vrijdag 20 augustus 2010
Met alle Chinezen...
Na 23 jaar lesgeven in het lager onderwijs heb je wel één en ander meegemaakt op het gebied van oudercontacten.De meeste oudergesprekken verlopen vlot en in een sfeer van begrip en gemoedelijkheid. Soms slaat de balans wel even door en worden mensen te vertrouwelijk. Zo had ik ooit een mama over de vloer die het oudste beroep ter wereld uitoefende.Ze zat namelijk in de prostitutie. Nu maakt het voor mij weinig verschil welke job mensen uitoefenen, zolang ze maar met hun kinderen begaan zijn. Deze dame werd wel erg openhartig en wisselde ongevraagd wat jobervaringen met mij. “Jong”,zei ze opeens, “ik wil liever weer escorte goan doeng,want azuu in een caberdouche weirken, dat is wried afzien zun. Dat poepen is niets, moar ’t is dat drinken hé. Moar allez, ‘k meuge nie kloagen,want ‘k heb glijdende uren!” (Daar kon ik me één en ander bij voorstellen.)Normaalgezien worden oudercontacten niet besproken in de leraarskamer achteraf,maar ik hoef er u geen tekening bij te maken dat de uitdrukking ‘glijdende uren’ bij ons op school sedertdien op de lachspieren werkt.
Een andere keer had ik een leerling in de klas die thuis macrobiotisch at. Met alle respect, ik bewonder de energie en de tijd die mensen in hun gezonde voeding steken. Het verwonderde me wel dat de mama toch wel een kettingrookster bleek,want waar zit dan de consequentie in je gezonde voeding maar soit…ieder zijn mening. Op een dag had een boerenzoon uit diezelfde klas voor zijn verjaardag verse hoevemelk mee. Groot gejuich van de medeleerlingen want zo’n glas koele verse melk is bijzonder lekker en gezond. De zoon van de macrobiotiekster weigerde zijn glas melk,want zijn mama zei dat melk niet gezond is. Nu wou ik die jongen niet dwingen en liet hem zijn glaasje appeldiksap drinken.Ware het niet dat hij een kruistocht begon tegen de melk van mijn boerenzoon en het drinken van die melk wou verhinderen. “Da ies iel slecht!”verkondigde hij verontwaardigd. Ik bleef geduldig en legde uit dat ik begreep dat het in zijn dieet niet paste en dat hij dat niet tegen zijn zin hoefde te drinken maar dat de andere kinderen er wel van mochten genieten. Dat dagelijks een beetje melk of een melkproduct een goede aanvulling is op je voeding, ik haalde er zelfs de “voedingsdriehoek” bij. De volgende dag stond de Mama Macrobio aan mijn deur.Met een ganse preek.Dat melk erg slecht was wegens enkel geschikt voor pasgeboren kalfjes en zelfs babymelk was taboe na het eerste levensjaar van kinderen.Ik luisterde en bleef bij mijn mening dat melk wel degelijk goed is voor kinderen en vrouwen na hun veertigste en vertelde haar ook dat ik mijn woorden niet zou bijsturen, met alle respect voor haar voedingspatroon. Toen ze bleef doorgaan en pushen werd ik lichtjes kregelig en zei dat ik het vreemd vond dat ze zo fanatiek tegen melk was en dat ze toch zoveel rookte.Als je dan zo gezond wil leven…Daar had ik de knuppel in het hoenderhok gegooid.Ze bleef poeslief maar vroeg doodleuk of ik het ooit al eens met een Chinees gedaan had.”Pardon?” (Dat staat tot nu toe inderdaad niet in mijn CV.)”Welja, Chinezen…dat zijn pas mannen!En die roken als een schoorsteen en die drinken geen melk.Het is trouwens bewezen dat ze minder longkanker krijgen net omdat ze geen zuivelproducten eten of drinken.Als er hier in het Westen zoveel mensen sterven aan kanker en aan hartziekten,dan ligt dat puur aan onze melkconsumptie.” Ik viel stil bij zo’n wetenschappelijk verantwoorde stelling.Besloot het ruim een uur durende gesprek met “een beetje begrip van beide kanten en blablabla” en dacht bij mezelf dat het niet eenvoudig was om te leven op zeewier en granen. En dat een mens dan misschien wel lichtjes ijl werd in het hoofd.Maar misschien had ze gelijk over die Chinezen, ik zal het wel nooit weten. Maar één ding vraag ik me af. Of ze echt nooit melk drinken. En daar stel ik wel een onderzoek naar in. Of ze meer man zijn dan diegenen die wel in mijn CV voorkomen, dat wil ik eigenlijk niet weten. Want de enige man van Chinese origine die ik ken,mag heerlijk mysterieus blijven.
Flufbunny.
dinsdag 17 augustus 2010
Het kookgen.
Mijn grootmoeder langs moeders kant was niet zoals grootmoeders van andere meisjes die ik kende. Die hadden een grijze watergolf en droegen gebloemde tricot jurken en platte schoenen met veters. Mijn mémé leek wel Elisabeth Taylor…ze was groot en (vriendelijk uitgedrukt) mollig met pikzwart opgestoken haar, ze droeg vuurrode lippenstift en tekende haar wenkbrauwen bij. Liefst een beetje buiten de lijntjes.Ze kon koken als de beste en hield zichtbaar van eten. Haar leven bestond dan ook afwisselend uit eet-en dieetperiodes. Aangezien ze aan de overkant van de straat woonde gingen mijn broers en ik dagelijks wel eens langs, heel vaak mondde dat uit in een pannenkoekenbak of het samen maken van haar ongeëvenaarde chocomousse (die ik nog steeds precies volgens haar recept maak). Een anekdote waar ze zich zelf vaak vrolijk over maakte was de volgende: een klant van mijn grootvader vroeg bezorgd of er iets was gebeurd de vorige nacht omdat er rond 3u ’s nachts licht brandde in de keuken. Zei mijn pé doodleuk:”Nee,dat was gewoon mijn vrouw die haar frigo leeg zat te eten.” (U moet weten, mijn grootmoeder heeft persoonlijk boulemie uitgevonden.)
Mijn ma had het dus met de paplepel meegekregen en kookte ook bijzonder graag en lekker. Haar keuken was haar koninkrijk. Vooral als we gasten hadden maakte ze er een erepunt van om de moeilijkste gerechten te laten slagen.Ik kreeg af en toe wel eens de opdracht om te helpen,nee,niet zoals kinderen nu mogen helpen in de keuken. Niet aan het fornuis met een eigen schortje of een verantwoordelijke functie. Ik moest de geduldwerkjes opknappen : citroenschillen in hele fijne zestes snijden,wortels in lucifers snijden voor de waterzooi,servetten plooien…maar echt koken mocht ik nooit. Het enige wat mijn moeder en mijn grootmoeder niet deden was bakken. Op één af andere manier konden/wilden ze dat niet. Ze hielden allebei van koken met de Franse slag, geen afgemeten hoeveelheden of precieze kooktijden. Ze hadden gewoon het talent om het te laten slagen op hun gevoel. Daar zag ik dus een kans. Ik zou de bakker van de familie worden.Na veel gezeur leende mijn tante Maria mij haar vuurvaste kommen en ging ik aan de slag.Met de keukenweegschaal van mémé en een recept van een vriendin probeerde ik mijn eerste chocoladecake. Bakken is chemie, iedere gram telt,geen ruimte voor improvisatie. Bakken is echt speciaal voor latente autisten als mezelf uitgevonden. Heerlijk.Volg alle regeltjes,gebruik je kookwekker en het kan niet foutlopen. Die eerste cake was een hit, hij werd gewoon verslonden.Vanaf dan was ik gebeten door de bakmicrobe. Met als gevolg dat ik op 28-jarige leeftijd trouwde …met een indrukwekkend bakrepertorium maar ik kon nog geen aardappel koken.Ik had gelukkig wel het kookboek van de boerinnenbond. Het was mijn missie om zo snel mogelijk een echte maaltijd te leren bereiden. Dagelijks moest ik wel eens naar mijn ma bellen met één of andere keukenvraag.Naast mijn telefoontoestel lag een schriftje met haastig genoteerde familierecepten.Van mijn broer had ik ondertussen de gouden gewoonte overgenomen om met weekmenu’s te werken, zodat ik altijd alle nodige ingrediënten in huis had en niet na een drukke werkdag eerst nog moest gaan winkelen.Niks is voor mij ontspannender dan me helemaal te concentreren op het snijden van groenten,het klaarzetten van kruiden,het horen smelten en kissen van boter…
En blijkbaar zit die liefde voor koken toch wel in de genen. Mijn jongste dochter was nauwelijks drie jaar toen ze met de vastberadenheid van een triatleet en met haar tongpunt in haar mondhoek achter het fornuis stond.Hoewel ze heel druk en chaotisch kan zijn, koken doet ze van kleinsaf met een rust en een precisie waar je stil van wordt. Ik dacht dat mijn oudste niet geïnteresseerd was, maar zie…sedert een paar maanden is zij ook bekeerd. Ze vindt het leuk om samen naar Nigella Lawson te kijken en te lachen om de ernst waarmee de bloedmooie Britse keukenprinses verkondigt ‘add some cream” om vervolgens een halve liter full fat cream bij haar gerechten te kappen.Zelfs samen naar ‘Two Fat Ladies’ kijken en nadien samen de keuken induiken om de recepten uit te proberen….het gebeurt steeds vaker.Beide dochters vinden het dan grappig dat ik nerveus probeer te bevelen terwijl zij ongelooflijk kalm blijven.
Tja, mijn dochters en ik…we maken er wel eens een potje van.
woensdag 4 augustus 2010
Selfscan
Als het op winkelen aankomt, vertoon ik altijd tekenen van licht autistisch gedrag. Mijn boodschappenlijstje is samengesteld op basis van een zorgvuldig gepland weekmenu en ik noteer dan ook de nodige aankopen in volgorde van de “rayons”. Dat ik het al warm krijg wanneer ze eens om de zoveel tijd de artikelen aan de andere kant van het warenhuis stapelen hoef ik dus niet toe te lichten.Wanneer alles op mijn lijstje doorstreept en dubbel gecheckt is begeef ik mij naar mijn vaste kassierster, een rustige vriendelijke dame die telkens even wacht om mij de tijd te geven alles netjes in de winkeltassen te stapelen vooraleer verder te gaan met het inscannen. Ze maakt ook altijd tijd voor een babbeltje waarbij ze te kennen geeft dat ze mij al kent en dat ze het waardeert dat ik altijd haar kassa kies. “Mijn jonkske” noemt ze mij, dat klinkt u misschien vreemd in de oren maar ik voel me altijd geborgen en veilig als ze dat zegt.Ooit waagde mijn assertieve broer het van bij de kassa daarnaast ( waar de kassierster geheel uit lipstick en valse wimpers opgetrokken was) te informeren waarom ik toch altijd bij ‘die lelijkste en traagste caisssière” ging. Een zeer boze blik van “Waar bemoei jij je mee? Ze is gewoon de beste!” was zijn deel.
Sedert enkele maanden proberen ze in mijn uitverkoren warenhuis echter de selfscan te promoten. Na een eerste niet te weigeren poging onder begeleiding van een hostess had ik het al gezien. Niks voor mij. Om diverse redenen…
Ten eerste maken die dingen een ellendig bliepgeluidje, nu heb ik een hekel aan alle soorten bliepjes. Die geluidsingenieurs kiezen die geluiden dus. Met andere woorden, het is perfect mogelijk om er een mooi geraffineerd harpgeluidje of een viool op te zetten. Maar nee, het moet voor de klant geruststellend efficiënt klinken dus BLIEP.
Ten tweede kan je tijdens het winkelen niet achteloos dingen in je karretje leggen maar moet je voortdurend denken aan het feit dat je die dingen moet inscannen. Nauwelijks tijd om naar mensen te kijken en je boodschappenlijst te doorstrepen.Handen tekort ook.
Ten derde zorgt dat ellendig scantoestel ( net te dik om vlot in je hand te liggen) voor extra discussies ( in het beste geval onderhandelingen) tussen de kinderen omtrent wie nu hoeveel artikelen na elkaar mag inscannen.
Maar mijn laatste en meest terechte bezwaar : alsof Murphy er zich persoonlijk mee bemoeit ben ik ook altijd de dupe en moeten mijn boodschappen gecontroleerd worden. Nu bevindt die controlepost zich aan de ingang van het warenhuis. Waar iedereen binnenkomt en nieuwsgierig kijkt wie er vandaag allemaal aan de kassa staat. Dan zien ze mij daar staan, terwijl een kassierster mijn boodschappen weer uit de tassen haalt en natelt.Zonder enige vorm van proces voel ik mij dan op de beklaagdenbank staan. Ik haat het. En die controledame noemt me niet eens “mijn jonkske”.
Weg ermee. De selfscan kan de boom in. In de hoogste tak.Waar hij kan piepen tussen de vogels. Ik neem wel weer de tijd om aan te schuiven bij mijn favoriete kassierster, mijn jonksken.
Fluffbunny.
Sedert enkele maanden proberen ze in mijn uitverkoren warenhuis echter de selfscan te promoten. Na een eerste niet te weigeren poging onder begeleiding van een hostess had ik het al gezien. Niks voor mij. Om diverse redenen…
Ten eerste maken die dingen een ellendig bliepgeluidje, nu heb ik een hekel aan alle soorten bliepjes. Die geluidsingenieurs kiezen die geluiden dus. Met andere woorden, het is perfect mogelijk om er een mooi geraffineerd harpgeluidje of een viool op te zetten. Maar nee, het moet voor de klant geruststellend efficiënt klinken dus BLIEP.
Ten tweede kan je tijdens het winkelen niet achteloos dingen in je karretje leggen maar moet je voortdurend denken aan het feit dat je die dingen moet inscannen. Nauwelijks tijd om naar mensen te kijken en je boodschappenlijst te doorstrepen.Handen tekort ook.
Ten derde zorgt dat ellendig scantoestel ( net te dik om vlot in je hand te liggen) voor extra discussies ( in het beste geval onderhandelingen) tussen de kinderen omtrent wie nu hoeveel artikelen na elkaar mag inscannen.
Maar mijn laatste en meest terechte bezwaar : alsof Murphy er zich persoonlijk mee bemoeit ben ik ook altijd de dupe en moeten mijn boodschappen gecontroleerd worden. Nu bevindt die controlepost zich aan de ingang van het warenhuis. Waar iedereen binnenkomt en nieuwsgierig kijkt wie er vandaag allemaal aan de kassa staat. Dan zien ze mij daar staan, terwijl een kassierster mijn boodschappen weer uit de tassen haalt en natelt.Zonder enige vorm van proces voel ik mij dan op de beklaagdenbank staan. Ik haat het. En die controledame noemt me niet eens “mijn jonkske”.
Weg ermee. De selfscan kan de boom in. In de hoogste tak.Waar hij kan piepen tussen de vogels. Ik neem wel weer de tijd om aan te schuiven bij mijn favoriete kassierster, mijn jonksken.
Fluffbunny.
maandag 2 augustus 2010
Hoofddoeken
Gisteren gingen we een dagje naar Bobbejaanland. Children…you gotta love’m. Vandaar dat ik me af en toe eens opoffer om iets te doen wat 100% voor hen is. Want ikzelf heb een gloeiende rothekel aan pretparken,rollercoasters,popcornkramen,fotografen die een grasparkiet op je schouder komen zetten en je een nummertje in de hand drukken om vervolgens een foto te nemen terwijl ik steevast kijk alsof ik doodsbang ben dat die rotparkiet er mijn oorlel gaat afrukken met die akelige kromme snavel.Het gaat bovendien mijn verstand te boven dat iemand vrijwillig in een attractie gaat zitten die ‘Sledgehammer’ heet en die je lichaam, je maag en je kapsel in het bijzonder compleet naar de Filistijnen helpen. Op zo’n gelegenheden heb ik dan ook steevast een boek mee en wacht ik lezend en omringd door de rugzakken van de dochters en hun vriendinnen tot ze lichtgroen lachend van de achtbaan komen,op naar het volgende foltertoestel.
Het is leuk om dan een hele donkere zonnebril op te zetten en mensen te observeren.Ik zie voorzichtige mama’s met een boekje , hippe grootmoeders die met een kort rokje de wildwaterbaan trotseren,bendes jong grut met petjes en blikjes bier, meer tattoos dan op een gans jaar samen. En wat me gisteren dus ook opviel…hoofddoeken. Nu stoort me dat allerminst, voor mijn part dragen moslims hoofddoeken op het werk, op school, waar dan ook. Ik snap nog steeds niet waarom dat niet zou mogen, terwijl wij te pas en te onpas petten,kappen,oerlelijke zonnehoeden en dergelijke dragen. Maar daar gaat het niet om. Wat ik me afvroeg…zo’n hoofddoek is dacht ik bedoeld om niet te verleidelijk over te komen, het haar te bedekken voor andere mannen. Nu zie je ook veel vormeloze tenten met daarboven een beige hoofddoek en je zou al een erg hete donder moeten zijn om daar opgewonden van te worden. Maar dat het de verleiding wegneemt? Onzin.Net zoals je met een jeans heel mooi of heel erg lomp kan zijn kan je ook met een hoofddoek lijken op een tipi of op een ranke Eiffeltoren. Op een bepaald moment zag ik een hele grote slanke moslima, met een lange smalle grijze glanzende rok, een strakke zwarte bloes en een zwarte hoofddoek met zilverdraadjes in gevlochten. Ik zag niet eens haar gezicht want ze was al voorbij me gelopen. Maar hoe ze liep, haar manier van bewegen, was één en al vrouwelijkheid en elegantie. En ik zag de mannen omkijken, haar volgen met hun blik. Tja…zo efficiënt blijken die hoofddoeken dan ook weer niet. Je hebt het of je hebt het niet. En zij had het…
Fluffbunny
Abonneren op:
Posts (Atom)