woensdag 30 december 2015

Wanda

Als ik oud ben
Of liever oud oud
Dan wil ik big hair
Als was het een pruik
Ravenzwart
En ik draag te rode kleren
Iedereen zal zeggen
Dat ik overdressed ben
En dat zachtere tinten me beter zouden staan
Maar ik ga gewoon mijn gang
Ik draag glimmende lippenstift
Zodat mijn kleinkinderen
Me Grandma Lips zullen noemen
Zoals mijn nichtjes en mijn neef uit Canada dat doen
Bij hun eigen grootmoeder
En ik dans foute dansjes
Op ieder feest
Ik heb al genoeg
Achter gesloten gordijnen gedanst.
Fluffbunny

dinsdag 22 december 2015

Van deuren in oude muren....

Ik woon vlakbij de oude pastorij en de kerk. Er was al jaren een doorgang in de lange muur van de pastorij, een soort shortcut naar de kerk, door middel van een houten poortje. Iedereen kende die deur en maakte daar handig gebruik van om snel bij de bushalte te zijn op het kerkplein of om in onze rustige straat te parkeren bij een begrafenis en dan toch tijdig in de kerk te zijn.
Omdat er echter steeds vaker aan vandalisme werd gedaan door een paar buurtjongens, kerkramen ingooien, het Mariabeeld aan de grot achter de kerk vernielen, beslisten de leden van de kerkfabriek de deur in de muur dicht te laten metsen, het was immers de vluchtweg waarlangs de vandalen met hun stuntfietsen steeds konden ontsnappen.
Deur weg, muur dicht, muurvast.
Als mensen van mijn leeftijd of ouder me vroeger vertelden dat ze zich na het overlijden van hun laatst levende ouder een wees voelden, vond ik dat altijd een beetje vreemd. Een wees was voor mij een kind zonder ouders, iets uit boeken van Charles Dickens, Oliver Twist, zielige schrille kindjes die door moeder Theresa werden gered. Geen volwassen mensen die zelf al een leven hadden opgebouwd. 
Zelfs nadat ik elf jaar geleden geheel onverwacht mijn moeder verloor voelde ik me geen wees. Ik klampte me vol liefde vast aan mijn nog levende vader en mijn eigen gezin, hoeveel verdriet ik ook had.
Toen mijn vader een paar maanden geleden overleed, sloot hij een deur achter zich. Een soort laatste doorgang naar de roots, de basis. Geen ouder meer om naar te bellen, om voor te zorgen, om van te houden. Geen poortje meer in de muur.
Deur weg, muur dicht, muurvast.
Geen weg terug, ik ben een wees.
Ik begrijp het …einde/lijk.


Fluffbunny


zaterdag 31 oktober 2015

Envoi.

Zij was slechts
Een zwak naschrift
In de trilogie van zijn leven.
Een slap envoi
Van een dronken poëet
In een voor de rest
Bijzonder mooie ballade.
Bij de herdruk
Wordt slechts
De oorspronkelijke versie
Uitgegeven
En onthouden.

Fluffbunny

zaterdag 26 september 2015

Restauratie van mijn ikoon

In de twee jaar van zijn ziekte
Heb ik badkuipen vol gehuild
Gerevolteerd
Ontkend en gehoopt
Gevochten
Alle fases van het rouwproces doorworsteld.
Nu hij er niet meer is
Lijken de tranen opgedroogd
Want ik restaureer mijn beeld
Ik nam slechts afscheid van de schim
De verzwakte en door een sluipende ziekte verteerde man
En ik herstel mijn dierbare herinnering
Aan de trotse totem van een vader
Groot, sterk, fier en wijs
En besef
Dat tranen hier overbodig zijn
Ik schilder zijn beeld voor mijn ogen
En lach hem toe
Vol dankbaarheid.

Fluffbunny


woensdag 19 augustus 2015

Guerrilla-K

Hoe de stille ziekte
Groeit en kruipt en vreet
Als een slang door zijn lichaam
Een guerrillaoorlog in zijn lijf
Gaandeweg wordt hij die jou leven gaf uitgehold
En vol dodelijke vallen gestopt
Je ziet het geliefde omhulsel
Schijnbaar onveranderd
Hoewel steeds transparanter
En wilt het omhelzen
Vasthouden
Maar onafwendbaar
Wacht binnenin
De genadeslag.

Fluffbunny

vrijdag 3 juli 2015

Een ochtend in Station Terminus.

“U mag de eerste zetel aan de linkerkant nemen mijnheer”, zegt de verpleegster. Ik loods mijn zieke vader de juiste kamer binnen en hij gaat zitten in één van de rode kunstlederen zetels. Bij elke zetel ligt een dossiertje klaar met de gegevens van de verwachte patiënten.
Bloedtransfusies, chemokuren…mensen worden hier de hele dag door een zakje nieuw leven ingeblazen.
Onophoudelijk lopen de verpleegsters in en uit, hun stappentellers hebben het al voor 8u ’s morgens begeven. Met het soort geduld en begrip dat eigen is aan hun job blijven ze onverstoorbaar vriendelijk als patiënten moeilijk doen.
Een oude dementerende dame is vergezeld van haar broer en andere dame, ze spreken enkel Frans zeggen ze tegen de verpleegster. Dat ze van zodra diezelfde verpleegster buiten is één of ander vreemd Vlaams dialect tegen elkaar spreken verbijstert me dan ook nogal. Om de vijf minuten moet de leuning van haar rode zetel hoger of lager. Dan wil ze plots une petite promenade maken, met infuus en al. De verpleegster legt uit dat dit niet kan. Dan maar voor de tweede keer op een half uur om de bedpan vragen, en français bien sûr.
Ik hoor uren aan een stuk voortdurend piepjes om het debiet van het infuus te komen opdrijven, zakjes te vervangen, koortsthermometers af te lezen, bloeddruk te meten…afgewisseld met diepe zuchten en klaaglijke geluiden.
Tussen al dat wegkwijnende leven ligt één bloedmooie vrouw, elegant van haar haren tot aan haar gouden schoentjes. Ook zij wordt aan de lopende band geprikt, gemeten, gewikt, gewogen…maar ze houdt er op één of andere manier de moed in. Ze trekt zich op aan galgenhumor en getunede vrolijkheid.
Ik vraag me af waarom ik hier binnen mag zonder treinkaartje, in dit tussenstation van leven en dood, waar schaamte vervaagt en de moed hoorbaar opgegeven wordt.
Wanneer ik uren later de kliniek buiten wandel, valt de zon en het felle licht op mij en warmt mij op, als was ik zelf een eeuwigheid ingevroren.

Fluffbunny

maandag 25 mei 2015

Ten paradijze...

Op een uitvaart van iemand die je niet zo goed kent
Prikken tranen in je ogen
Niet om het heengaan van de persoon in de kist
Maar om het verlies dat je al te beurt viel
Of dat je te wachten staat
Je kijkt wat naar het plafond van de kerk
Zodat de tranen een weg zoeken naar de binnenkant van je hoofd
En je slikt ze door
Maar je rode neus verraadt je
Een zakdoekje en wat gesnuf
Een sopraan die de engelen ten paradijze helpt geleiden
En iedereen weent zijn eigen tranen
Terwijl de familie zich getroost weet
‘Ons moeder werd graag gezien’
En het is goed zo
Ieder leven is medeleven.

Fluffbunny

Afbeelding : landschap met hoge bomen Leon Spilliaert

vrijdag 20 februari 2015

En als...

Als ik op een dag te horen krijg
Dat mijn leven niet lang meer zal duren
Dan ga ik niet op wereldreis
Ik bekijk de Grand Canyon- die ik heel graag ooit wil zien-
Wel in een fotoboek
Ik ga geen oude koeien uit de gracht halen
Onverklaarde liefdes bekennen
Niets van dat alles.
Ik ga in mijn tuin zitten
Mooi of slecht weer
En ik tel mijn zegeningen van dichtbij.
Niet het buitengewone is onmisbaar
Maar wel datgene
Wat altijd al voor de hand
En binnen handbereik lag.

Fluffbunny

maandag 26 januari 2015

Wat was...

Soms
Wanneer je open bent
En je kwetsbaar opstelt
Is het alsof je je weerloze zelf,
Je ziel,
Aan de waslijn hangt.
Te grabbel voor iedereen.
Alsof
Je jezelf
In je hemd zet.

Fluffbunny

donderdag 22 januari 2015

De gelukskalender

Het kalenderblaadje lag daar zomaar in de leraarskamer,
Als om gevonden en gelezen te worden.
Een plaats waar vaak twintig personen en evenveel verschillende persoonlijkheden samen zitten.
Waar meningen worden gespuid en soms ook wel gespuwd.
Waar de luidste stem of de meest boze blik niet altijd het grote gelijk heeft.
Waar iedereen ook recht heeft om de stem in zijn eigen hoofd te horen
Om daarnaar te kunnen luisteren.
Of om je eigen hart te horen kloppen
Zodat je het kan volgen.

Fluffbunny

maandag 19 januari 2015

Van small talk en hondenhaar (pillow talk)

De wekelijkse familiebezoekjes bij de schoonfamilie verlopen volgens een vast stramien, iedereen heeft zijn eigen zetel , er zijn chips en gezouten pinda’s in houten schaaltjes, de onderwerpen van gesprek volgen nauwkeurig de vier seizoenen in de tuin : spitten, zaaien, wieden, oogsten, snoeien, beschermen tegen het vriesweer. Ook het inmaken van groenten en het onderhoud van het huis zijn toppers.
Sinds twintig jaar knik ik semi-geïnteresseerd en stel ik vriendelijke bijvragen, zag “aha” en “ah zo” op gepaste momenten en denk ondertussen aan wat me de komende week allemaal te doen staat.
(Geef toe, u luistert ook niet altijd even aandachtig naar gesprekken over de koopjesperiode of het nieuwe kapsel van de buurvrouw.)
Mijn schoonfamilie…het zijn aardige mensen. Beschaafd en belezen en zo. Maar ze houden niet van dieren. Understatement. Dieren zijn alleen toegelaten in een documentaire op National Geographic. Voor de rest verspreiden ze enkel geurtjes en vieze kwalen en zijn ze vooral enorm gevaarlijk.
Groot was dan ook de consternatie toen wij acht jaar geleden een hond in huis namen. Een erg harige hond nog wel, een Ierse setter…lief en zacht en bijzonder mooi. Vinden wij. Zij dus niet. Onze hond is dan ook een taboe-onderwerp. Alleen….door een mirakel is schoonma bijgedraaid, onze hond kwispelde en keek met bruine hondenogen tot ze helemaal gecharmeerd was. Sindsdien informeert ze dan ook tijdens het wekelijkse bezoek wel eens naar onze hond. De anderen beginnen dan al een beetje ongemakkelijk op hun stoel te schuifelen en durven al eens niezen uit ingebeelde allergie.
Nu was onze hond na haar sterilisatie nogal veranderd van uiterlijk, wat de dierenarts ook voorspeld had. Haar eens glanzende mahoniebruine vacht was bleekrossig en zat vol met wijd uitstaand dood haar, waardoor ze een beetje op een vriendelijke bruine beer begon te lijken.
De hondenkapster zei dat ze de klus wel eens zou klaren, na twee uren plukken en trimmen glom onze hond weer als vanouds. Mijn man maakte een foto van de berg haar die ze daartoe verwijderd had.
Tijdens het wekelijkse bezoek informeerde schoonmoeder naar de hond en of de kapster de setter geen pijn had gedaan. Ik voelde de spanning al een beetje stijgen. Mijn man vertelde lachend van de berg hondenhaar en dat het voldoende was om een groot hoofdkussen mee op te vullen, waarop schoonma bescheiden schertsend antwoordde : ‘Heb je het niet meegebracht? Ik kan er nog een kussen mee maken voor de kleinkinderen.’
Dat was teveel voor de gevoelige zielen, pinda’s bleven in hun kelen steken, gesprekken stokten, glazen wijn werden haastig neergezet…ik meen zelfs rode vlekken in hun nek gezien te hebben.
Met de breedste grijns die ik in voorraad heb, stelde ik ze gerust. Het haar was bij de kapster achtergebleven. Hartslagen werden weer normaal…maar de rest van de avond werd er desondanks subtiel gekrabd. Op toelaatbare plekken, of wat had u gedacht?

Fluffbunny

zaterdag 17 januari 2015

Van kleine drama's en grote woede.

Ze komt naast me staan bij de schoolpoort,
Haar roze jas in schril contrast met haar bleke gezicht en rode ogen.
Ik vraag of ze zich niet lekker voelt
En ze antwoordt dat ze weer naar mama moet
En dat ze liever bij papa wou blijven.
Ja, ’t is altijd weer even wennen, zeg ik (zo neutraal als ik kan).
Ze blijft stil naast me staan.
Maar dan komt een vriendinnetje van haar
En ze beginnen een gesprek.
Plots barst ze los,
Vol vuur.
Sproeit haar kindermond grotemensenhaat,
Ventileert ze papawoede jegens boze mama.
Haar lijfje te klein voor de diepe frustratie.
Woorden voorgekauwd door gebroken mensen
Ingefluisterd vanuit een gebroken hart.
En dan barst haar eigen vulkaan :
Haar pasgeboren halfzusje krijgt teveel aandacht
Haar perceptie,
Ze schopt haar jaloersheid eruit.
Om vervolgens
(zo zijn kinderen)
Een tikspelletje te spelen
Met straalogen
Alsof het voorgaande nooit gebeurd
En nooit gezegd is.

Fluffbunny

donderdag 15 januari 2015

Wat slijt...

Verdriet
gaat een soort van voorbij
en je wordt weer
een zweem van gelukkig.

Fluffbunny

dinsdag 13 januari 2015

Licht

Niet helemaal herboren uit de nacht ontwaken
En eigenlijk niks anders willen dan stilte,
Helder wit licht
En geen gedachten
Volstrekt géén gedachten.
Stilte in mijn hoofd en daarbuiten.
En kou…
Het eindelijk nog eens koud hebben.
Niet het soort koude dat onaangenaam is
Maar koud zoals van sneeuw
Die me laat tintelen
En die bij iedere rilling zegt
Kijk, ik leef
Tot diep in mijn lijf.

Fluffbunny

zaterdag 10 januari 2015

Het nadeel van elastiek...

Ik moet nodig eens tabula rasa maken in mijn nachtkledij.
Pyjama’s blijven passen. Vanwege de elastiek en zo. Maar ze demoderen wel. Of worden genant.
Zoals die kamerjas van mij, die ooit mooi en grappig was door de grote vintage kattenkop ter hoogte van mijn derrière…maar de naam van het merk (in grote letters op konthoogte ) is voor een bijna-vijftigjare eerder een spotnaam dan een kwaliteitslabel : Pussydeluxe.
Mijn kast ligt vol pyjama’s met verstorven elastiek, zo snel als ik ze aantrek, zakken ze ook roemloos weer af. De kleuren zijn vervaald. Hetzelfde kan van mij gezegd worden, maar ik ben oplapbaar…die pyjama’s niet.
Het is het lot van slaapkledij, je wordt er niet in gezien behalve door je huisgenoten dus de noodzaak om een seksloze nachtjapon te vervangen door een toonbaar exemplaar is nooit zo prangend als voor pakweg een winterjas of een paar laarzen met hoge hakken.
Maar daar maak ik dus vandaag een eind aan.
Ze gaan er uit. De twee dikke kamerjassen die mij optisch verdriedubbelen, de oudroze pyjama die kan vertellen over de moederhuisdagen van mijn oudste dochter, de flanellen nachtjapon uit de oude Unic van Eeklo (die sinds zijn aankoop al twee andere zaken herbergde).
Ik stook een vreugdevuur van vervlogen dromen.

Fluffbunny

dinsdag 6 januari 2015

Rood.

Als een oude liefde
Bevroren in de tijd
Die voor altijd helrood blijft
Wegens nooit verdord.

Fluffbunny


maandag 5 januari 2015

De marionettenspeler.

Hij keek geamuseerd toe hoe zij blij was
En hoe ze opging in kleine dieren.
Keer op keer vroeg hij :
Vertel me nog één van je lieve verhaaltjes.
Alsof ze een wereld voor hem schrijven moest
Van broze en breekbare dingen.
Jij lacht aldoor als je praat, zei hij
Bijna verwonderd
Alsof lachen hem vreemd was.
Maar zijn fascinatie gold niet enkel de lach
Zo bleek.
Hij teerde op het observeren en bespelen van emoties.
Ook minder mooie.
Als hij plots ,
Schijnbaar zonder reden,
Genadeloos uit de hoek kwam.
Kwetsend,
Een giftige aanval.
Genietend van het effect,
Kickend op de tranen.
Tot zij besefte dat hij een marionettenspeler was
Die leefde bij de gratie van zijn gemanipuleerde poppen.
Zelf zonder menselijk gevoel
Aan de touwtjes trekkend.
Ze knipte in één haal
De touwtjes door,
zakte even in elkaar
maar wandelde toen weg
en keek niet meer om.
Zij was diegene met het hart
En de ruggengraat.
Hij nam achteloos
Een andere pop uit zijn mand.

Fluffbunny


zondag 4 januari 2015

Berijpt.

Niks beter om te aarden
Dan ’s morgens bevroren gras te betreden
En het bijna fluisterend horen kraken onder mijn voeten.
Zaden en granen strooien voor de vogels
En dan van achter glas kijken
Hoe ze zich komen voeden
En gewaarworden
Hoe het gras
En ikzelf
Ontdooien.

Fluffbunny


vrijdag 2 januari 2015

De oubollige jurk.

Dan blijk je hem toch weer plots aan te trekken, die éne jurk die absoluut niks voor je figuur doet. Bruin rood gevlekt, wat dacht de textielontwerper die dag?
Dat vormloze omhulsel dat je in alle eerlijkheid zelfs een beetje aan je grootmoeder, of erger, schoonmoeder doet denken.
Hij overleefde al tien uitruimbeurten van je kleerkast zonder aannemelijke reden.
Behalve dan dat hij een soort baarmoedergevoel geeft.
Een laagje laat-me-met-rust van textiel.
Hij is zacht en warm en knelt nergens, hij geeft me een geruststelling van even geen vrouw zijn,
Of net wel?
Hij maakt me moeder en rustig.
Hij brengt me woordenloos (en vormloos) bij mezelf,
Mijn oudere ik
Die niet meer meerent met de spurt van jonge galopperende deernes
Maar die zich zeer goed voelt op die rustige weide
Met oudere merries
Daar waar het aangenaam grazen is
En grasduinend
In de eigen herinneringen.

Fluffbunny