zaterdag 27 juli 2013

Inkijk.

Ik beken
Een pekelzonde
Terugkerend
Ik ga wel vaker , als ik weet dat mijn vader een paar dagen niet thuis is
Even ronddolen in het ouderlijk huis
Op een boogscheut van waar ik woon.
Dan kijk ik even in de kleerkast van mijn moeder,
Probeer of ik al in die paarse fluwelen jas pas
Maar hij blijft te groot
Probeer het Chanelpakje waar ze zo fier op was
Maar dat blijft te klein.
En plots vind ik een verloren gewaand schrift
Een soort poëzie-album
Vol teksten van vriendinnen en een pril eerste lief
En ook speciaal voor mij geschreven
Een nonsenstekst van jongste broer
En iets dichterlijks van de oudste
En dan ineens
Kan ik niet meer lezen door de tranen
Omdat ik me gezegend voel
Daar , in dat gezin, opgegroeid te zijn.

Fluffbunny
(foto muur woonkamer ouderlijk huis)

zaterdag 13 juli 2013

Dertig.

Bruiloft van vrienden die al dertig jaar samen zijn.
Uitgelezen weer, feest in mooie tuin.
Bruid met zwart haar straalt in vlammend rode jurk,
Bruidegom met de jaren mooier geworden houdt het bij een knalrood strikje op een zandkleurig pak.
Overal kleurrijke gebedsvlaggetjes (hij heeft de hele wereld afgereisd en dat zie je, proef je, hoor je aan de muziek)
Receptie duurt lang maar is erg fijn, harmonie speelt in de tuin
Een dochter zingt zeer mooi.
Op een paar meter tegenover mij zie ik een man met grijzend haar
Hij komt me zeer bekend voor en ik zie hem ook onderzoekend naar mij kijken met een blik van
‘Waar ken ik haar in godsnaam van?’
Plots visualiseer ik hem in een witte schort en realiseer ik me dat het mijn gynaecoloog is
En ik dank God omdat hij me na een kort schietgebedje behoedt voor herkenning.
Op een bepaald moment, na veel heerlijkheden op het bord en in het glas
Komt de broer van de bruid een praatje slaan aan onze tafel.
Hij leunt voorover op onze tafel en vertelt over zijn werk
In zijn onnavolgbaar grappige stijl.
Plots zie ik een jonge vrouw zijn richting uit komen
En knijpt ze speels in zijn billen,
Hij veert verschrikt rechtop
Zij kleurt als de jurk van de bruid
Vergissing!
Verkeerde kont.
Vriend lacht smakelijk
En is blij om de vergissing
Als zestigjarige kontgewijs verward worden met een snaak van dertig
Het is op zijn minst flatteus.
Fluffbunny

woensdag 10 juli 2013

Met de grimlach...

Laat mij positief beginnen : de tandarts levert prachtig werk. Mijn dochters die allebei mijn probleemgebit geërfd hadden, hebben ondertussen een perfect regelmatige tandpastaglimlach. Hij kent dus zijn vak. Maar het is altijd weer afwachten welke nieuwe prekerige boodschappen de tandarts in zijn wachtzaal heeft hangen. Vorige keer was het lachen om :
’Met de griep in het land ,schudt uw tandarts u niet de hand. Uw tandarts is met u begaan. Moge een glimlach en een welkom in deze periode voor u volstaan.‘
Meestal hangen er ook meerdere uitdrukkelijke verzoeken om geen afspraken te vergeten of te laat te annuleren. Blijkbaar waren die niet streng genoeg.
Vandaag las ik met verstomming deze charmante boodschap:
“Voor afspraken die niet minstens 48u op voorhand geannuleerd worden, kan de volledige som van een consultatie aangerekend worden. Deze wordt niet door uw ziekenfonds terugbetaald. Patiënten die herhaaldelijk hun afspraken niet nakomen, zullen uit ons patiëntenbestand geweerd worden. Wij hebben voldoende aanvragen voor nieuwe patiënten. Tijdverlies kunnen wij best missen. Dergelijk gedrag getuigt van geen respect voor uw tandarts en andere patiënten.”
Ik had zeer veel zin om na ‘tijdverlies kunnen wij best missen’ te schrijven ‘als kiespijn’ maar ik vrees dat ik voor dergelijk wangedrag uit het patiëntenbestand zou geweerd worden.
Fluffbunny

dinsdag 9 juli 2013

Opruiming

Kasten leegmaken en kleren wegdoen,
ik ben er niet goed in.
Mijn eigen oude kleren die te klein of compleet gedemodeerd zijn,
daar neem ik moeiteloos afstand van.
Maar die jassen van mijn dochters,
waarin ik ze naar school zag vertrekken
of naar een kamp in de zomer.
Die ik terugzie op foto's van vakanties
klimmend op een heuvel
of op een schommel in één of andere speeltuin.
Die hun kinderjaren beschutten
tegen regen en koude,
Daar bloedt mijn hart altijd weer een beetje van.
Ik kijk nog even naar de stapel
daar zo koud op de vloer
en probeer niet te denken en niet te voelen
maar zoals gewoonlijk
lukt dat niet.
Fluffbunny

maandag 8 juli 2013

De spreeuweneter.

In bad liggend dwalen mijn gedachten naar een jeugdliefde, nu ja, zo jeugdig ook weer niet. Ik gaf al les, ik moet begin de twintig geweest zijn. Hij vond een ligbad nemen vies, in je eigen vuil weken, noemde hij het. Ik had toen al moeten rechtsomkeert maken, de sul.
Het was een vriend van mijn jongste broer en hij deed iets vaags met muziek. Hij was al een paar keer bij ons thuis geweest en ik mocht ook een keertje mee uit (lang leve mijn broer die dit geregeld had). Op een dag nodigde mijn moeder hem zelfs uit om hem te trakteren op een heerlijk streekgerecht, een beetje illegaal wel : spreeuwen. Ik weet nog dat mijn vader dit maar matig kon waarderen, hij at immers een stuk of twintig spreeuwtjes,de veelvraat, ik zie nog de berg karkasjes op zijn bord voor me. Hij liet me een demo horen van zijn nieuwste nummer en naïef als ik was droomde ik even dat het éne nummer voor mij bedoeld was. Hij liet me Jef Geeraerts lezen en snob als ik ben vond ik hem een soort literaire en muzikale guru. Bart heette hij en zijn familienaam was al even courant. Hij vroeg me of ik zin had om langs te komen op zijn studentenkamer in Gent, dan konden we misschien samen iets doen. We spraken af om twee uur ’s namiddags ergens in de zomervakantie.
Toen ik op het bewuste moment aanbelde werd er niet opengemaakt. Het was in het pre-gsm-tijdperk dus daar stond ik dan… Na een paar keer bellen droop ik af en ging me op mij geheel typerende wijze troosten door teveel en te zware boeken te kopen in Fnac. Een uur later belde ik nog even bij zijn zus aan, die naast hem een kamer had. Zij was wel thuis en zei dat ze hem had horen opstaan en douchen. Tweede poging dus. Dit keer deed hij wel open, zich zeer nonchalant verontschuldigend:’Shit,ik sliep nog, ik was helemaal vergeten dat je zou komen.’ Ik weet niet of het deze teleurstellende bekentenis was of de vreselijke knoert van een zweer op zijn neusvleugel die mijn ontluikende liefde de doodsteek gaf. De cola die we samen dronken op een terras smaakte me niet, ik zag dat hij zelfs lichtjes gegeneerd was om met mij gezien te worden, hij zat in elkaar gedoken als een geslagen hond. Bovendien wou ik er echt geen getuige van zijn als de dunne huid om die gespannen zweer het zou begeven, het kon nu ieder ogenblik gebeuren.
Ik weet niet meer wie van ons beiden de verlossende afscheidswoorden sprak, misschien had hij nog iets te doen, het kan ook zijn dat ik hem wijsmaakte dat ik een trein moest halen (terwijl mijn broer me naar huis zou brengen met de wagen). Hoedanook, ik keerde hem de rug toe, vroeg me af welk boek ik eerst zou lezen en was blij dat ik nooit zijn familienaam zou moeten dragen.
Mijn vader gromde ,toen hij het verhaal ’s avonds aan tafel hoorde :’Hm, ik vond hem al niks voor jou, de spreeuweneter.Welke boeken heb je meegebracht?’
Fluffbunny.

maandag 1 juli 2013

Klunsdag

Uitgerekend op de dag dat ik mijn Setter naar de dierenartspraktijk moet brengen, zijn ze daar bezig met grote verbouwingen en zijn er ten overvloede ook nog eens wegenwerken. De parking van de praktijk is dus niet beschikbaar en ik moet langs een stuk of tien ‘men at work’ vooraleer ik met mijn bange hond langs een smal kiezelpad tot bij de deur van de praktijk kom.
Het is de assistente van de dierenarts die me binnenlaat, ik voel me al meteen op mijn ongemak want zij kent mijn hond niet, zij kent mij nog minder dus ze weet ook niet dat deze operatie dik tegen mijn zin gebeurt. ‘Preventief’ opereren noemen ze dat dan, maar het voelt alsof ik mijn hond naar de slachtbank breng. Ik had erop gerekend dat ik zou mogen blijven tot ze haar zouden verdoven, maar omdat er aan de lopende band klanten bellen en mensen om medicatie komen, doet ze eerst de administratie. Ze stelt me vragen, op welk nummer ik bereikbaar ben en zo…van pure nervositeit herinner ik me mijn eigen mobiel nummer niet en zelfs op de vraag hoe ik heet begin ik te stotteren.
Ze ziet dat het helemaal niet lukt, mijn onrust zet zich over op de hond die afwisselend aan de lijn trekt om buiten te komen en haar kop tussen mijn knieën duwt .
“Mevrouw”,zegt ze. “We zullen hem eventjes in een hok stoppen, ik verdoof hem zometeen als u vertrokken bent.” Ik doe wat ik nog nooit gedaan heb, duw zachtjes mijn hond achter de ijzeren traliedeur, zie haar naar me kijken met onbegrijpende ogen. Ik denk aan de raad die wij moeders geven op school die hun kind voor het eerst brengen. ‘Rek het afscheid niet te lang, het gaat beter als ze je niet meer zien.” Met een krop in de keel en panda-ogen van huilmake-up verlaat ik de praktijk, trotseer de werklui en probeer het slot van de auto te openen. Lukt niet. Probeer opnieuw. Ik herinner me dat een collega zei dat je het ook gewoon met de sleutel zelf kan openen. Pech. Geen sleutelgat, het is nep. Soms sluit het achterste portier niet goed, herinner ik me. Ik voel en het achterportier opent inderdaad, ik kruip over de achterbank naar voor , probeer met de ontgrendelknop portier open te krijgen. Mannen aan het werk kijken steeds belangstellender wat ik toch aan het uitvreten ben, een vrouw die inbreekt in haar eigen auto, nota bene met een stel huilogen en nog steeds snikkend…
Ontgrendelknop doet het niet, ik begin lichtjes wanhopig op het knopje van mijn autosleutels te duwen en plots springen de slotjes open. Ik start de wagen en rijd met een bijzonder onorthodox manoeuvre de parkeerzone af. Op naar Tom&Co om een belachelijke hoeveelheid kuipjes van Sappho’s lievelingsvoer in te slaan (die ik geheel in de stijl van de dag allemaal uit mijn handen laat vallen ).
Ik hoop maar dat de dierenarts niet zo’n klunsdag heeft.
Fluffbunny