dinsdag 31 mei 2011

De boom in !


Nu ben ik doorgaans vrij geduldig in mijn omgang met mensen, meer nog…men zegt wel eens dat ik te braaf ben. Maar de kruik gaat zolang te water tot ze barst en dan zal je het geweten hebben.
We hebben het met zijn allen druk…of kent u iemand die klaagt over teveel tijd? Dus wil iedereen graag vlot geholpen worden in een winkel of niet te lang wachten voor de lichten. Maar dat geeft niemand het recht om voor te kruipen in een schoenenzaak of door het rode licht te rijden. Mijn ergernis om dat soort zaken verbijt ik meestal of ik reageer me nadien in de auto af door de muziek wat harder te zetten.
Ja lieve mensen, het irriteert me ook wel eens dat ouders aan de schoolpoort elkaar lachend porren en ostentatief op hun horloge kijken als de school om 15.30u uit is met een blik van ‘Wat een leven hebben die onderwijzers!’ Dat ik ’s morgens om 6u of ’s avonds laat toetsen zit te corrigeren of dat ik een godganse dag 26 pubers in verschillende graden van welopgevoed zijn het licht moet laten zien…dat wordt dan even afgehandeld als een fluitje van een cent. Maar goed, geen probleem, ik begrijp dat vooroordeel en denk dan dat die mensen dat ook niet kunnen weten en dat ik ook niet alle ongemakken van hun job ken.
Maar vandaag was het net even teveel. Na een namiddag met hangerige /overdrukke pubers moest ik de voetgangersrij oversteken aan de kerk. Ik stond nog met de fluojas en het verkeersbord in het midden van de straat,terwijl er een volgende rij kinderen in aantocht was. Toch kon een ongeduldige vrouwelijke chauffeur (wiens kinderen ooit bij ons op school zaten en voor wie geen trap veilig genoeg , geen slot stevig genoeg kon zijn) niet wachten en ze trapte op het gaspedaal en reed zomaar door, net niet de zoom van mijn rok rakend.Dat de kinderen erop vertrouwen dat ze blindelings kunnen oversteken zolang ik daar in het midden van de baan sta leek van geen enkel belang. Ik liep nog in mezelf te mopperen om zoveel onvoorzichtigheid en ongeduld toen ik over de speelplaats kwam gewandeld.Of liever…met mijn hakken nogal heftig takkend tegen de tegels…Zag ik daar een woeste papa op mij afkomen met een chronometer in zijn hand. Jawel, een chronometer!! Hij stevende recht op mij af en vloog uit:’Zes minuten over halfvier. Zès!!! Minuten!!! Over!!! Halfvier!!! En de kinderen zijn al weg! Zeg nu nog eens dat dat normaal is. Lui volk!’ Ik stond met mijn voeten aan de grond genageld en zei niks terug.
Maar mijn bloed kookte, nog steeds…om zo weinig respect en om zoveel ongeduld. Ik vraag me af of die beide mensen het zouden pikken als wij hetzelfde ongeduld aan de dag zouden leggen met hun kinderen. Want dat doen wij. Dag na dag. Uur na uur. Iedere minuut. Zonder chronometer.
Fluffbunny

dinsdag 17 mei 2011

Voetballet


Ik had al weken beloofd aan de oudsten van de school dat ze tijdens mijn eerstvolgende middagtoezicht naar de tuin van de pastorij mochten gaan voetballen. Er was telkens iets tussengekomen, maar vandaag was er geen ontsnappen meer aan.(Ik heb al een paar keer een voetbal tegen mijn neus gekregen op de speelplaats en sedertdien ben ik echt niet happig op voetballen op school.) Met een stuk of dertig kinderen gingen we naar de tuin en ze vroegen of ik twee kinderen wilde aanduiden die de ploegen mochten samenstellen.Ik dacht democratisch te zijn door een jongen en een meisje aan te stellen. Van zodra ze begonnen met hun keuzes wist ik dat ik fout was geweest. De jongen koos voor sterke spelers, het meisje voor haar vriendinnen.Die match zou de farce van het jaar worden. De jongens glunderden eerst om het hardst, maar toen ze in de gaten kregen dat het eigenlijk op voorhand al een gewonnen match was vonden ze het eigenlijk niet leuk meer. Boys will be boys, ze willen zelden iets wat hen in de schoot geworpen wordt.
Het spel begon en het was grappig om het contrast te zien, de jongens vlogen er helemaal in, ruw en met een soort moordlust in de ogen, de meisjes elegant en met de pinken in de lucht.Bij het eerste schot zag ik zelfs een knalrood ballerinaschoentje mee de lucht invliegen. Tussen twee passen door slaagden ze er zelfs in een rad te draaien met de benen in de lucht.Bij de mannen moest ik dan weer bewonderend kijken hoe ze de vreemdste kapriolen maakten en in zweefvlucht met een toegelaten lichaamsdeel de bal wisten te raken. Ik ken echt helemaal niks van voetbal maar amuseerde me kostelijk. Er werden om de haverklap rauwe kreten uitgestoten, klinkend als “ènsj” en “corner”. Opeens riepen ze eensgezind iets van “balvoordeel”. Nu kan ik mij bij het woord balvoordeel niet echt iets voorstellen. Mijn spontane interpretatie is dat Gwyneth Platrow op het bal van de Zwinneblomme balvoordeel zou hebben op Margriet Hermans, maar dat is het vast niet.
Ik had vijftien jaar geleden wel eens gehoopt op een zoon, zelfs van woensdagnamiddagen doorbrengen in een kantine en zondag supporteren bij een match, maar toen ik bij iedere valpartij en iedere tackle bijna een hartinfarct kreeg was ik blij dat die beker aan mij voorbij was gegaan. Begrijp mij goed, ik vind het prachtig hoor…maar dit voetballet was weer voldoende voor de rest van het schooljaar. Ze mogen hun goddelijke gang gaan buiten de schooluren, met hun papa’s aan de kant van het veld.
Fluffbunny

zondag 15 mei 2011

Divertimento...voor Inge


Een week of twee geleden liet mijn beste vriendin me weten dat ze voor het eerst als soliste moest optreden bij het kamerorkest Divertimento.Nu hoor ik dat ensemble erg graag en wou ik ook absoluut dit belangrijk optreden van Inge niet missen.Vandaag was het dus zover…we gingen ruim op tijd naar de kapel van Onze Lieve Vrouw ten Doorn en gingen op de eerste rij zitten.
Ik genoot onder het wachten op het concert van de fraaie kapel, helemaal gerestaureerd en bijzonder mooi. Er kwamen een heleboel herinneringen in me op aan mijn schooljaren, toen we hier maandelijks de mis moesten bijwonen. En ook aan mijn allereerste klassieke concert, niet toevallig van Divertimento…een jaar of dertig geleden. Ik keek even op het programma en las tot mijn verbazing dat het hun afscheidsconcert was…na 33 jaar houden ze op…gebrek aan jong bloed, aan muzikanten, aan financiële middelen…
In één tel was ik dertig jaar terug, een vijftienjarig meisje dat voor het eerst naar een concert mocht…ik had mijn parka en mijn jeans voor de gelegenheid opgeborgen en droeg een nette broek en een nieuwe lange jas.Dat hoorde toen nog zo. Ik zat in diezelfde kapel toen de leden van het orkest gingen zitten, de mannen in zwart pak en de vrouwen in een witte bloes en een lange zwarte rok. Eerst stemden ze hun instrumenten, een geluid waar ik altijd van ben blijven houden. En toen…zetten ze het Canon van Pachelbel in. Ik vergeet nooit hoe al mijn haar rechtop kwam en ik kippenvel kreeg bij die zuivere klanken. Ik zag mijn vriendin zitten en was fier dat ze daar een deel van uitmaakte. Ik had alle stapjes in haar vioolcarrière meegemaakt, uren geluisterd of een boek gelezen of getekend terwijl zij toonladders speelde en notenleer studeerde. Op dat moment maakte die muziek zo een indruk op mij dat ik jarenlang heel regelmatig concerten bijwoonde…ofwel om te supporteren voor Inge ofwel samen met haar om naar een ander orkest te gaan luisteren. Prachtige uren van muzikale vervoering. Nog steeds heeft klassieke muziek die bedwelmende invloed op mij.
Vandaag dus, zoveel jaren later was ik opeens heel nostalgisch en ontroerd.Toen ik het eerste stuk hoorde met twee hobosolistes dacht ik aan mijn prille jeugdliefde voor de toenmalige hoboïst van Divertimento en ik zag ze slechts spelen door een waas van tranen. Met mijn hoofd naar achteren om de tranen tegen te houden luisterde ik verder.
Toen kwam de dame die de bindteksten las bij de microfoon en kondigde ze mijn vriendin aan en huldigde ze haar voor haar jarenlange engagement en inzet voor de groep. De krop die ik al in de keel had werd zo mogelijks nog groter toen ik Inge zag verschijnen, met haar nieuwe altviool en de rok die ze gisteren nog speciaal had gemaakt…ik zat met mijn duimen achter mijn handtas omhoog en luisterde gespannen. Ze zette de eerste zuivere tonen in en ik keek naar haar en naar haar zoon die rechtover haar zat, een mooie jonge cellist die een blik van verstandhouding wisselde met zijn moeder. Ik zag haar dochter en haar jongste zoon die in het publiek met een stralende blik naar hun moeder luisterden. En ik gaf de strijd tegen de tranen op, ik liet ze gewoon stromen…me niks meer aantrekkend van mijn rode neus (ach wat…kleurde goed bij mijn rokje) en mijn uitgelopen mascara. Muziek is er om te ontroeren en ontroerd te worden.
Alsof het nog niet genoeg was, speelde haar oud-vioolleraar het volgende stuk als solist. Een gigantisch mooi werk : “Meeting With A Friend” (what’s in a name) van Georgs Pelecis. De cirkel was rond en de ontroering compleet.
En ik was dankbaar…voor de muziek, voor de levenslange vriendschap, voor de schoonheid en de ontroering.
Fluffbunny.

zaterdag 14 mei 2011

Van winkeljuffen en arrogantie.


U kent ze vast allemaal, het soort winkeljuffen dat men vooral in kledingszaken van een keten aantreft : mijn tienerdochters noemen ze ‘ airwijven’. Te veel make up, te lang onder de zonnebank en als onmisbaar attribuut : de kauwgum.Als ik al eens in zo’n winkel verdwaald raak, speur ik altijd eerst naar het mollige verkoopstertje met de onzekere blik om haar dan te overspoelen met een overvloed aan vriendelijkheid, meestal is dat niet alleen een garantie voor een prima bediening, maar na afloop hebben zowel de verkoopster als ikzelf weer een goed gevoel.When I do good, I feel good; when I do bad, I feel bad, and this is my religion. OK, die heb ik van Abraham Lincoln maar het is wel een gezonde houding.
Toch kan ik er soms niet aan ontsnappen en komt zo’n geverfde pop op me af en zegt met een blik die me vertelt dat ze me (indien verrast op een biologietoets) zou indelen bij de orde van de zeekoeien en dat ze helemaal geen zin heeft om me te helpen :’Kannukusomshelpen?’ Mijn slechtere ik wil dan antwoorden:’Soms wel maar nu liever niet’,maar ik begin te blozen, voel me te zwaar, te oud en te bebrild en zeg:’Ik zoek een jeans, een hoog model, niet zo één dat laag op de heupen hangt’
Misprijzende blik – fossiel! – geïrriteerd gekauw op de kauwgum – draaiende ogen naar gelijkaardig geblondeerde collega :’Tja, ik weet niet of dat nog in de collectie zit! Maar ik wil wel eens kijken…(Ik wil eigenlijk niet,maar goed, mijn baas ziet me misschien door de bewakingscamera.)’
‘Welke maat moet dat zijn?’ (Minachtende blik op mijn heupen)
‘Maat 40 denk ik, maar ik weet niet zeker hoeveel dat is in jeansmaten.’
‘Je zou best een stretchmodel nemen,madam…’ (Zucht, 1-0 voor het airwijf)
Vervolgens begint ze verveeld tussen de stapels jeansbroeken te grabbelen met haar gelnagels, ondertussen lustig verder kwekkend met haar collega over het liefdesleven van hun kennissenkring. Ik zie de stapel jeansbroeken die a) te klein zijn en b) het verkeerde model hebben wegens toch low waist ondanks mijn uitdrukkelijk verzoek groeien en het zweet breekt me uit.
‘Hier,probeer die al eens!’ waarop ze me richting pashokjes duwt om verder te gaan afspreken wat ze zaterdagavond zal aantrekken.
Ik adem diep in , borstademhaling en geen buikademhaling want ik moet me in een jeans wurmen waarvan een golden retriever al ziet dat het maat 36 is en dus te klein voor mij. Dan steek ik doodongelukkig en gegeneerd mijn hoofd uit het pashok om te vragen of er een groter model is in maat 40 maar de verkoopster staat ondertussen te veraf om me te horen als ik mijn maten niet door de winkel schreeuw. Nu heb ik twee opties : of ik kleed me weer om en ga het haar gekleed in mijn eigen spullen vragen of ik loop door de winkel met een stuk blote buik zichtbaar wegens een niet te sluiten rits. De laatste keer dat ik dat deed zag ik de beide verkoopsters samenzweerderig lachen (‘we hebben ze nogal liggen!’) en probeerde ze nog eens met een maat 38.
Op dat moment is bij mij de maat vol (maat 40 dus). Ik zet mijn veren op, trek mijn eigen kleren aan, kom het pashok uit en geef haar de stapel jeans terug en zeg:’ Er is geen enkele jeans bij die past. Ik zou zeggen, ik kom later wel eens terug maar dat ga ik vooral niet doen. Ik ga gewoon ergens anders, waar ze hun werk graag doen.’
(Bekentenis : dit is wat ik al altijd zou willen doen. De waarheid is dat ik me verontschuldig voor het ongemak, ik de broeken netjes opgeplooid teruggeef en zeg dat ik het jammer vind en dat ik wel eens terugkeer en ik neem me voor om ze eens flink van repliek te dienen in een blogje.)
Het zal ze leren. Airwijven!
Fluffbunny

vrijdag 13 mei 2011

Van het Lam Gods en Texelse lammetjes


Dit jaar kwamen voor de vierde keer een buslading Texelse schoolkinderen van 11-12 jaar bij ons op school voor drie dagen. Het jaar daarop gaan wij dan drie dagen verblijven tussen de schapen, de garnalenkoters, de zeehonden en strandjutters.
Aangezien wij hier in Oost-Vlaanderen echt niet kunnen concurreren qua natuurschoon met de Texelse pracht, kiezen wij voor een duik in de Middeleeuwen.We starten met een spel om het van page tot schildknaap en ridder te brengen en ondertussen het ijs te breken en de tweede dag staat een uitgebreid bezoek aan Gent op het programma.
Gisteren was het dus weer zover. De Nederlandse kinderen zijn over het algemeen bij de eerste indruk nogal mondig en bijdehand, terwijl onze oervlaamse pubers een beetje tijd nodig hebben om te ontdooien. Ik had het genoegen om het eerste half uur te moeten rondleiden in de Sint-Baafskathedraal. Nu ben ikzelf iedere keer weer ontroerd door de pracht van dat gebouw, maar ik vreesde het ergste van de 9 aan mij toevertrouwde kritische pubers. Maar wat had ik me vergist…van zodra ze de deuren van de kathedraal openden,vielen hun monden open van verbazing en bewondering.De grootste van het stel (voor wie ik het meest mijn hart had vastgehouden) zei:’Ju-uuf, ik heb nog nooit zoiets prachtigs gezien!’ en wou met haar fototoestel aan de slag. Ik zei dat het eigenlijk niet mocht, er hingen overal verbodsbordjes. Met een lichtjes verongelijkte blik stopte ze het cameraatje weg en bleef bij ieder praalgraf, bij ieder schilderij, bij uitbreiding zelfs bij een banaal wijwatervat of een offerblok even verrukt reageren en vragen stellen.Vooral het Lam Gods en het mysterie van het verdwenen paneel van de rechtvaardige rechters boeiden haar enorm. Toen we echt moesten afronden omdat de gids in het belfort op ons stond te wachten, vonden ze het alle 9 doodjammer. Ik kon mijn geluk niet op met zo’n groepje, want ik had het wel al anders meegemaakt.Bij een vorige editie van de uitwisseling hadden een paar van de Texelaars het nodig gevonden om onze leerlingen te leren jumpen in Sint-Baafs.
Na een anderhalf uur durende speurtocht in en om het belfort en een lange middagpauze op het Sint-Baafsplein in de zon gingen we naar het Gravensteen waar 3 gidsen ons opwachtten.
De iets jongere en beschikbare vrouwelijke collega’s zetten een spurt in naar de bink-gids, een six-packridderexemplaar. De mannelijke collega’s namen de jonkvrouwe met een brilletje en voor mijzelf en de Nederlandse juf bleef er een rijper exemplaar met een zeer norse blik over.
Hij keek even argwanend naar de spelende kinderen en siste tussen zijn tanden tegen mij:’Hm,Hollanders zeker?Dat wordt weer gezellig.” De man had er duidelijk niet veel zin meer in. Ik zei maar niks en dacht:’Wacht jij maar even af, nurks.’
Hij begon met een uitleg over ‘bereidheid tot het meespelen van een droom’ maar ik zag dat hij er weinig vertrouwen in had. Maar de kinderen gaven zich onvoorwaardelijk over aan de droom en gingen helemaal mee in zijn verhalen, leerden buigen als een stoere ridder en een révérence maken als een hoofse jonkvrouw, griezelden in de folterkamer, luisterden met open monden in de wapenzaal…
Mijn neus krulde van pure vreugde omdat ik de man gaandeweg zag capituleren voor de Texelse lammetjes…bijdehand maar puur en open.Bij het einde van de rondleiding was hij zelfs zo tevreden over de groep dat hij een paar van zijn trucs verklapte en ze nog een extra chocolaatje gunde.
’s Avonds was er een heus middeleeuws feest bij ons op school, compleet met een valkenier en eten met de handen…
Het team (dat op een podium aan een eretafel zat) was verkleed in gehuurde kostuums. De directie als burchtheer en burchtvrouw, mijn vrouwelijke collega’s als hofdames of wulpse boerinnetjes, de mannen als hofnar of ridder en zelfs beul maar voor mij hadden ze niks beters gevonden dan een bisschoppenkostuum,jawel… Ik kan niet zeggen dat ik dat een genoegen vond, maar met een pokerface trok ik het geslachtsloze wijde pak aan en zette de mijter op.
Toen kwam de Texelse beul naar me toe en zei:’De Texelse kinderen zijn erg dol op je!’ en ik wou in mijn naïeve enthousiasme even vriendelijk terug zijn en sprak gevleid:’De bisschop is ook dol op de Texelse kinderen!’ waarop iedereen heel hard moest lachen. Oops,I did it again.
Nu ja, het was geen hoogdag dus ze konden gerust zijn.
Fluffbunny.

donderdag 5 mei 2011

Monniksgieren...


Een paar jaar geleden gingen we op een zomerse zondag naar het Boudewijnpark, de meisjes waren nog jong en vonden dat soort zondagse uitstapjes geweldig. Ikzelf was altijd tevreden van zodra er ook maar een half dier te bespeuren viel op zo’n tripje.Rond drie uur was er een roofvogelshow, iets wat me wel de moeite leek voor de kinderen. Bij de aanvang van de voorstelling kregen we een paar veiligheidsinstructies omdat er toch wel ‘gevaarlijke’ roofvogels aan zouden deelnemen. Toen het spektakel al even bezig was, kondigde de valkenier (of hoe noem je zo iemand die met een leren handschoen vogels stukjes dode muis laat opeten ter amusement van toeristen?) aan dat er vervolgens een zeer grote gier losgelaten zou worden. Of iedereen zeer rustig zou willen blijven zitten… Dat hoefden ze me geen twee keer te zeggen, aangezien ik al een beetje kippenvel kreeg bij het zien van de geanimeerde gieren uit Junglebook. Maar de gier was nog maar goed en wel bevrijd van de ketting of hij zette linea recta koers naar mijn rug. Toen hij daar landde keek iedereen verwonderd/verschrikt/angstig…zelfs de valkenier was er niet echt gerust in. Ik bleef roerloos zitten, doodsbang dat die gier zijn scherpe snavel in mijn blote rug zou zetten. De vogel zelf bewoog heel behoedzaam, probeerde zijn grip niet te verliezen en ik voelde zijn klauwen door mijn huid dringen…niet om mij pijn te doen maar door zijn gewicht.Ik heb geen idee hoe lang de gier daar bleef zitten , het leek erg lang maar waarschijnlijk duurde het maar een paar seconden. Plots voelde ik een lichte druk op mijn schouderbladen en zette hij zich af en vloog weer naar waar hij hoorde te vliegen.
Na deze ervaring kreeg het verhaal een plaats in de reeks anekdotes die je wel eens vertelt op een feestje of in een gezelschap waar iedereen om het hardst straffe verhalen vertelt. Tot ik het onlangs beschreef aan een vriendin die heel dicht bij de natuur staat. Zij vond dit toch wel betekenisvol en schonk me bij haar eerstvolgende bezoek een mooie gierenveer om redenen die ik teveel koester om aan papier of pc-scherm toe te vertrouwen. Hoedanook…het verhaal liet me niet meer los.
Deze week had ik een snipperdagje, zomaar een vrije maandag tegelijk met mijn jongste dochter.Om dit te vieren trakteerden we onszelf op een dagje Antwerpse zoo. Na de verplichte (maar leuke) nummers (apen,Kai Mook,jaguars) gingen we bij de grote vogels kijken. Daar zat een koppel monniksgieren dat net een nest aan het uitbroeden was. Er hing een bordje met het verzoek om stil te zijn en ook een paar grotere borden met uitleg over de herkomst en de bedreiging met uitsterven van deze imposante dieren. Ik las het met belangstelling en ging opnieuw kijken naar die beangstigende kolossen…me lichtjes ergerend aan de klassen schoolkinderen die kwetterend het verzoek om stilte negeerden.De gieren zelf leken er zich allerminst aan te storen, de één bleef rustig bij het nest,de ander zat stoïcijns voor de tralies en liet alles aan zich voorbij gaan.
Zoals ik wel vaker doe, hardop of in gedachten…begon ik tegen de monniksgieren te praten, vind het gerust belachelijk…ik ben allang te oud om me daar nog druk om te maken. Ik zei dat ik hoopte dat hun jong gezond zou geboren worden en dat ik nog veel meer hoopte dat hun soort niet zou uitsterven en ik zei zoveel meer zonder woorden…met mijn handen geopend en mijn ogen gesloten. Toen ik mijn ogen weer open deed, zaten alletwee de gieren vlak voor mij, allebei met hun vleugels helemaal wijd uitgestrekt, op volle spanwijdte…ik wist niet wat ik zag.Ze zaten heel rustig maar indrukwekkend groot en mooi en keken met hun kopje een beetje zijdelings gedraaid naar mij. Ik had geen woord luid gezegd, ik had alles alleen gedacht en toch stonden ze daar…als gevleugelde engelen. Mijn dochter was net zo sprakeloos als ik …
Ik weet niet wat het is met die gieren, ik weet niet hoe die tranen opeens in mijn ogen stonden…ik weet alleen dat er iets is wat mijn verstand te boven ging maar mijn hart niet.
Fluffbunny ♥