zondag 27 maart 2011

Borrelnootjes


Het is lente en de terrasjes wenken verleidelijk. Niks leuker dan een fris biertje drinken en ondertussen naar de voorbijgangers kijken zonder al te veel te praten tussendoor.In de meeste cafés krijg je bij je glas Leffe of eender welk ander bier een glazen kommetje knabbeldingen. Ik ken geen enkel hapje bij een pint dat zoveel commentaar oplevert als nootjes. De zuurpruimen onder ons beginnen een betoog over de hygiëne en maken je deelgenoot van een artikel dat ze eens gelezen hebben over het recupereren van niet opgegeten nootjes en dat er urinesporen te vinden zijn op dergelijke pinda’s omdat mannen hun handen niet zouden wassen na het plassen. Ik krijg persoonlijk al jeuk van mensen met een dergelijke vorm van smetvrees en bovendien schijnen ze je altijd te willen waarschuwen voor op de loer liggende bacteriën. Ik wens dat soort netheidsneuroten een hond toe die twintig keer per dag aan zijn eigen gat likt (vergeeft u mijn directheid)…dan leer je meteen een beetje relativeren.
Een tweede soort mensen gaat zuchten en zegt:’’t Is niet waar hé, van die nootjes, ik kan daar niet afblijven en achteraf heb ik buikpijn en toch hé…ik kan het niet laten.” Voor dat soort mensen heb ik een advies : laat ze gewoon liggen. ’t Is geen verplichting. Er staan minstens twee mannen met beplaste handen klaar om de noten te besmetten voor de volgende klant.
Persoonlijk heb ik eigenlijk maar één probleem met die nootjes. Die gaan vreselijk tussen de tanden zitten en ik word daar behoorlijk gek van. Ik wil niet zoals een kennis van me gaan flossen of tandenpoken( alleen al voor zijn tandzijdeconsumptie spinnen twintig zijderupsen zich dag en nacht het pleuris en iedereen uit zijn kennissenkring walgt lichtjes van zijn ritueel maar niemand durft iets op te merken – ik hoop dat hij het leest :JE GEWOONTE OM TE FLOSSEN AAN TAFEL IS WEERZINWEKKEND !!!). Aangezien dat dus geen optie is begin ik dan met mijn tongpunt krampachtig de stukjes noot weg te werken,wat waarschijnlijk acute associaties met een kameel oplevert.Net als mijn tanden weer helemaal lekker glad zijn,eet ik zonder er bij na te denken een volgend nootje en kan ik inwendig vloekend herbeginnen.
Ach, die borrelnootjes met een krokant jasje rond…doet me denken aan een anekdote uit mijn kinderjaren. Ik was dol op het knapperige laagje rond die Calvénoten maar de pinda binnenin kon me gestolen worden. Daarom had ik er niet beter op gevonden dan gewoon het jasje af te bijten en ik legde de pinda’s in een kommetje om daarna buiten te gooien voor de vogels. Mijn broer zat nietsvermoedend TV te kijken en ineens kreeg ik in de gaten dat hij verstrooid in het kommetje pinda’s zat te graaien waar ik al aan gesabbeld had. Groot was zijn toorn toen ik bekende wat er gaande was.Ik weet niet of hij al over zijn trauma heen is. Hij kan er vast nog steeds niet van eten zonder aan dat verhaal te denken.
Maar voor de rest…geniet van uw biertje en vooral van het uitzicht. De opwaaiende zomerjurken zijn in aantocht! Santé!
Fluffbunny.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten