maandag 25 april 2011

Van slaapkamers en winterjassen.


Om één of andere bizarre reden hingen mijn kinderkleren in het ouderlijk huis in de kleerkast op mijn ouders hun kamer en mijn moeders uitgebreide garderobe hing in een kamerbrede kast op mijn slaapkamer.Dat had nogal een heen-en-weer-geloop tot gevolg.Zo herinner ik me in al mijn onschuld een zondagochtendritueel tussen mijn ouders te hebben onderbroken omdat ik een jurkje nodig had,maar daarover wil ik niet in detail treden want ouders hebben geen seks, dat is een feit waarvan iedereen op de hoogte is.
Toch vond ik dat eigenlijk heel fijn, dat gedoe met die kleerkasten. Iedere ochtend,toen ik nog zachtjes lag te ontwaken, ergens in het goddelijke niemandsland tussen droom en realiteit zag ik door mijn halfopen ogen mijn moeder binnenkomen en haar keuze maken uit haar garderobe. Dan gooide ze haar kleren van die dag achteloos op het einde van mijn bed, waar ik het met een zacht plofje op mijn voeten voelde aankomen. Een zeer geruststellend gevoel, een constante door heel mijn jeugd. Ook wanneer ze ’s avonds naar een vernissage of een feest waren geweest en ik aan de goede zorgen van mijn oudere broers of een oppas was toevertrouwd en ze pas laat thuis waren…dan kwamen ma en pa nog eens kijken op mijn kamer of alles goed was. Ma trok dan haar feestjurk uit en om me niet wakker te maken opende ze de kast niet en hing de jurk aan een klerenhanger aan het handvat van de bovenste kast. Daardoor leken die jurken altijd een beetje spookachtig lang , ze hadden bedreigend kunnen overkomen maar het parfum van mijn moeder hing errond als een beschermende aanwezigheid.
Mijn vader had in die tijd een dikke winterjas die ik hem nooit heb weten dragen, iets in hele dikke zware donkergrijze stof met een fluwelen kraag, hij noemde dat zijn pardessus en dat ging door voor een hele chique jas.Maar ik vond die jas fantastisch. Want in de winter of bij een onverwacht koude nacht, als mijn ouders kwamen slapen en hun gebruikelijke laatste blik op de (stiekem niet-)slapende jongste spruit kwamen werpen, fluisterde mijn vader dan tegen ma:’Zou ze niet te koud hebben? Wacht, ik haal mijn pardessus!’ en dan drapeerde hij die zware jas zachtjes over mijn deken heen. Zo vaak heb ik dat bezorgde liefdevolle ritueel meegemaakt. Ik durfde dan nauwelijks nog verroeren uit schrik dat de jas van me af zou glijden.
Ruim dertig jaar later, na de aanschaf van elektrische dekens, eiderdons dekbedden en meer van dat soort zaken is er nog altijd niks wat me zoveel comfort en warmte kan geven als destijds die jas, hij was vast duur en onpraktisch en veel te stug om te dragen, maar hij was onbetaalbaar in al zijn vaderliefde.
Fluffbunny

1 opmerking: