Lieve vrienden,
Ik ben niet zo’n uithuizig type.
Hoe graag ik ook mensen zie, ik zie ze liefst in kleine doses.
Mondjesmaatjes.
Terugblikkend op 2012 denk ik aan een aantal gezichten die erbij gekomen zijn.
Virtueel voor sommigen, maar niet minder echt voor mij.
Ik kan me niet voorstellen dat ik gesprekken zou hebben met mensen in een warenhuis of in een kroeg die diepgaander zijn dan de conversaties die ik hier heb gevoerd.
Zoveel waardevolle momenten, of ze nu getypt of luidop uitgesproken zijn in een lokaal dialect, dat maakt niet uit. Het gaat om de impact ervan. Als de ziele luistert…zou Gezelle gezegd hebben.
Ik dank jullie…
Voor de vriendschap, de verbondenheid, de glimlach, de bulderlach, de ontroering, de woordspelingen van het lot.
2013…eindigend op het mooiste cijfer : 3
Al altijd het leukste getal gevonden om te schrijven, twee halve bollen…rond.
Laat er ons een rond jaar van maken,
Scherpe kantjes gaan eraf, die zijn er genoeg in de buitenwereld.
Ik maak weer plaats op mijn wolk.
Kom er af en toe bij zitten,
Vind ik fijn.
Liefs
Fluffbunny
zaterdag 29 december 2012
woensdag 26 december 2012
Elegie
Zelfs zoete meisjes zijn eens bitter.
Het is geen Kerstverhaal, het is het verhaal van de poetsvrouw die vertelt van de vuile hoekjes in de badkamer van de vrouw van de dokter die haar gedoogt maar niet meevraagt naar een koffiekransje.
Het is het verhaal van de onbegrepen ouder die de leerkracht verfoeit, die zich op zijn beurt ondergewaardeerd voelt en de zoon van de boze ouder die zijn tijd verdoet op facebook omdat daar gezichten naar hem lachen.
Het is een verhaal van iedereen die van goede wil is en het toch slecht doet, van iedereen die denkt dat hij haat en eigenlijk gewoon wil houden van…
Het is een elegie die eigenlijk wil jubelen.
Het is een nocturne die wil klinken als de dageraad.
Het is zoet, bitter, zout en zuur tegelijk.
Het is iedereen en niemand heeft het grote gelijk.
Fluffbunny
Het is geen Kerstverhaal, het is het verhaal van de poetsvrouw die vertelt van de vuile hoekjes in de badkamer van de vrouw van de dokter die haar gedoogt maar niet meevraagt naar een koffiekransje.
Het is het verhaal van de onbegrepen ouder die de leerkracht verfoeit, die zich op zijn beurt ondergewaardeerd voelt en de zoon van de boze ouder die zijn tijd verdoet op facebook omdat daar gezichten naar hem lachen.
Het is een verhaal van iedereen die van goede wil is en het toch slecht doet, van iedereen die denkt dat hij haat en eigenlijk gewoon wil houden van…
Het is een elegie die eigenlijk wil jubelen.
Het is een nocturne die wil klinken als de dageraad.
Het is zoet, bitter, zout en zuur tegelijk.
Het is iedereen en niemand heeft het grote gelijk.
Fluffbunny
woensdag 19 december 2012
IJsmeisje 8 ...voor de wereld vergaat.
Ze is niet bijgelovig maar toch...voor alle zekerheid komt ze de deur niet meer uit, de laatste woorden moeten echt gefluisterd in de juiste oren.
donderdag 13 december 2012
IJsmeisje 7
Ze vriest zich voor hem in om er in zijn volgend leven weer te zijn...en een volgend...en een volgend...
IJsmeisje 6
Hij laat haar gaan ,de kou in...wetend dat ze warm en blij terugkeert met iets bijzonders voor hem. Laat je niet misleiden door haar kleuren, hij zal nooit een blauwtje bij haar lopen.
woensdag 12 december 2012
IJsmeisje 5
Hij heeft het haardvuur opgestookt en kijkt door het raam waar ze blijft,
Nooit ongerust want hij weet dat ze nergens anders heen wil.
Daar ziet hij haar achter in de tuin,
Ze weet maar al te goed dat hij kijkt.
Dan gooit ze lachend handenvol sneeuw de lucht in,
Zodat, wanneer hij haar straks omarmt,
IJskoude vlokken op zijn huid zullen smelten.
Nooit ongerust want hij weet dat ze nergens anders heen wil.
Daar ziet hij haar achter in de tuin,
Ze weet maar al te goed dat hij kijkt.
Dan gooit ze lachend handenvol sneeuw de lucht in,
Zodat, wanneer hij haar straks omarmt,
IJskoude vlokken op zijn huid zullen smelten.
IJsmeisje 3
De heer van het houten huis in het bos zei tegen zijn ijsmeisje :'Laat mij nu maar even met rust...mijn hoofd is moe en vol gedachten en ik kan jouw vrolijkheid er even niet bij hebben. Ga maar lekker spelen in de sneeuw, daar doe je mij en jezelf een groot plezier mee.'
Ze liet het zich geen twee keer zeggen en huppelde zo gauw ze kon naar de beek. De ijskou kon immers toch nooit bij de warmte in haar hart.
Ze liet het zich geen twee keer zeggen en huppelde zo gauw ze kon naar de beek. De ijskou kon immers toch nooit bij de warmte in haar hart.
IJsmeisje 2
“She frowned. “I did nothing to arouse you.”
He clenched his jaw, his stare growing more aggressive. “You breathed.”
Shayla Black
He clenched his jaw, his stare growing more aggressive. “You breathed.”
Shayla Black
maandag 10 december 2012
Going to a go-go.
Ik was een jaar of acht en als je me vroeg wat ik wou worden, zei ik iets gewoons voor een meisje zoals schooljuf, verpleegster of prinses. Maar eigenlijk wou ik go-go girl worden. Dat wist niemand (behalve mijn moeder, die verborgen gedachten kon lezen). Ik draaide op ieder vrij moment plaatjes op 45 toeren in de woonkamer. Onze pick-upspeler was ingewerkt in een kast met hoge deuren. Ik maakte mijn haar los, trok mijn lievelingsslaapkleedje met de vlindermouwen aan en danste voor het televisietoestel. Wanneer dat niet aan stond, was het net een spiegel. Zo leek het alsof ik op tv was. Als er plots één van mijn broers' vrienden binnenkwam, deed ik gauw de deuren van de platendraaierkast half dicht en verstopte me erachter.
Ik ben bijna 47 en de leukste feestjes spelen zich af in mijn hoofd, ik dans niet meer achter kastdeuren maar met de gordijnen dicht. Ik ben schooljuf geworden maar nog steeds een go-go girl in het diepst van mijn gedachten.
Fluffbunny.
zaterdag 10 november 2012
Zoetwaterpsychologen.
Sta mij toe eerst een paar dingen zeer duidelijk te stellen :
Ik houd ongelooflijk veel van mijn beide dochters, ze zijn het beste wat ik in mijn leven heb helpen maken.
Mijn jongste dochter heeft adhd, een vrij uitgesproken vorm…wat zich bij een meisje niet gauw uit in fysieke hyperactiviteit maar in een voortdurende onrust en grote moeilijkheden bij de concentratie. Dat adhd ook zijn bijzonder aangename kanten heeft wordt maar al te vaak verzwegen, ze is heerlijk puur en ad rem en kan zich met een gedrevenheid op iets richten waar anderen meteen de duimen moeten leggen.
Dit gezegd zijnde moet het me even van het hart. De bakken kritiek en goede raad die je als ouder over je heen krijgt…van non believers die denken dat het een modekwaaltje of ingebeelde ziekte is, betweters die zeggen dat het aan de opvoeding ligt en dat zij ze wel eens zouden temmen tot meewarige blikken van ‘dat moet toch lastig zijn, zo’n kind’…
Eigenlijk niet dus…zolang ze er op school niks over gezegd hadden viel het me nauwelijks op dat mijn jongste hyperactief was. Ik vind haar levendig, sprankelend, grappig…en als ze thuis bij mij is, lijkt ze eigenlijk ook niet druk.
Maar goed, ik sta zelf in het onderwijs en veranderde vrijwillig van leerjaar om haar zelf eens aan den lijve te ondervinden als leerlinge. Ik kon niet anders dan toegeven dat dit inderdaad heel moeilijk liep. Procedure in gang gestoken om onderzoeken te laten doen, dochter uitgebreid gewikt, gewogen, binnenstebuiten gekeerd en diagnose gesteld. Overstelpt met boeken en werkgroepen en websites gezocht naar een evenwicht, pilletjes in huis gehaald…de lagere school ging heel goed, met name door de leerkrachten die haar als mensje zagen en niet als slechts iemand die slordig schreef of moeilijk kon opletten.
Tot ze naar het middelbaar moest…
Overgeleverd aan de gratie van de regenten die vanuit hun vakgebied oordelen…ben je slecht in wiskunde, dan kan je nergens voor deugen vanuit het oogpunt van de wiskundeleerkracht. Ben je daarentegen slecht in Frans, dan vindt die leerkracht weer dat er niks aan je deugt.
Keer op keer klonk de klacht dat ze te druk was in de klas en aldoor vragen stelde en aandacht vroeg.
Ik herinner me een oudergesprek waarbij de juf Frans zei:’Het valt me op dat ze slordig schrijft.’ Ik antwoordde : ‘Tja, dat is een feit, maar dat is nu eenmaal typisch voor een kind met adhd, dat ongestructureerd schrijven.’ Ze werd een beetje bleek om de neus en herhaalde :’A…D…H…D?’ Ze slikte een keer moeizaam alsof ik net had gezegd dat ze builenpest had en leek bovendien uit de lucht te vallen. Nochtans had ik bij inschrijving de leerlingenbegeleidster op de hoogte gebracht en een kopie van haar dossier bezorgd. Weinig communicatie daarover onderling, zo bleek.
Na twee jaar motiveren en controleren, helpen en geduldig luisteren naar de klaagzangen na school over leerkrachten die straffen uitdeelden omdat ze moeilijk kon zwijgen in de klas, punten aftrokken omdat ze hoofdletters vergat te schrijven was mijn voorraad geduld met de school op. Tegenstrijdige adviezen van leerkrachten (kiezen voor een makkelijker studierichting) en psychiater ( blijven proberen, nog een Rilatinetabletje bij), moederinstinct in gevecht met beroepsmisvorming…
Uiteindelijk veranderden we toch van school, met nieuwe moed. Weer een dossiertje ingediend, met de leerlingenbegeleidster een begeleidingsplan opgesteld, volle kracht voorwaarts…
Dochterlief vatte schooljaar aan en gooide zich (en nog steeds) op haar schoolwerk met een onvermoeibare energie en gedrevenheid. Toch bleek alweer Frans een struikelblok te zijn. Bijlessen genomen, nog een beetje harder proberen. Leerkracht snuft hautain en zegt dat het verloren moeite is (want wie geen Frans kan, niks kan)…vakidioterie.
Ik ben het ondertussen zo gewoon dat ik mezelf (en haar ) troost met de gedachte dat ze wel op haar pootjes terecht komt en dat ik in haar geloof.
Tot ik vorige week naar een oudercontact van mijn oudste dochter (die in haar laatste jaar van het middelbaar onderwijs zit ) moest. Deze laatste heeft het dit voorbije jaar zo druk gehad met jolig jong zijn en genieten van het leven dat ze even vergeten was dat er ook nog zoiets was als studeren. Ik verwachtte me aan een overbodige preek daarover en ging zitten.
De titularis was een beetje nerveus en zei dat dochterlief volgens hem een concentratiestoornis had. Ze is immers altijd zo stil in de klas, steekt haar hand nooit op en zit zo vaak te dromen. Mijn mond viel open van verbazing. Ik ging naar een volgende leerkracht die ook meende te moeten melden dat ze te rustig was…of ze misschien niet met iets worstelde want ze was volgens hem echt te introvert.
En toen brak er iets in mij…
Wat denken ze eigenlijk wel. De zelfverklaarde pedagoochelaars…de ene is te druk, de andere is te kalm. Je bent niet goed voor mijn vak, dus je deugt niet?
Geloof mij, ik ben niet blind voor de lasten van onderwijsmensen, ik geef zelf al 26 jaar les en heb leerlingen met dcd, adhd, add,ass…iedere lettercombinatie passeerde al de revue. En toch slagen we er in de lagere school in deze kinderen graag te zien en vooruit te helpen. Omdat we ze in al hun facetten te zien krijgen. De dappere voetballer die niet kan spellen, de blauwkous met het brilletje die nog geen bal door de basketring krijgt, het dansende dromertje dat de mooiste opstellen schrijft, de ruwe bolster die om de minste opmerking een mep geeft maar die steevast je schooltas helpt dragen…
Waarom kunnen leerkrachten in het middelbaar zo moeilijk loskomen van hun eigen vakdomein en niet een eindje meezwemmen in de vijver van de andere talenten van kinderen?
Ik besprak de kwestie deze morgen (nog steeds een beetje verbolgen) met mijn oudste broer die ook in het onderwijs staat en zelf ouder is van een kind met een lettercombinatie.
Ach, zei hij begrijpend. Ze zijn allemaal hetzelfde...die leerkrachten met hun hokjesdenken : zoetwaterpsychologen!
En ik dacht : mijn dromerige broer en adhd-ik…we zijn ook op onze pootjes terecht gekomen.
Fluffbunny (alive and kicking)
Ik houd ongelooflijk veel van mijn beide dochters, ze zijn het beste wat ik in mijn leven heb helpen maken.
Mijn jongste dochter heeft adhd, een vrij uitgesproken vorm…wat zich bij een meisje niet gauw uit in fysieke hyperactiviteit maar in een voortdurende onrust en grote moeilijkheden bij de concentratie. Dat adhd ook zijn bijzonder aangename kanten heeft wordt maar al te vaak verzwegen, ze is heerlijk puur en ad rem en kan zich met een gedrevenheid op iets richten waar anderen meteen de duimen moeten leggen.
Dit gezegd zijnde moet het me even van het hart. De bakken kritiek en goede raad die je als ouder over je heen krijgt…van non believers die denken dat het een modekwaaltje of ingebeelde ziekte is, betweters die zeggen dat het aan de opvoeding ligt en dat zij ze wel eens zouden temmen tot meewarige blikken van ‘dat moet toch lastig zijn, zo’n kind’…
Eigenlijk niet dus…zolang ze er op school niks over gezegd hadden viel het me nauwelijks op dat mijn jongste hyperactief was. Ik vind haar levendig, sprankelend, grappig…en als ze thuis bij mij is, lijkt ze eigenlijk ook niet druk.
Maar goed, ik sta zelf in het onderwijs en veranderde vrijwillig van leerjaar om haar zelf eens aan den lijve te ondervinden als leerlinge. Ik kon niet anders dan toegeven dat dit inderdaad heel moeilijk liep. Procedure in gang gestoken om onderzoeken te laten doen, dochter uitgebreid gewikt, gewogen, binnenstebuiten gekeerd en diagnose gesteld. Overstelpt met boeken en werkgroepen en websites gezocht naar een evenwicht, pilletjes in huis gehaald…de lagere school ging heel goed, met name door de leerkrachten die haar als mensje zagen en niet als slechts iemand die slordig schreef of moeilijk kon opletten.
Tot ze naar het middelbaar moest…
Overgeleverd aan de gratie van de regenten die vanuit hun vakgebied oordelen…ben je slecht in wiskunde, dan kan je nergens voor deugen vanuit het oogpunt van de wiskundeleerkracht. Ben je daarentegen slecht in Frans, dan vindt die leerkracht weer dat er niks aan je deugt.
Keer op keer klonk de klacht dat ze te druk was in de klas en aldoor vragen stelde en aandacht vroeg.
Ik herinner me een oudergesprek waarbij de juf Frans zei:’Het valt me op dat ze slordig schrijft.’ Ik antwoordde : ‘Tja, dat is een feit, maar dat is nu eenmaal typisch voor een kind met adhd, dat ongestructureerd schrijven.’ Ze werd een beetje bleek om de neus en herhaalde :’A…D…H…D?’ Ze slikte een keer moeizaam alsof ik net had gezegd dat ze builenpest had en leek bovendien uit de lucht te vallen. Nochtans had ik bij inschrijving de leerlingenbegeleidster op de hoogte gebracht en een kopie van haar dossier bezorgd. Weinig communicatie daarover onderling, zo bleek.
Na twee jaar motiveren en controleren, helpen en geduldig luisteren naar de klaagzangen na school over leerkrachten die straffen uitdeelden omdat ze moeilijk kon zwijgen in de klas, punten aftrokken omdat ze hoofdletters vergat te schrijven was mijn voorraad geduld met de school op. Tegenstrijdige adviezen van leerkrachten (kiezen voor een makkelijker studierichting) en psychiater ( blijven proberen, nog een Rilatinetabletje bij), moederinstinct in gevecht met beroepsmisvorming…
Uiteindelijk veranderden we toch van school, met nieuwe moed. Weer een dossiertje ingediend, met de leerlingenbegeleidster een begeleidingsplan opgesteld, volle kracht voorwaarts…
Dochterlief vatte schooljaar aan en gooide zich (en nog steeds) op haar schoolwerk met een onvermoeibare energie en gedrevenheid. Toch bleek alweer Frans een struikelblok te zijn. Bijlessen genomen, nog een beetje harder proberen. Leerkracht snuft hautain en zegt dat het verloren moeite is (want wie geen Frans kan, niks kan)…vakidioterie.
Ik ben het ondertussen zo gewoon dat ik mezelf (en haar ) troost met de gedachte dat ze wel op haar pootjes terecht komt en dat ik in haar geloof.
Tot ik vorige week naar een oudercontact van mijn oudste dochter (die in haar laatste jaar van het middelbaar onderwijs zit ) moest. Deze laatste heeft het dit voorbije jaar zo druk gehad met jolig jong zijn en genieten van het leven dat ze even vergeten was dat er ook nog zoiets was als studeren. Ik verwachtte me aan een overbodige preek daarover en ging zitten.
De titularis was een beetje nerveus en zei dat dochterlief volgens hem een concentratiestoornis had. Ze is immers altijd zo stil in de klas, steekt haar hand nooit op en zit zo vaak te dromen. Mijn mond viel open van verbazing. Ik ging naar een volgende leerkracht die ook meende te moeten melden dat ze te rustig was…of ze misschien niet met iets worstelde want ze was volgens hem echt te introvert.
En toen brak er iets in mij…
Wat denken ze eigenlijk wel. De zelfverklaarde pedagoochelaars…de ene is te druk, de andere is te kalm. Je bent niet goed voor mijn vak, dus je deugt niet?
Geloof mij, ik ben niet blind voor de lasten van onderwijsmensen, ik geef zelf al 26 jaar les en heb leerlingen met dcd, adhd, add,ass…iedere lettercombinatie passeerde al de revue. En toch slagen we er in de lagere school in deze kinderen graag te zien en vooruit te helpen. Omdat we ze in al hun facetten te zien krijgen. De dappere voetballer die niet kan spellen, de blauwkous met het brilletje die nog geen bal door de basketring krijgt, het dansende dromertje dat de mooiste opstellen schrijft, de ruwe bolster die om de minste opmerking een mep geeft maar die steevast je schooltas helpt dragen…
Waarom kunnen leerkrachten in het middelbaar zo moeilijk loskomen van hun eigen vakdomein en niet een eindje meezwemmen in de vijver van de andere talenten van kinderen?
Ik besprak de kwestie deze morgen (nog steeds een beetje verbolgen) met mijn oudste broer die ook in het onderwijs staat en zelf ouder is van een kind met een lettercombinatie.
Ach, zei hij begrijpend. Ze zijn allemaal hetzelfde...die leerkrachten met hun hokjesdenken : zoetwaterpsychologen!
En ik dacht : mijn dromerige broer en adhd-ik…we zijn ook op onze pootjes terecht gekomen.
Fluffbunny (alive and kicking)
vrijdag 28 september 2012
De man met de hoed.
Slapeloos bedenk ik de man met de hoed.
De hoed is zwaar, lood in de rand.
Want het hoofd van de man met de hoed is leeg.
Gedachtenloos.
Pijnloos.
De hoed is zwaar om zijn hoofd erbij te houden.
De man draagt een korset onder zijn pak.
Want waar zijn hart moet zitten is slechts een holte.
Emotieloos.
Pijnloos.
De man heeft geen geslacht.
Lusten-loos.
Pijnloos.
Dat de man zonder vreugde is, zonder hoop, zonder genot van kennis en schoonheid
Deert hem niet.
De gedachte aan de volstrekt emotieloze man
Maakt mijn hoofd leeg
Laat de slaap binnen.
Fluffbunny
De hoed is zwaar, lood in de rand.
Want het hoofd van de man met de hoed is leeg.
Gedachtenloos.
Pijnloos.
De hoed is zwaar om zijn hoofd erbij te houden.
De man draagt een korset onder zijn pak.
Want waar zijn hart moet zitten is slechts een holte.
Emotieloos.
Pijnloos.
De man heeft geen geslacht.
Lusten-loos.
Pijnloos.
Dat de man zonder vreugde is, zonder hoop, zonder genot van kennis en schoonheid
Deert hem niet.
De gedachte aan de volstrekt emotieloze man
Maakt mijn hoofd leeg
Laat de slaap binnen.
Fluffbunny
zondag 19 augustus 2012
Van ochtendlijke dansjes en party poopers.
Het is een deftig feest.
Tafelschikking overdacht : plaatsen per generatie.
Gesprekken min of meer voorspelbaar, naargelang de hoeveelheden geconsumeerde wijn gaat het van gecrispeerd tot zowaar een aantal zinnen met een lichte toets van spontaniteit.
Iemand vraagt een beetje baldadig: ’Wanneer gaat er nog eens iemand trouwen? Ik heb wel zin om nog eens te dansen.’
Ik antwoord (blijkbaar zeer choquerend):’Daar heb je toch geen trouwfeest voor nodig? Ik dans alle dagen…’
Monden vallen open, ogen wijd opengesperd, andere gesprekken vallen stil (waarachtig).
‘Dansen? Alle dagen? Hoe bedoel je? Waar dan?’
Ik begin lichtjes te transpireren en vervolg:’Gewoon, thuis, ’s morgens…ik leg een muziekje op en ik dans.’
Men kijkt me aan alsof ik net bekend heb dat ik me dagelijks vergrijp aan de dorpspriester op het kerkplein en men eet zwijgend verder.
Over trouwplannen wordt niet meer gesproken.
Fluffbunny.
Tafelschikking overdacht : plaatsen per generatie.
Gesprekken min of meer voorspelbaar, naargelang de hoeveelheden geconsumeerde wijn gaat het van gecrispeerd tot zowaar een aantal zinnen met een lichte toets van spontaniteit.
Iemand vraagt een beetje baldadig: ’Wanneer gaat er nog eens iemand trouwen? Ik heb wel zin om nog eens te dansen.’
Ik antwoord (blijkbaar zeer choquerend):’Daar heb je toch geen trouwfeest voor nodig? Ik dans alle dagen…’
Monden vallen open, ogen wijd opengesperd, andere gesprekken vallen stil (waarachtig).
‘Dansen? Alle dagen? Hoe bedoel je? Waar dan?’
Ik begin lichtjes te transpireren en vervolg:’Gewoon, thuis, ’s morgens…ik leg een muziekje op en ik dans.’
Men kijkt me aan alsof ik net bekend heb dat ik me dagelijks vergrijp aan de dorpspriester op het kerkplein en men eet zwijgend verder.
Over trouwplannen wordt niet meer gesproken.
Fluffbunny.
Toontje en de sterren.
Goed...
Dan nu in 'get over it' modus en blij zijn met een kleinigheid, zoals dit kleine prachtventje Toon, die gisteren voor het eerst in zijn jonge leven zo lang mocht opblijven dat hij sterren aan de hemel zag en daardoor zielsgelukkig zat te zijn, op zijn pamperkontje in het gras...wijzend :'Kijk! Kijk!! Ster!' En hij heeft gelijk, dat is ook heel bijzonder, zo'n ster aan de hemel. Ze is ver weg maar ze is er, stralend...en zomaar opeens maakt die ster van Toontje me ook blij.
Dan nu in 'get over it' modus en blij zijn met een kleinigheid, zoals dit kleine prachtventje Toon, die gisteren voor het eerst in zijn jonge leven zo lang mocht opblijven dat hij sterren aan de hemel zag en daardoor zielsgelukkig zat te zijn, op zijn pamperkontje in het gras...wijzend :'Kijk! Kijk!! Ster!' En hij heeft gelijk, dat is ook heel bijzonder, zo'n ster aan de hemel. Ze is ver weg maar ze is er, stralend...en zomaar opeens maakt die ster van Toontje me ook blij.
donderdag 16 augustus 2012
De bibliothecaris.
De bibliothecaris woont in een immens boekenpaleis
met houten meubelen en een groen leeslampje.
Hij kent ieder boek uit de grote bibliotheek.
Bij naam, bij auteur en bij inhoud.
Graag vertelt hij me wat hij weet
En ik luister gretig, hij verveelt nooit.
Soms bedenkt hij woorden die in geen enkel boek te vinden zijn.
Die schrijf ik bij in mooie letters in ons eigen dictionnaire van lieverwoorden.
Die van hem zijn altijd de knapste.
Er zijn dagen waarop de bibliothecaris streng is en rust wil.
Dan mag ik enkel kijken hoe hij in gedachten verzonken
Boeken uit de rekken neemt of er zelf één schrijft
Dan gonst zijn geest als een nest bijen (en ik mag er niet bij)
Het is dan slechts toegestaan om heel stil in een boek te bladeren,
De bladzijden zo om te slaan dat het geruisloos kan,
Zonder veel omhaal.
Naar hem kijken is oogluikend toegestaan.
Maar heel vaak is hij een beetje uitgelaten
Dan springt hij op de ladder met wielen en glijdt hij langs de rekken en gooit me lachend boeken toe…
Dat zijn de ogenblikken waarop hij vaakst woorden verzint voor het Lieverboek.
Dan geeft hij niet om stilte
Maar lacht hij als een Falstaff
En geeft me een tik op mijn billen
Dat is zeer onbetamelijk gedrag in een bibliotheek
Maar aangezien hij de bibliothecaris is mag het.
Ik lees zijn boeken
Hij schrijft het mijne.
Fluffbunny.
met houten meubelen en een groen leeslampje.
Hij kent ieder boek uit de grote bibliotheek.
Bij naam, bij auteur en bij inhoud.
Graag vertelt hij me wat hij weet
En ik luister gretig, hij verveelt nooit.
Soms bedenkt hij woorden die in geen enkel boek te vinden zijn.
Die schrijf ik bij in mooie letters in ons eigen dictionnaire van lieverwoorden.
Die van hem zijn altijd de knapste.
Er zijn dagen waarop de bibliothecaris streng is en rust wil.
Dan mag ik enkel kijken hoe hij in gedachten verzonken
Boeken uit de rekken neemt of er zelf één schrijft
Dan gonst zijn geest als een nest bijen (en ik mag er niet bij)
Het is dan slechts toegestaan om heel stil in een boek te bladeren,
De bladzijden zo om te slaan dat het geruisloos kan,
Zonder veel omhaal.
Naar hem kijken is oogluikend toegestaan.
Maar heel vaak is hij een beetje uitgelaten
Dan springt hij op de ladder met wielen en glijdt hij langs de rekken en gooit me lachend boeken toe…
Dat zijn de ogenblikken waarop hij vaakst woorden verzint voor het Lieverboek.
Dan geeft hij niet om stilte
Maar lacht hij als een Falstaff
En geeft me een tik op mijn billen
Dat is zeer onbetamelijk gedrag in een bibliotheek
Maar aangezien hij de bibliothecaris is mag het.
Ik lees zijn boeken
Hij schrijft het mijne.
Fluffbunny.
woensdag 8 augustus 2012
Vandaag
En morgen
Zolang het nodig is
Brand ik een kaars
En zeg ik een gebed
Vol verzoeken
Of een gebed
Met geijkte woorden
Als het maar helpt
Om het kleine meisje
Het monster in haar broze lijf te laten overwinnen.
Want de grote K is nooit rechtvaardig
Zeker niet als hij hummeltjes probeert te ondermijnen
Daarom
Vandaag
En morgen
En zolang het nodig is:
Word weer sterk
Kleintje
We willen je allemaal
Groot
Gezond
Zien worden.
Fluffbunny
En morgen
Zolang het nodig is
Brand ik een kaars
En zeg ik een gebed
Vol verzoeken
Of een gebed
Met geijkte woorden
Als het maar helpt
Om het kleine meisje
Het monster in haar broze lijf te laten overwinnen.
Want de grote K is nooit rechtvaardig
Zeker niet als hij hummeltjes probeert te ondermijnen
Daarom
Vandaag
En morgen
En zolang het nodig is:
Word weer sterk
Kleintje
We willen je allemaal
Groot
Gezond
Zien worden.
Fluffbunny
donderdag 26 juli 2012
Reisontmoetingen...
‘ Bonjour chou chou, chou chouuuu ,’ herhaalde hij luid en smekend van aan de overkant van de straat. Hij wou liefst van al meteen naar ons toe komen gelopen maar de afspraak met zijn ouders was waarschijnlijk ‘tot aan het einde van de oprijlaan en nooit verder!’
‘Chou chouuuu, il est beau le chou chou !’
Ik nam Sappho bij de leiband en liep op het Downjongetje toe.Jongetje of man, zijn leeftijd viel moeilijk te schatten.
‘Il est gentil madame?’ vroeg hij, moeilijk verstaanbaar. Ik begreep hem niet maar hij bleef het herhalen tot het tot me doordrong wat hij wou zeggen.
‘Ah oui, bien sûr, tu peux le caresser si tu veux !’ moedigde ik hem aan.
Hij liet zijn handen fladderen van blijdschap en streelde de hond, gebaarde naar mijn man dat hij een foto moest maken. Avec chou chou et votre femme, monsieur svp!
Alzo geschiedde…
Fluffbunny
‘Chou chouuuu, il est beau le chou chou !’
Ik nam Sappho bij de leiband en liep op het Downjongetje toe.Jongetje of man, zijn leeftijd viel moeilijk te schatten.
‘Il est gentil madame?’ vroeg hij, moeilijk verstaanbaar. Ik begreep hem niet maar hij bleef het herhalen tot het tot me doordrong wat hij wou zeggen.
‘Ah oui, bien sûr, tu peux le caresser si tu veux !’ moedigde ik hem aan.
Hij liet zijn handen fladderen van blijdschap en streelde de hond, gebaarde naar mijn man dat hij een foto moest maken. Avec chou chou et votre femme, monsieur svp!
Alzo geschiedde…
Fluffbunny
Zweefvliegen...
We zaten te wachten tot het zweefvliegtuig waarmee mijn man zou gaan vliegen aangesleept werd. Ondertussen arriveerde een hoogbejaard koppel, hij kwiek, zij leed aan Parkinson of iets in die aard, zeer beverig en broos. Hij hielp haar liefdevol om de parachute aan te gespen en met de hulp van twee jonge binken werd ze voorzichtig in het zweegvliegtuigje geloodst. Het duurde een eeuwigheid, niemand verloor zijn geduld. Ik schreef een boek in mijn hoofd over het hoe en waarom van haar vlucht, was het een geschenk, een soort laatste wens? Vloog ze iedere week en was haar broosheid maar een klein facetje van haar ontembare levenlust? Toen haar vliegtuigje de grond verliet en zachtjes de lucht in werd getrokken door de piloot stuurde ik haar in gedachten een gelukswens en een lieve groet, een traan op mijn wang.
Een half uur later heb ik haar veilig zien landen...
Fluffbunny
Een half uur later heb ik haar veilig zien landen...
Fluffbunny
woensdag 11 juli 2012
Elf dingen die u al altijd over mij moest weten maar nooit durfde te vragen.
Elf dingen die u al altijd over mij moest weten maar nooit durfde te vragen.
(geïnspireerd door ‘Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulain)
Waar ik van houd :
-Alles onder controle hebben.
-Het wolkje uit een net geopend glazen flesje cola blazen alvorens te drinken.
-Mensen die knipoogjes trekken zonder hun mond mee te laten bewegen.
-Een hond die met zijn poot tikt opdat je door zou gaan met strelen.
-De geur van de lucht nadat het geregend heeft.
-Het witte sappige stukje van een grassprietje (daar waar het uit de wortel schuift) afbijten
Waar ik niet van houd :
-Vieze dingen in iemands neusgat zien en er niks over durven zeggen.
-Driekwartbroeken voor een man.
-Onverzorgde teennagels in sandalen.
-Hoe mensen zich gedragen als ze met velen zijn, onbehouwen, overassertief, graaiend.
Waar ik bang voor ben :
-Dingen niet onder controle hebben.
Uw liefhebbende Fluffbunny
(geïnspireerd door ‘Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulain)
Waar ik van houd :
-Alles onder controle hebben.
-Het wolkje uit een net geopend glazen flesje cola blazen alvorens te drinken.
-Mensen die knipoogjes trekken zonder hun mond mee te laten bewegen.
-Een hond die met zijn poot tikt opdat je door zou gaan met strelen.
-De geur van de lucht nadat het geregend heeft.
-Het witte sappige stukje van een grassprietje (daar waar het uit de wortel schuift) afbijten
Waar ik niet van houd :
-Vieze dingen in iemands neusgat zien en er niks over durven zeggen.
-Driekwartbroeken voor een man.
-Onverzorgde teennagels in sandalen.
-Hoe mensen zich gedragen als ze met velen zijn, onbehouwen, overassertief, graaiend.
Waar ik bang voor ben :
-Dingen niet onder controle hebben.
Uw liefhebbende Fluffbunny
vrijdag 6 juli 2012
Meetje Tak
‘s Zondags gingen we plichtsgetrouw op bezoek bij de grootouders langs vaderskant. Alle nonkels en tantes met hun kinderen, goed voor 10 volwassenen en evenveel kinderen,waarvan ik het oudste meisje was.
De grote mensen aten taart (biscuit met aardbeienslagroom, zag er net uit als tandpasta voor beginnelingen, akelig roze) en dronken koffie in de ‘schone plaats’ en wij mochten limonade met confituurtaart in de bijkeuken, een gezelliger plekje bij de Leuvense stoof, op elkaar gepropt op een zetel met springveren. Toch sloeg na een tijdje meestal de verveling toe. Nadat we onze vaste activiteiten hadden verricht : sneeuwbessen kapotknijpen in elkaars gezicht, de mysterieuze vis in de regenput proberen spotten –wat overigens nooit gelukt is, muggenlarven vangen, naar een paar tekenfilmpjes kijken op de mat (tot we wegens geluidsoverlast –zal wel weer aan mij gelegen hebben- verzocht werden de woonkamer weer te verlaten).
Als we niet meer wisten wat te doen, gingen we met een paar van de kinderen een bezoekje brengen aan de oudste zus van onze grootmoeder : meetje Tak. Ik heb pas later beseft dat ze deze naam te danken had aan de naam van haar echtgenoot, die Tack heette. Jarenlang dacht ik dat het te maken had met haar spierwitte, verwilderde haarknot, van boven op haar hoofd…ik dacht dat er vogels takjes in kwamen stoppen om een nest te maken. Het zou me niet verbaasd hebben.
Meetje Tak was weduwe en woonde alleen in het ouderlijk huis, dat was vroeger een café geweest. Iedere keer leidde ze ons rond alsof het de eerste keer was dat we er waren, toonde ze de kelder onder een schuin luik dat ook een trapje bleek te zijn naar de voutekamer (=opkamer) waar ze sliep.
Na de rondleiding in huis, de demonstratie met de bel (“Als mijn huis ooit in brand staat, steek ik mijn arm door de schouw, rinkel ik uit alle macht en komen ze mij redden!”), volgde de hoofdattractie : de pony in de weide achter de tuin. Meetje Tak ging ons voor, met haar licht waggelende ganzenpas, op platte leren schoentjes, met zwarte kousen van wel 100 denier. Ze had een fascinerend wratje op haar tong, daardoor lispelde ze lichtjes (of misschien was het er gekomen door het vele lispelen, kan zoiets?) We lokten de pony met een klontje suiker en aaiden hem even over zijn nek, ik weet na al die jaren niet meer welke kleur hij had.
Daarna plukte meetje Tak bloemen uit haar tuin voor onze moeders, pioenrozen of gladiolen…ik was altijd doodsbang voor het ongedierte dat er tijdens de wandeling terug uit zou kruipen. Zonder uitzondering kroop er een oorwurm of een hooiwagen of een stel mieren over je arm. Ik word nog steeds gek van snijbloemen.
In die tuin stond een gipsen beeld , een buste van een meisje met een kanten kapje op. Toen ze gestorven was, kreeg mijn vader dat beeld. Hij vindt haar zo op mij lijken…
Ze staat nog steeds , immer grijnzend, op de kast in de woonkamer van mijn ouderlijk huis. Haar mond, ondanks haar lach, gesloten. Zou ze misschien ook een wratje hebben ?
Fluffbunny.
De grote mensen aten taart (biscuit met aardbeienslagroom, zag er net uit als tandpasta voor beginnelingen, akelig roze) en dronken koffie in de ‘schone plaats’ en wij mochten limonade met confituurtaart in de bijkeuken, een gezelliger plekje bij de Leuvense stoof, op elkaar gepropt op een zetel met springveren. Toch sloeg na een tijdje meestal de verveling toe. Nadat we onze vaste activiteiten hadden verricht : sneeuwbessen kapotknijpen in elkaars gezicht, de mysterieuze vis in de regenput proberen spotten –wat overigens nooit gelukt is, muggenlarven vangen, naar een paar tekenfilmpjes kijken op de mat (tot we wegens geluidsoverlast –zal wel weer aan mij gelegen hebben- verzocht werden de woonkamer weer te verlaten).
Als we niet meer wisten wat te doen, gingen we met een paar van de kinderen een bezoekje brengen aan de oudste zus van onze grootmoeder : meetje Tak. Ik heb pas later beseft dat ze deze naam te danken had aan de naam van haar echtgenoot, die Tack heette. Jarenlang dacht ik dat het te maken had met haar spierwitte, verwilderde haarknot, van boven op haar hoofd…ik dacht dat er vogels takjes in kwamen stoppen om een nest te maken. Het zou me niet verbaasd hebben.
Meetje Tak was weduwe en woonde alleen in het ouderlijk huis, dat was vroeger een café geweest. Iedere keer leidde ze ons rond alsof het de eerste keer was dat we er waren, toonde ze de kelder onder een schuin luik dat ook een trapje bleek te zijn naar de voutekamer (=opkamer) waar ze sliep.
Na de rondleiding in huis, de demonstratie met de bel (“Als mijn huis ooit in brand staat, steek ik mijn arm door de schouw, rinkel ik uit alle macht en komen ze mij redden!”), volgde de hoofdattractie : de pony in de weide achter de tuin. Meetje Tak ging ons voor, met haar licht waggelende ganzenpas, op platte leren schoentjes, met zwarte kousen van wel 100 denier. Ze had een fascinerend wratje op haar tong, daardoor lispelde ze lichtjes (of misschien was het er gekomen door het vele lispelen, kan zoiets?) We lokten de pony met een klontje suiker en aaiden hem even over zijn nek, ik weet na al die jaren niet meer welke kleur hij had.
Daarna plukte meetje Tak bloemen uit haar tuin voor onze moeders, pioenrozen of gladiolen…ik was altijd doodsbang voor het ongedierte dat er tijdens de wandeling terug uit zou kruipen. Zonder uitzondering kroop er een oorwurm of een hooiwagen of een stel mieren over je arm. Ik word nog steeds gek van snijbloemen.
In die tuin stond een gipsen beeld , een buste van een meisje met een kanten kapje op. Toen ze gestorven was, kreeg mijn vader dat beeld. Hij vindt haar zo op mij lijken…
Ze staat nog steeds , immer grijnzend, op de kast in de woonkamer van mijn ouderlijk huis. Haar mond, ondanks haar lach, gesloten. Zou ze misschien ook een wratje hebben ?
Fluffbunny.
donderdag 21 juni 2012
Van boeren en vehikels.
Een paar dagen geleden reed ik in een jachtige bui door ons boerenstraatje toen ik moest remmen omdat een fietser tergend traag het midden van de baan inpalmde. Maar ik besefte zo plots dat dit beeld op mijn netvlies moest blijven plakken omdat ik dit over een jaar of vijf nooit meer zou zien. Een oude boer met een grijze kiel, sigaar in de mond, rustig de pedalen trappend, met zijn hooivork schuin op zijn schouder rustend...als in slow motion. Ik wachtte aan de kant van de weg en zag hem langzaam uit beeld verdwijnen...
woensdag 20 juni 2012
Op een dag...
Op een dag zal ik…
Slapen tot ik uitgeslapen ben
Niet meer bang zijn voor de man onder het bed
Te voet naar Santiago de Compostela wandelen
Een paddestoel eten die ik vind op mijn pad
Naar iemand toe lopen en ècht hardop vragen welk geurtje ze op heeft
“Doe het zelf!” zeggen tegen mijn oversten
Dansen wanneer iemand het ziet
Een boek van Baudelaire lezen in het Frans
Dit alles doen en teruglachen naar diegene die goedkeurend knikt.
Fluffbunny.
Slapen tot ik uitgeslapen ben
Niet meer bang zijn voor de man onder het bed
Te voet naar Santiago de Compostela wandelen
Een paddestoel eten die ik vind op mijn pad
Naar iemand toe lopen en ècht hardop vragen welk geurtje ze op heeft
“Doe het zelf!” zeggen tegen mijn oversten
Dansen wanneer iemand het ziet
Een boek van Baudelaire lezen in het Frans
Dit alles doen en teruglachen naar diegene die goedkeurend knikt.
Fluffbunny.
maandag 11 juni 2012
I wanna be loved by you.
"Boo Boo Bee Doo!"
Dat wou ik al zo lang eens zingen
in ware Marilyn Monroe stijl
om te weten hoe dat voelt.
Nu ik het doe
voelt het gewoon als
mijn gekke zelf
die Monroe imiteert.
Ik betwijfel echter
of zij
toen ze het zei
in opdracht van een regisseur
zich net zo
boo boo bee doo voelde
als ik nu.
(Boo boo bee doo!)
Fluffbunny
Dat wou ik al zo lang eens zingen
in ware Marilyn Monroe stijl
om te weten hoe dat voelt.
Nu ik het doe
voelt het gewoon als
mijn gekke zelf
die Monroe imiteert.
Ik betwijfel echter
of zij
toen ze het zei
in opdracht van een regisseur
zich net zo
boo boo bee doo voelde
als ik nu.
(Boo boo bee doo!)
Fluffbunny
zondag 10 juni 2012
Van een vrouw die een meisje was...
Was ze dertig jaar later geboren, dan had ze vast een paar etiketjes gekregen : hypersensitief, ADD, misschien zelfs een milde vorm van autisme (hoewel…ze was altijd al enorm aangewezen op gezelschap en ademde taal en woorden en beelden). Maar nu was ze een product van de jaren zestig en was ze als kind dus gewoon een snobje , een trut, een dromer en een boekenwurm, dwangmatig bezig met dingen maken en schrijven en tekenen…een wereld maken in haar hoofd waar het veilig en mooi was. En hengelen naar bevestiging dat ze toch niet zo vreemd was…die goedkeuring kwam er enkel van de grote mensen, van de kunstenaarsgezelschappen waar ze door haar afkomst voortdurend in verkeerde.
Opgroeien was een verademing, een zoektocht naar die plek waar ze zichzelf kon zijn, waar ze de moeilijke woorden mocht gebruiken zonder dat haar vader zei dat die belachelijk klonken uit een kindermond. (Kon zij het helpen dat ze die eenvoudige woorden niet ééns kende? Had hij haar net niet zo opgevoed?)
Toen ze groot was bleef ze de vreemde eend in de bijt, maar ze ontdekte haar overlevingstactiek . Haar ingebeelde plek waar ze zich mits de nodige stilte in een oogwenk kon terugtrekken. Waar ze haar overgevoeligheid kon reduceren tot enkel zintuiglijke waarnemingen…gewoon door in het zand te gaan zitten en al haar gewaarwordingen kon verengen tot het beleven van het zand dat door haar vingers gleed, tot de wind die langs haar wangen streek. Haar rusteloze geest in survival modus…ademen, de weg van de zuurstof visualiseren en niks anders zijn dan een ademend wezen…
Zelfs opgegroeid bleef ze een meisje, ook al werd ze geacht een rijpere vrouw te zijn. Een meisje met een eiland in haar hoofd.
Fluffbunny
Opgroeien was een verademing, een zoektocht naar die plek waar ze zichzelf kon zijn, waar ze de moeilijke woorden mocht gebruiken zonder dat haar vader zei dat die belachelijk klonken uit een kindermond. (Kon zij het helpen dat ze die eenvoudige woorden niet ééns kende? Had hij haar net niet zo opgevoed?)
Toen ze groot was bleef ze de vreemde eend in de bijt, maar ze ontdekte haar overlevingstactiek . Haar ingebeelde plek waar ze zich mits de nodige stilte in een oogwenk kon terugtrekken. Waar ze haar overgevoeligheid kon reduceren tot enkel zintuiglijke waarnemingen…gewoon door in het zand te gaan zitten en al haar gewaarwordingen kon verengen tot het beleven van het zand dat door haar vingers gleed, tot de wind die langs haar wangen streek. Haar rusteloze geest in survival modus…ademen, de weg van de zuurstof visualiseren en niks anders zijn dan een ademend wezen…
Zelfs opgegroeid bleef ze een meisje, ook al werd ze geacht een rijpere vrouw te zijn. Een meisje met een eiland in haar hoofd.
Fluffbunny
vrijdag 18 mei 2012
Van vriendschap en perceptie.
Ik had met twee goede vrienden afgesproken om naar een optreden van een reggaeband te gaan…om zeker te zijn dat één van hen er zou zijn stuurde ik een paar uur op voorhand een smsje.
‘Zie ik je straks?’
Meteen antwoord :’ Jajajajajajajaja’
Ik …gelukkig met zoveel enthousiasme…grijns breed.
’s Avonds…diezelfde man, tijdens het optreden:
‘Vond je mijn berichtje niet onvriendelijk?’
Ik:’Welnee, waarom?’
Hij (ontnuchterend):’Wel, ik was net de soep aan het mixen en ik had maar één hand vrij en J-A kon ik makkelijkst op die manier typen. Maar misschien vond jij het als ‘jajààà (zaag!) klinken.’
Ik: “Ah nee, ik vond het net klinken als ja! Ja! Ja ! Ja ! Joepie ! (met rondedansje ten overvloede)
Hij : “Ah dan is het goed. Zo moest het klinken.’
Ik lach mijn meeste blijde lach door de wietwolken heen en denk :
Ik heb de fijnste vrienden van de hele wereld.
‘Zie ik je straks?’
Meteen antwoord :’ Jajajajajajajaja’
Ik …gelukkig met zoveel enthousiasme…grijns breed.
’s Avonds…diezelfde man, tijdens het optreden:
‘Vond je mijn berichtje niet onvriendelijk?’
Ik:’Welnee, waarom?’
Hij (ontnuchterend):’Wel, ik was net de soep aan het mixen en ik had maar één hand vrij en J-A kon ik makkelijkst op die manier typen. Maar misschien vond jij het als ‘jajààà (zaag!) klinken.’
Ik: “Ah nee, ik vond het net klinken als ja! Ja! Ja ! Ja ! Joepie ! (met rondedansje ten overvloede)
Hij : “Ah dan is het goed. Zo moest het klinken.’
Ik lach mijn meeste blijde lach door de wietwolken heen en denk :
Ik heb de fijnste vrienden van de hele wereld.
donderdag 10 mei 2012
Over haar...
Een tijd geleden had iemand een naaktfoto op facebook geplaatst van een vrouw, heel natuurlijk…zoals we allemaal zijn als er geen wax of Veet of ladyshaves aan te pas komen. Het was een hele krachtige en mooie foto. Tot mijn grote verbazing lokte die een storm van reacties uit, van ‘bah, vies, walgelijk… tot ‘wat een oerwoud, wie wil er nu nog zo bijlopen?’ Wat me meest van al schokte is dat de reacties van vrouwen kwamen. De dame die de foto gepost had reageerde laconiek : “Ik vind dat mooi!’
Ik vroeg me af wat voor zin het feminisme en de BH-verbrandingen in de jaren zestig hebben gehad als vrouwen zich zoveel jaren later weer laten voorschrijven hoe een vrouw er uit hoort te zien. Op de TV vertelt een modieuze homo vrouwen hoe fout hun kleren en hun kapsel zijn…hij verguist ze compleet en dringt dan zijn ideaal op.Ze worden kaalgeplukt, ingesnoerd, herschilderd, verteld dat enkel killer heels een vrouw van je maken…en de dames laten zich alles welgevallen. Het topmoment van het programma is manlief die in tranen uitbarst van geluk omdat zijn vrouw ineens voldoet aan het schoonheidsideaal.
Ik kan niet geloven dat echte mannen bang zijn voor vrouwen die zich niet uithongeren, voor mensen die schoenen dragen in plaats van marteltuigen, voor volwassen vrouwen die hun geslacht laten kaalplukken zodat ze op kinderen lijken. Ik vel geen oordeel, wie zich zo beter voelt gaat zijn gang…maar dan enkel als ze dat zelf zo willen. Het is geen schande en het is niet lelijk om ècht te zijn.
Ik deed gisteren een kleine test. Ik postte een foto van de goddelijke Sophia Loren, bloedmooi…met een in het oog springend toefje okselhaar. Een statement. Zonder verdere commentaar. Het deed me plezier dat mijn mannelijke vrienden stuk voor stuk de foto mooi vonden en dat niemand het in zijn hoofd haalde om een flauwe opmerking te maken over dat plukje haar. Sterke mannen zijn niet bang voor echte vrouwen.
Fluffbunny.
Ik vroeg me af wat voor zin het feminisme en de BH-verbrandingen in de jaren zestig hebben gehad als vrouwen zich zoveel jaren later weer laten voorschrijven hoe een vrouw er uit hoort te zien. Op de TV vertelt een modieuze homo vrouwen hoe fout hun kleren en hun kapsel zijn…hij verguist ze compleet en dringt dan zijn ideaal op.Ze worden kaalgeplukt, ingesnoerd, herschilderd, verteld dat enkel killer heels een vrouw van je maken…en de dames laten zich alles welgevallen. Het topmoment van het programma is manlief die in tranen uitbarst van geluk omdat zijn vrouw ineens voldoet aan het schoonheidsideaal.
Ik kan niet geloven dat echte mannen bang zijn voor vrouwen die zich niet uithongeren, voor mensen die schoenen dragen in plaats van marteltuigen, voor volwassen vrouwen die hun geslacht laten kaalplukken zodat ze op kinderen lijken. Ik vel geen oordeel, wie zich zo beter voelt gaat zijn gang…maar dan enkel als ze dat zelf zo willen. Het is geen schande en het is niet lelijk om ècht te zijn.
Ik deed gisteren een kleine test. Ik postte een foto van de goddelijke Sophia Loren, bloedmooi…met een in het oog springend toefje okselhaar. Een statement. Zonder verdere commentaar. Het deed me plezier dat mijn mannelijke vrienden stuk voor stuk de foto mooi vonden en dat niemand het in zijn hoofd haalde om een flauwe opmerking te maken over dat plukje haar. Sterke mannen zijn niet bang voor echte vrouwen.
Fluffbunny.
maandag 23 april 2012
Boek van dromen.
Het lief te zijn van een schrijver ,
Slapend perkament voor nachtelijke ideeën,
Geschreven met een veer en diepblauwe inkt.
Kalligrafie op ronde billen
Kattebelletje op een borst.
Nietsvermoedend beschreven worden als een blad.
Een verhaal dat ontstaat op het mijne.
Woorden als strelingen,
Gedachten echter dan papier.
Geduldig aanwezig,
Leesbaar.
Fluffbunny
woensdag 18 april 2012
De naaktheid van Mapplethorpe.
Ik moet een jaar of twintig geweest zijn toen mijn ouders me meenamen naar een fototentoonstelling van Mapplethorpe… Toen ik in het oude museum voor Schone Kunsten binnenkwam vielen mijn ogen en mijn mond open.De meer dan levensgrote naakten van Mapplethorpe waren precies stillevens. Hoewel de foto’s voor het grootste deel mannelijke naakten toonden, soms in de meest intieme posities, vond ik er niks pornografisch of zelfs erotisch aan. Bloedmooi, dat wel. Door de manier van fotograferen was er een vervreemding van het onderwerp. Nochtans kon hij dan weer als geen ander een simpele bloem fotograferen zodat de seks van de muur spatte…het bleef me bij, erotiek en naaktheid hebben weinig met elkaar te maken.
Door de jaren die erop volgden heen verzamelde ik portretten en ook naaktfoto’s.
Het bleef me altijd storen dat naaktheid vaak meteen de gedachte aan liederlijkheid of lust oproept.
Als iemand het fijn vind om naar erotische foto’s te kijken en daarbij weg te dromen, ze gaan hun goddelijke gang. Maar het maakt me mateloos boos wanneer mensen mijn liefde voor foto’s en beelden van naakte lichamen zien als zou het een uiting zijn van mijn seksualiteit. Het is het laatste waar ik aan denk bij het zien van een mooi lichaam, een Griekse god, een oude foto van een vrouw in een doorzichtige sluier. Echte erotiek heeft voor mij veel meer te maken met een mooie stem, de juiste woorden, de sfeer tussen twee mensen…daar verzamel ik geen foto’s van. Zoiets deel ik enkel met de persoon die daar schroomvallig mee omgaat.
Schoonheid delen is geen vrijkaartjes uitdelen. Humor is lachen en niet schoppen. Bewonderen is kijken en niet aanraken.
Wanneer dit heilig huis van mij omver geschopt wordt, voel ik me uitgekleed.
Niet naakt.
Want naakt is mooi…naakt is puur.
Fluffbunny.
Door de jaren die erop volgden heen verzamelde ik portretten en ook naaktfoto’s.
Het bleef me altijd storen dat naaktheid vaak meteen de gedachte aan liederlijkheid of lust oproept.
Als iemand het fijn vind om naar erotische foto’s te kijken en daarbij weg te dromen, ze gaan hun goddelijke gang. Maar het maakt me mateloos boos wanneer mensen mijn liefde voor foto’s en beelden van naakte lichamen zien als zou het een uiting zijn van mijn seksualiteit. Het is het laatste waar ik aan denk bij het zien van een mooi lichaam, een Griekse god, een oude foto van een vrouw in een doorzichtige sluier. Echte erotiek heeft voor mij veel meer te maken met een mooie stem, de juiste woorden, de sfeer tussen twee mensen…daar verzamel ik geen foto’s van. Zoiets deel ik enkel met de persoon die daar schroomvallig mee omgaat.
Schoonheid delen is geen vrijkaartjes uitdelen. Humor is lachen en niet schoppen. Bewonderen is kijken en niet aanraken.
Wanneer dit heilig huis van mij omver geschopt wordt, voel ik me uitgekleed.
Niet naakt.
Want naakt is mooi…naakt is puur.
Fluffbunny.
zondag 18 maart 2012
Lieve woorden van Marije
Vandaag haal ik de mosterd bij een vriendin, omdat ze het zo mooi schrijft. Mijn vader is kunstenaar en ik durf ook wel eens iets scheppen,wat haar de volgende woorden ontlokte (na het zien van vuurrode bloemblaadjes in klei) :
zo viel het blad niet ver van de boom
- groeide het vurig rood en vrouw -
als een sieraad hing zij uit in de wereld
en deelde zichzelf
Marije Hendrikx
zo viel het blad niet ver van de boom
- groeide het vurig rood en vrouw -
als een sieraad hing zij uit in de wereld
en deelde zichzelf
Marije Hendrikx
maandag 12 maart 2012
Ceci n'est pas un sac.
Ma, hoeveel kost je handtas ?
Goh, ik weet het niet meer, ik heb die al een tijdje. Waarom wil je dat weten?
Welja, is het een fake?
Hoezo, een fake? Als in ‘ceci n’est pas un sac?’ Zoals Magritte?
Zucht, doe niet zo uit de hoogte ma! Je begrijpt me best, is het namaak?
Nou, ze ziet er volgens mij nogal echt uit.
Je wil me niet begrijpen !! (Dochter bestudeert ondertussen zorgvuldig het labeltje en de sluiting) Ah, ’t is een echte Nica !
Jezus kind, ik draag geen handtassen uit een prijsklasse die namaak waard is. Zie ik er dan uit als iemand die met een Prada zou rondlopen?
Nee ma, maar je praat wel zo truttig!
Fluffbunny
Goh, ik weet het niet meer, ik heb die al een tijdje. Waarom wil je dat weten?
Welja, is het een fake?
Hoezo, een fake? Als in ‘ceci n’est pas un sac?’ Zoals Magritte?
Zucht, doe niet zo uit de hoogte ma! Je begrijpt me best, is het namaak?
Nou, ze ziet er volgens mij nogal echt uit.
Je wil me niet begrijpen !! (Dochter bestudeert ondertussen zorgvuldig het labeltje en de sluiting) Ah, ’t is een echte Nica !
Jezus kind, ik draag geen handtassen uit een prijsklasse die namaak waard is. Zie ik er dan uit als iemand die met een Prada zou rondlopen?
Nee ma, maar je praat wel zo truttig!
Fluffbunny
zaterdag 10 maart 2012
Pootjes
Ik heb iets met dieren. Hoe ze bewegen. Vooral als ze onderaan hun pootjes van die ongelooflijk zachte kussentjes hebben. Van een ontroerende zachtheid en schoonheid is dat.
Mijn hond kent mijn gewoontes, ’s morgens heel vroeg ligt hij (het is een teefje eigenlijk, maar over een hond praten als ‘zij’ druist in tegen mijn taalgevoel ) op een groot kussen naast me te slapen.Of te doen alsof. Iedere beweging wordt gezien… Soms wil hij even aangehaald worden zonder dat hij daar zelf voor in beweging moet komen. Dan jankt hij heel zachtjes en kijkt smekend.Of geeuwt hij met een opengesperde muil en kijkt in mijn richting met diepbruine ogen.Als ik dan naast hem op de vloer ga liggen, laat hij me slaperig toe te strelen. Van zodra ik even stop, tilt hij zijn poot op en tikt heel zachtjes op mijn wang. Ga door, ga door. Bang om me pijn te doen, als een liefkozing bijna. Deden mijn katten vroeger ook, met ingetrokken klauwtjes…speels tegen mijn wangen tikken. Iets aan mijn wangen vraagt er blijkbaar om.
Katten heb ik niet meer, ik heb te vaak gehuild omdat er weer één was gesneuveld in het verkeer. Ik wandel naar mijn werk en ik weet zeker dat ze me zouden volgen en aangereden zouden worden in de ochtendspits van ouders die hun kinderen met de wagen naar school brengen. Het blijft een gemis, geen katten in huis. Hun blikken, hun gespin…hun gedoseerde aanhaligheid. Niet wanneer jij het wil, maar wanneer zij willen. Een hond wil altijd wel gestreeld worden.
Zelfs knaagdieren hebben van die rozige kussentjes, trippelvoetjes…zo lief en mooi dat ik vergeet naar die akelige gelige knabbeltanden te kijken.
Of kevertjes…die wiegelend/waggelend tussen stenen en grassprieten kruipen, hoe ze die zes poten laten samenwerken en er geen zootje van maken.Ik mag graag op mijn buik liggen kijken in het gras, het leven in de groene mat aanschouwen. Van zodra er echter een spin in de buurt is, verdwijnt de bewondering. Vind ik maar niks, die monsters. Zelfs op foto doen ze mijn haren rechtkomen. Hoe je met die acht poten nooit weet welke richting ze plots uitgaan, hoe snel ze er zullen zijn. Of ze ineens loslaten van het plafond en in een oogwenk voor je hangen aan een zijden draad of plof op de grond. Er zijn ook van die schichtige exemplaren die lijken te springen en zonder zichtbaar poten te bewegen telkens een tiental centimeter tegelijk vooruit schieten. Niks ontroerends aan die poten.
Deze winter verzorgde ik voor het eerst ( op aanraden van…) de voetkussentjes van de hond met vet. Eén voor één masseerde ik ze, de hond liet het zich bijzonder welgevallen en ik vond het leuk om te doen. Win-win. Ik was nog maar pas klaar of de hond begon zeer uitgebreid het vet van tussen zijn tenen te likken, het duurde langer dan het smeren zelf. Met lange halen… Maar het moment was mooi en er zal wel enig effect geweest zijn. (Met een beetje geluk ook voor de hond.)
Fluffbunny.
Mijn hond kent mijn gewoontes, ’s morgens heel vroeg ligt hij (het is een teefje eigenlijk, maar over een hond praten als ‘zij’ druist in tegen mijn taalgevoel ) op een groot kussen naast me te slapen.Of te doen alsof. Iedere beweging wordt gezien… Soms wil hij even aangehaald worden zonder dat hij daar zelf voor in beweging moet komen. Dan jankt hij heel zachtjes en kijkt smekend.Of geeuwt hij met een opengesperde muil en kijkt in mijn richting met diepbruine ogen.Als ik dan naast hem op de vloer ga liggen, laat hij me slaperig toe te strelen. Van zodra ik even stop, tilt hij zijn poot op en tikt heel zachtjes op mijn wang. Ga door, ga door. Bang om me pijn te doen, als een liefkozing bijna. Deden mijn katten vroeger ook, met ingetrokken klauwtjes…speels tegen mijn wangen tikken. Iets aan mijn wangen vraagt er blijkbaar om.
Katten heb ik niet meer, ik heb te vaak gehuild omdat er weer één was gesneuveld in het verkeer. Ik wandel naar mijn werk en ik weet zeker dat ze me zouden volgen en aangereden zouden worden in de ochtendspits van ouders die hun kinderen met de wagen naar school brengen. Het blijft een gemis, geen katten in huis. Hun blikken, hun gespin…hun gedoseerde aanhaligheid. Niet wanneer jij het wil, maar wanneer zij willen. Een hond wil altijd wel gestreeld worden.
Zelfs knaagdieren hebben van die rozige kussentjes, trippelvoetjes…zo lief en mooi dat ik vergeet naar die akelige gelige knabbeltanden te kijken.
Of kevertjes…die wiegelend/waggelend tussen stenen en grassprieten kruipen, hoe ze die zes poten laten samenwerken en er geen zootje van maken.Ik mag graag op mijn buik liggen kijken in het gras, het leven in de groene mat aanschouwen. Van zodra er echter een spin in de buurt is, verdwijnt de bewondering. Vind ik maar niks, die monsters. Zelfs op foto doen ze mijn haren rechtkomen. Hoe je met die acht poten nooit weet welke richting ze plots uitgaan, hoe snel ze er zullen zijn. Of ze ineens loslaten van het plafond en in een oogwenk voor je hangen aan een zijden draad of plof op de grond. Er zijn ook van die schichtige exemplaren die lijken te springen en zonder zichtbaar poten te bewegen telkens een tiental centimeter tegelijk vooruit schieten. Niks ontroerends aan die poten.
Deze winter verzorgde ik voor het eerst ( op aanraden van…) de voetkussentjes van de hond met vet. Eén voor één masseerde ik ze, de hond liet het zich bijzonder welgevallen en ik vond het leuk om te doen. Win-win. Ik was nog maar pas klaar of de hond begon zeer uitgebreid het vet van tussen zijn tenen te likken, het duurde langer dan het smeren zelf. Met lange halen… Maar het moment was mooi en er zal wel enig effect geweest zijn. (Met een beetje geluk ook voor de hond.)
Fluffbunny.
maandag 20 februari 2012
Van kampen en ijskrabbers...
Ik had altijd gehoopt dat loslaten makkelijker zou worden naarmate mijn dochters ouder werden. Maar neen dus, het blijft even dik balen om ze voor een kamp af te zetten,of ze nu 8 of 16 zijn.
Deze morgen moest ik mijn oudste naar een jeugdherberg in de buurt brengen, waar ze een week zal worden opgeleid tot ‘monitrice’. Dat ze zo dichtbij is, verandert niks aan het feit dat ze een week lang niet thuis slaapt, eet, moppert,zingt, de boel overhoop laat liggen…de leegte laat zich nu al voelen.
Omdat ik na afloop van de winterprik nagelaten had om mijn auto zorgvuldig af te dekken, viel er voor het vertrek nog een flinke laag ijs te krabben.Nerveus als ik was, kon het niet snel genoeg gaan en slaagde ik er in om de ruitenwissers los te trekken van de bevroren voorruit en op die wijze het rubber te laten scheuren. (Dat mijn man me een paar weken geleden een stel mooie helrode beschermertjes had gegeven – die vannacht ongebruikt in de koffer lagen- maakt het des te schrijnender.) Ik werd hierdoor nog iets roekelozer. Misschien zou het sneller gaan met warm water? Ik liep naar binnen om een grote beker lauw water en bedacht op tijd dat het water misschien net zo snel weer zou aanvriezen. Als ik nu eens op voorhand de ruitenwissers aanzette? Strak plan, dacht ik.
Dat was uiteraard buiten de waard gerekend, van zodra ik gul lauw water over de ruit goot, kwam dit met een flinke zwaai van de ruitenwissers in mijn haar, op mijn bril en op mijn jas terecht. Dom als ik ben herhaalde dit feit zich nog eens aan de andere kant van de ruit, omdat ik dacht de wissers te snel af te zijn. Vloekend en lachend tegelijk konden we de koffer inladen en vertrekken.
Toen we bij de jeugdherberg arriveerden, leek het daar nogal uitgestorven. Dochterlief is er meestal maar matig van gediend als ik haar betuttel, dus heel voorzichtig suggereerde ik even bij haar te blijven tot we iemand zagen. Op dat moment kwam ook een andere moeder met haar dochter aan. Net zoals ik had ze het raadzaam gevonden de make upsessie pas na het afscheid te plannen. Na een paar minuten kwam iemand van de leiding buitengehuppeld, er was geen twijfel mogelijk : overenthousiaste blik, jeans en een uniformbloes, dit was de hoofdmonitrice. Mijn dochter keek me even aan met een blik van ‘komaan moeder, get a grip, niet gaan bleiten!’ Ik snapte de hint en gaf haar een vrij afgemeten zoen ( het soort zoenen wat je reserveert voor als er publiek bij is, een ‘zie-eens- hoe- stoer- wij- zijn-zoen). Ik dacht fier dat ik er ‘chill’ mee omging (om eens het jargon van mijn dochters te hanteren), maar iets moet mij verraden hebben, misschien de net iets te glanzende ogen maar waarschijnlijk de rode neus…want de leidster knipoogde en zei :’ We zullen er goed voor zorgen madame!” Waarop ik net iets te snel lachte en antwoordde met een krop in de keel :’Ik had niks anders verwacht! Veel plezier! ‘
De andere mama en ik keerden zonder nog tegen elkaar te praten terug naar onze wagens, wetend dat ieder hardop gesproken woord onze emoties zou verraden…maar we spraken een taal van moeders die elkaar begrijpen.In stilte…
Fluffbunny
Deze morgen moest ik mijn oudste naar een jeugdherberg in de buurt brengen, waar ze een week zal worden opgeleid tot ‘monitrice’. Dat ze zo dichtbij is, verandert niks aan het feit dat ze een week lang niet thuis slaapt, eet, moppert,zingt, de boel overhoop laat liggen…de leegte laat zich nu al voelen.
Omdat ik na afloop van de winterprik nagelaten had om mijn auto zorgvuldig af te dekken, viel er voor het vertrek nog een flinke laag ijs te krabben.Nerveus als ik was, kon het niet snel genoeg gaan en slaagde ik er in om de ruitenwissers los te trekken van de bevroren voorruit en op die wijze het rubber te laten scheuren. (Dat mijn man me een paar weken geleden een stel mooie helrode beschermertjes had gegeven – die vannacht ongebruikt in de koffer lagen- maakt het des te schrijnender.) Ik werd hierdoor nog iets roekelozer. Misschien zou het sneller gaan met warm water? Ik liep naar binnen om een grote beker lauw water en bedacht op tijd dat het water misschien net zo snel weer zou aanvriezen. Als ik nu eens op voorhand de ruitenwissers aanzette? Strak plan, dacht ik.
Dat was uiteraard buiten de waard gerekend, van zodra ik gul lauw water over de ruit goot, kwam dit met een flinke zwaai van de ruitenwissers in mijn haar, op mijn bril en op mijn jas terecht. Dom als ik ben herhaalde dit feit zich nog eens aan de andere kant van de ruit, omdat ik dacht de wissers te snel af te zijn. Vloekend en lachend tegelijk konden we de koffer inladen en vertrekken.
Toen we bij de jeugdherberg arriveerden, leek het daar nogal uitgestorven. Dochterlief is er meestal maar matig van gediend als ik haar betuttel, dus heel voorzichtig suggereerde ik even bij haar te blijven tot we iemand zagen. Op dat moment kwam ook een andere moeder met haar dochter aan. Net zoals ik had ze het raadzaam gevonden de make upsessie pas na het afscheid te plannen. Na een paar minuten kwam iemand van de leiding buitengehuppeld, er was geen twijfel mogelijk : overenthousiaste blik, jeans en een uniformbloes, dit was de hoofdmonitrice. Mijn dochter keek me even aan met een blik van ‘komaan moeder, get a grip, niet gaan bleiten!’ Ik snapte de hint en gaf haar een vrij afgemeten zoen ( het soort zoenen wat je reserveert voor als er publiek bij is, een ‘zie-eens- hoe- stoer- wij- zijn-zoen). Ik dacht fier dat ik er ‘chill’ mee omging (om eens het jargon van mijn dochters te hanteren), maar iets moet mij verraden hebben, misschien de net iets te glanzende ogen maar waarschijnlijk de rode neus…want de leidster knipoogde en zei :’ We zullen er goed voor zorgen madame!” Waarop ik net iets te snel lachte en antwoordde met een krop in de keel :’Ik had niks anders verwacht! Veel plezier! ‘
De andere mama en ik keerden zonder nog tegen elkaar te praten terug naar onze wagens, wetend dat ieder hardop gesproken woord onze emoties zou verraden…maar we spraken een taal van moeders die elkaar begrijpen.In stilte…
Fluffbunny
vrijdag 13 januari 2012
Van vrijdagavonden en slechte ogen tot in de eeuwen der eeuwen.
Nieuwjaarsetentje met collega’s en partners…sedert vorig jaar met een vernieuwde formule. Op vrijdagavond, na een drukke werkweek werden we opgepikt door een bus op het kerkplein onder het motto : iedereen mag een glaasje drinken. Eerst zouden we een rondleiding met enkele aspirant-gidsen in Brugge rondwandelen en dan gezellig iets eten. Op de bus stonden al per zetel flesjes Brugs streekbier klaar…de toon was gezet: de partners van ons overwegend vrouwelijk team zouden zich wel opofferen om dat leeg te drinken. Een beetje later kwam één van de collega’s van die irritante party-fluitjes uitdelen, je weet wel…zo’n vreselijk snerpding met een opgerolde papieren teut die een erectie krijgt als je er op blaast. Daarbij werd gefluisterd dat we iedere keer op dat (on)ding moesten blazen als onze gids het woord ‘EEUW’ zou uitspreken. Nu moet je weten dat ik een teringhekel heb aan a) practical jokes b) lawaaierige gezelschappen en c) genant gedrag in het openbaar. Ik stopte dat fluitje in de diepste hoek van mijn handtas en hoorde gelaten toe hoe mijn busgenoten zich ondertussen vrolijk maakten in het aantal ‘fluitwoorden’ uitbreiden : meeuwen, leeuwen,geeuwen, schreeuwen. Kortom, Brugge zou het geweten hebben.
Eénmaal aangekomen in de schone stad begonnen onze gidsen aan hun klus. Na twee toetersalvo’s hadden ze het uiteraard door en werden ze handig in het omzeilen van het woord ‘eeuw’. Maar geen nood, een paar van onze jolige collega’s waren zo bereidwillig om vaak genoeg iets te roepen :’Van elke eeuw is daaa? TEUUUUUTTTT!!!’ Gevolgd door een bulderlach om het eigen gedrag.
Ik dook alsmaar dieper weg in mijn jas.
Op een bepaald moment hielden we halt op de markt van Brugge, ik was moe en lichtjes aangeschoten van een Straffe Hendrik op mijn lege maag en terwijl de gids uitleg gaf over een grote bol op een dak luisterende naar de naam ‘de Kettelaere’ gebeurde het. Ik vond het nogal schunnig klinken en kreeg de slappe lach. Niks aan de doen. Een beetje gegeneerd omdat ik daar zo om moest lachen ga ik tegen mijn man staan, verstop me onder zijn arm, zie dat iedereen naar me kijkt en lacht…lach nog harder en probeer gewoon onder mijn man zijn jas te kruipen en leg mijn hoofd tegen zijn schouder. Nog harder gelach van collega’s…Ik kijk omhoog om steun van mijn man en zie een twintigtal cm boven mij het verbijsterde gezicht van de man van mijn collega !!!! Ingehouden schreeuwtje…’Oei, OEI !! Ik ben mis…euh…zenuwachtige lach.’ De gids :’Wat scheelt er mevrouwtje?’ (algemene aandacht) Ik : (meer dan blozend) ‘ ‘k Had mij mispakt!’ Hoongelach. Op de markt van Brugge.Schandpaalgevoel. Op zijn zachtst uitgedrukt.
Ik bespaar jullie de plagerijen die ik de rest van de avond mocht aanhoren, eveneens wil ik jullie niet vertellen over hoe verschrikkelijk slecht de salade van geitenkaas was. Volslagen irrelevant was de berg ongedresseerde sla met grote stukken pijpajuin ( wie bedenkt zo’n woord?) en daar bovenop een aangebakken toastje en een plak geitenkaas uit le vieux fusil. Sommige mensen in het gezelschap bedienden zich in dat eethuisje nog rijkelijk van die miserable partyfluit…we werden snel populair…Ik denk dat het personeel van het bistrootje even opgelucht was als ikzelf toen we eindelijk naar huis gingen.
Maar voor de rest wens ik jullie een gezond en gelukkig jaar…tot in de eeuwen der eeuwen.
Fluffbunny.
Eénmaal aangekomen in de schone stad begonnen onze gidsen aan hun klus. Na twee toetersalvo’s hadden ze het uiteraard door en werden ze handig in het omzeilen van het woord ‘eeuw’. Maar geen nood, een paar van onze jolige collega’s waren zo bereidwillig om vaak genoeg iets te roepen :’Van elke eeuw is daaa? TEUUUUUTTTT!!!’ Gevolgd door een bulderlach om het eigen gedrag.
Ik dook alsmaar dieper weg in mijn jas.
Op een bepaald moment hielden we halt op de markt van Brugge, ik was moe en lichtjes aangeschoten van een Straffe Hendrik op mijn lege maag en terwijl de gids uitleg gaf over een grote bol op een dak luisterende naar de naam ‘de Kettelaere’ gebeurde het. Ik vond het nogal schunnig klinken en kreeg de slappe lach. Niks aan de doen. Een beetje gegeneerd omdat ik daar zo om moest lachen ga ik tegen mijn man staan, verstop me onder zijn arm, zie dat iedereen naar me kijkt en lacht…lach nog harder en probeer gewoon onder mijn man zijn jas te kruipen en leg mijn hoofd tegen zijn schouder. Nog harder gelach van collega’s…Ik kijk omhoog om steun van mijn man en zie een twintigtal cm boven mij het verbijsterde gezicht van de man van mijn collega !!!! Ingehouden schreeuwtje…’Oei, OEI !! Ik ben mis…euh…zenuwachtige lach.’ De gids :’Wat scheelt er mevrouwtje?’ (algemene aandacht) Ik : (meer dan blozend) ‘ ‘k Had mij mispakt!’ Hoongelach. Op de markt van Brugge.Schandpaalgevoel. Op zijn zachtst uitgedrukt.
Ik bespaar jullie de plagerijen die ik de rest van de avond mocht aanhoren, eveneens wil ik jullie niet vertellen over hoe verschrikkelijk slecht de salade van geitenkaas was. Volslagen irrelevant was de berg ongedresseerde sla met grote stukken pijpajuin ( wie bedenkt zo’n woord?) en daar bovenop een aangebakken toastje en een plak geitenkaas uit le vieux fusil. Sommige mensen in het gezelschap bedienden zich in dat eethuisje nog rijkelijk van die miserable partyfluit…we werden snel populair…Ik denk dat het personeel van het bistrootje even opgelucht was als ikzelf toen we eindelijk naar huis gingen.
Maar voor de rest wens ik jullie een gezond en gelukkig jaar…tot in de eeuwen der eeuwen.
Fluffbunny.
Abonneren op:
Posts (Atom)