zaterdag 2 april 2011

Van Dee Dee Ramone en lichaamstaal.


Op een heerlijke lentedag als gisteren wil ik wel eens fietskriebels krijgen en de onbedwingbare drang om even tot bij het graf van mijn moeder te rijden. Dan ga ik gewoon op de zerk zitten en vertel ik in gedachten wat ik denk dat ze graag zou weten of luister ik op de ipod naar muziek die we samen graag horen.Ik weet niet of zij het weet maar het is wat ik fijn zou vinden moest ik een besef hebben van wat er na mijn dood gebeurt. Op dat moment belde mijn petekind,haar kleinzoon die ze op handen droeg.Of het mij schikte dat hij even langs zou komen…uiteraard. Mijn meterhart maakte een sprongetje van blijdschap want het was alweer een paar maanden geleden dat ik hem zag. Ik voelde bijna mijn moeder ook een vreugdedansje maken want ze aanbad hem als kleine jongen.Dat hij ondertussen uitgegroeid is tot een blonde adonis met een Dee Dee Ramonekapsel heeft ze niet mogen meemaken.
Ik fietste met een gelukkige glimlach terug naar huis en hoorde ineens achter mij fietsbelgerinkel. Een bevriend koppel in sportieve outfit haalde me in en de vrouw fietste een eindje naast me om bij te kletsen ( zo zijn wij vrouwen nu eenmaal). De man in kwestie vond ons tempo duidelijk niet voldoende en wilde haar aanporren om een tandje bij te steken en weer naast hem te gaan doorfietsen. Hij durfde dat uit beleefdheid echter met niet zoveel woorden zeggen en tikte ongeduldig op zijn eigen bil, als een paard dat je de sporen geeft.Vrouwlief had het meteen door, ik ook…maar zonder het uit te spreken voelden wij allebei dat het onbeleefd zou geweest zijn dat ze meteen een demarrage zou uitvoeren. Ze bleef nog even naast me doorfietsen en het gesprek viel stil, een beetje een nerveuze ongemakkelijke stilte. De man knalde alweer met een ingebeeld zweepje op zijn eigen bips en toen viel er geen ontkomen meer aan.”Tja,” zei ze,’Tot binnenkort dan!Doe de groeten!’ waarop ze haar stalen ros de sporen gaf en de ongeduldige echtgenoot bijbeende.
Toen ik net thuis kwam,zag ik mijn petekind komen aanfietsen, de zon in zijn haar, zijn blauwe ogen verstopt achter een coole zonnebril en gehuld in een zwart leren jack,ondanks de stralende zon. Hij gaf me een knuffel en we installeerden ons in de tuin, namen een pilsje en praatten bij…over van alles, muziek, het studentenleven, hoe hij het stelt op ‘kot’…het viel me op hoe rustig hij was. Ik genoot van zijn gezelschap en zijn anekdotes en besefte hoe fier ik op hem ben en hoe fier mijn moeder zou zijn. Na een paar schone uren kreeg hij sms-gewijs een berichtje van een vriendin dat ze op hem wachtte. Hij stond langzaam recht en we stapten samen naar zijn fiets.Vooraleer hij opstapte, kreeg ik nog eens een studentikoze maar gemeende knuffel. Toen zwaaide hij nog eens vanop de fiets, een brede zwaai die gans de buurt mocht zien. En bovenal…hij tikte niet op zijn billen. Hij had geen haast om weg te komen…
Fluffbunny.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten