Hij keek geamuseerd toe hoe zij blij was
En hoe ze opging in kleine dieren.
Keer op keer vroeg hij :
Vertel me nog één van je lieve verhaaltjes.
Alsof ze een wereld voor hem schrijven moest
Van broze en breekbare dingen.
Jij lacht aldoor als je praat, zei hij
Bijna verwonderd
Alsof lachen hem vreemd was.
Maar zijn fascinatie gold niet enkel de lach
Zo bleek.
Hij teerde op het observeren en bespelen van emoties.
Ook minder mooie.
Als hij plots ,
Schijnbaar zonder reden,
Genadeloos uit de hoek kwam.
Kwetsend,
Een giftige aanval.
Genietend van het effect,
Kickend op de tranen.
Tot zij besefte dat hij een marionettenspeler was
Die leefde bij de gratie van zijn gemanipuleerde poppen.
Zelf zonder menselijk gevoel
Aan de touwtjes trekkend.
Ze knipte in één haal
De touwtjes door,
zakte even in elkaar
maar wandelde toen weg
en keek niet meer om.
Zij was diegene met het hart
En de ruggengraat.
Hij nam achteloos
Een andere pop uit zijn mand.
Fluffbunny
Geen opmerkingen:
Een reactie posten