedje van De Romeo’s
Hij glimlacht breder dan zijn raam
Aan de straatkant
En dat was vroeger een winkel
Kan je nagaan
En ik rijd verder
En vraag me af waarom ik nooit zo
(Van harte)
Onbezorgd vrolijk ben
Net op dat ogenblik
Vliegt er boven mijn hoofd
Een grijszwarte veer
Vrij groot
Zonder overdrijven
Ze draait pirouettes in de lucht
Waait hoger en hoger
En landt op het dak van de school
Het lijkt iets uit een film van Harry Potter
De dansende ganzenveer
En ik betrap mezelf erop
Dat ik minstens zo breed lach
Als de man van De Romeo’s
En ik bedenk
Zouden mensen
Als ze mij zien
(Meestal lachend)
Denken dat ik ook zo zorgeloos en blij ben?



zaterdag 23 april 2016

Van genen en verborgen persoonlijkheden.


Soms merk ik bij mezelf karaktertrekken van mijn ouders en grootouders, zelfs van tantes en nonkels. De trekken van mijn ouders zijn natuurlijk het meest prominent aanwezig, zo is mijn introverte artistieke, over alles eerst nadenkende vader het meest in mij herkenbaar. Verder durft mijn iets flamboyantere flapuit-moeder wel eens de kop opsteken, vooral wanneer ik me schriftelijk mag uiten komt die directheid duidelijker naar voor. Maar ze zijn er allemaal, de hele familie, als innerlijke stemmen, de Vrome Oma ( het is me al gezegd wanneer ik een mis bijwoon, ik kijk heiliger dan de paus) , de Wufte Andere Oma (tel mijn zwarte lakschoenen en mijn aantal lippenstiften en je weet genoeg), de Vloekende Peet ( ik kan zijn repertorium ten beste geven als ik met een teen tegen de tafelpoot schop, je zou niet zeggen dat ik vier jaar woordleer heb gevolgd). Maar de persoonlijkheid die het best verborgen zit, en daarom net misschien de sterkste en de felste, is de Voetbaltante. Tante Maria had geen kinderen, dus ontfermde ze zich vol liefde over de drie kinderen van haar nichtje, mijn moeder dus. Mijn jongste broer speelde in zijn jeugdjaren verdienstelijk voetbal. Zij was diegene die al zijn voetbalmatchen bijwoonde (en later die van zijn kinderen), die ‘een pree’ gaf voor ieder gescoord doelpunt, die lelijke woorden riep naar de scheidsrechter en die ooit het veld opliep tijdens een vechtpartij en die met haar handtas meppen uitdeelde waar ze nu nog over spreken. Ik mag van geluk spreken dat ik twee dochters heb, zodat ik deze latente persoonlijkheid onder controle kan houden….want ik voel haar, ze zit daar, te wachten op de eerste voetbalmatch van potentiële kleinzonen. Ik zal mijn nageslacht beschamen of fier maken, ik weet het niet…maar ze moet er eens uit. Ooit.
Maar vandaag laat ik mijn vader even uit en ga ik, geheel in stijl, naar een voorstelling van een dichtbundel.


Fluffbunny

zaterdag 5 maart 2016

Van jongetjes en p-woorden.

In mijn job werk ik al eeuwen met 10-11-jarigen. Zo lang ik me kan herinneren was dat de leeftijd waarop sommige meisjes al wat beginnen puberen maar waarop jongens nog aangenaam kinderlijk en ongecompliceerd zijn.
De laatste jaren komt daar echter verandering in, steeds vroeger tonen ze belangstelling voor andere dingen dan voetbal en hockey en moet ik op mijn tellen passen bij mijn taalgebruik.
Dit jaar zit er een jongen bij mij in de klas, ik noem hem mijn kleine Kazaltzis, omdat hij uitermate veel zorg besteedt aan zijn kapsel en zijn kledij. Hij heeft echter de onhebbelijke gewoonte om te pas en te onpas over seks te praten, vooral zijn eigen jongeheer moet iedere dag wel eens aan bod komen. Nu kan dat bijzonder storend werken op den duur, vooral als het onderwerp totaal niet aan de orde is.
Waar ik normaalgezien wel tolerant ben, had ik er gisteren plots zo genoeg van dat ik werkelijk boos werd en ik gaf hem een preek : “Hoe is het mogelijk dat een jongen van jouw leeftijd zo geobsedeerd kan zijn dat hij voortdurend zijn plasser ter sprake brengt? Het is echt belachelijk en irritant aan het worden, in eender welke les, om het even welk onderwerp, al is het nu wereldoorlog I, het oude testament, het werkwoord avoir of de aftrekking….daar ben jij met je piet!”
Hij keek even beduusd, kleurde rood tot achter zijn oren, boog een beetje verlegen zijn hoofd en zei toen : “Juf, sorry, echt sorry….ik zal er op letten. Maar, ik vind uw laatste voorbeeld wel een beetje ongelukkig gekozen.”
Er zijn geen kinderen meer.

Fluffbunny