De wekelijkse familiebezoekjes bij de schoonfamilie verlopen volgens een vast stramien, iedereen heeft zijn eigen zetel , er zijn chips en gezouten pinda’s in houten schaaltjes, de onderwerpen van gesprek volgen nauwkeurig de vier seizoenen in de tuin : spitten, zaaien, wieden, oogsten, snoeien, beschermen tegen het vriesweer. Ook het inmaken van groenten en het onderhoud van het huis zijn toppers.
Sinds twintig jaar knik ik semi-geïnteresseerd en stel ik vriendelijke bijvragen, zag “aha” en “ah zo” op gepaste momenten en denk ondertussen aan wat me de komende week allemaal te doen staat.
(Geef toe, u luistert ook niet altijd even aandachtig naar gesprekken over de koopjesperiode of het nieuwe kapsel van de buurvrouw.)
Mijn schoonfamilie…het zijn aardige mensen. Beschaafd en belezen en zo. Maar ze houden niet van dieren. Understatement. Dieren zijn alleen toegelaten in een documentaire op National Geographic. Voor de rest verspreiden ze enkel geurtjes en vieze kwalen en zijn ze vooral enorm gevaarlijk.
Groot was dan ook de consternatie toen wij acht jaar geleden een hond in huis namen. Een erg harige hond nog wel, een Ierse setter…lief en zacht en bijzonder mooi. Vinden wij. Zij dus niet. Onze hond is dan ook een taboe-onderwerp. Alleen….door een mirakel is schoonma bijgedraaid, onze hond kwispelde en keek met bruine hondenogen tot ze helemaal gecharmeerd was. Sindsdien informeert ze dan ook tijdens het wekelijkse bezoek wel eens naar onze hond. De anderen beginnen dan al een beetje ongemakkelijk op hun stoel te schuifelen en durven al eens niezen uit ingebeelde allergie.
Nu was onze hond na haar sterilisatie nogal veranderd van uiterlijk, wat de dierenarts ook voorspeld had. Haar eens glanzende mahoniebruine vacht was bleekrossig en zat vol met wijd uitstaand dood haar, waardoor ze een beetje op een vriendelijke bruine beer begon te lijken.
De hondenkapster zei dat ze de klus wel eens zou klaren, na twee uren plukken en trimmen glom onze hond weer als vanouds. Mijn man maakte een foto van de berg haar die ze daartoe verwijderd had.
Tijdens het wekelijkse bezoek informeerde schoonmoeder naar de hond en of de kapster de setter geen pijn had gedaan. Ik voelde de spanning al een beetje stijgen. Mijn man vertelde lachend van de berg hondenhaar en dat het voldoende was om een groot hoofdkussen mee op te vullen, waarop schoonma bescheiden schertsend antwoordde : ‘Heb je het niet meegebracht? Ik kan er nog een kussen mee maken voor de kleinkinderen.’
Dat was teveel voor de gevoelige zielen, pinda’s bleven in hun kelen steken, gesprekken stokten, glazen wijn werden haastig neergezet…ik meen zelfs rode vlekken in hun nek gezien te hebben.
Met de breedste grijns die ik in voorraad heb, stelde ik ze gerust. Het haar was bij de kapster achtergebleven. Hartslagen werden weer normaal…maar de rest van de avond werd er desondanks subtiel gekrabd. Op toelaatbare plekken, of wat had u gedacht?
Fluffbunny