Nieuwjaarsbrieven voorlezen
Altijd een hekel aan gehad
Al van in de tijd toen ik als jongste thuis me door de brief heen moest worstelen
Pogend het ernstig en gewichtig te doen
Maar aldoor proestend van het lachen omdat oudere broers gekke bekken naar me trokken
Wetend dat ik zou hikken van het lachen
Tranen rollend over wangen
Van pret en gène tegelijk
Nadien herhaling ten huize van grootouders
Meer publiek
Nog meer schaamte
En gemengde pret
Sta me dus toe mijn wensen te schrijven
Ik kan kort zijn
Laat in 2014 de ontroering toe
In een lach
Een traan
In schoonheid
In banden
Van vriendschap en liefde en bloedverwantschap.
Fluffbunny xxx
maandag 30 december 2013
zondag 29 december 2013
Pedagogen en premaritale seks.
Zomaar ineens was ik in gedachten terug op een retraite in Drongen.
Één van die geweldige vondsten van het katholieke onderwijs : bezinningsdagen.
Een proefje van het kloosterleven met hoop op een roeping? God mag het weten.
Hoedanook…we waren er met de voltallige klas, twintigers…overwegend meisjes en een paar jongens, de normaalschool was nog maar pas gemengd.
De pedagoge nam voorbeeldig deel aan de geforceerde gesprekken…een koppel vrijwilligers (dat soort is zwaar te mijden overigens) kwam vertellen over hun seksleven. Iets waar wij totaal geen boodschap aan hadden, de meesten onder ons waren nog aan het ontwaken na een slapeloze nacht vol drank en verboden dingen in de kloostercel. Ik uiteraard niet, zoals gebruikelijk aan de zijlijn kijkend en kritische voetnoten schrijvend.
Hoedanook…het koppel vertelde…neen, correctie : de vrouw vertelde en de man luisterde. Over hun zwangerschapspreventie, dat ze de methode van Ogino Knaus gebruikten. Ik bespaar u de uitleg, het volstaat te zeggen dat ik mijn puddinkje onaangeroerd liet staan.
De pegagoge, een lange vrouw die steevast keek alsof ze teveel boeken had gelezen, luisterde aandachtig, knikkend. Ze pikte in (daar had ze ook de neus voor) en begon over seks voor het huwelijk. De vrijwillige dame had immers gezegd dat ze bewust hadden gewacht tot na de trouwdag.
Onze pedagoge (iedereen weet dat onderwijsmensen geen seks hebben, net zo min als ouders en buren) bekende dat ze niet had gewacht. En dat ze daar spijt van had.
Waarom? Zo vroeg een klasgenote van mij (zij zag later Onze Lieve Vrouw van Fatima verschijnen, doch dit geheel terzijde)…
Wel, verduidelijkte de pedagoge, toen ging er plots zoveel aandacht naar seks dat we geen tijd namen om elkaar echt te leren kennen.
Dat er misschien wel waarheid school in haar uitspraak ging totaal aan me voorbij…ik kwam niet meer bij van het lachen in het besef dat deze gesteven schoenveter misschien wel een hete dondersteen was geweest. Na die dag was niks meer zeker…
Ik ben in het onderwijs gegaan.
Fluffbunny.
Één van die geweldige vondsten van het katholieke onderwijs : bezinningsdagen.
Een proefje van het kloosterleven met hoop op een roeping? God mag het weten.
Hoedanook…we waren er met de voltallige klas, twintigers…overwegend meisjes en een paar jongens, de normaalschool was nog maar pas gemengd.
De pedagoge nam voorbeeldig deel aan de geforceerde gesprekken…een koppel vrijwilligers (dat soort is zwaar te mijden overigens) kwam vertellen over hun seksleven. Iets waar wij totaal geen boodschap aan hadden, de meesten onder ons waren nog aan het ontwaken na een slapeloze nacht vol drank en verboden dingen in de kloostercel. Ik uiteraard niet, zoals gebruikelijk aan de zijlijn kijkend en kritische voetnoten schrijvend.
Hoedanook…het koppel vertelde…neen, correctie : de vrouw vertelde en de man luisterde. Over hun zwangerschapspreventie, dat ze de methode van Ogino Knaus gebruikten. Ik bespaar u de uitleg, het volstaat te zeggen dat ik mijn puddinkje onaangeroerd liet staan.
De pegagoge, een lange vrouw die steevast keek alsof ze teveel boeken had gelezen, luisterde aandachtig, knikkend. Ze pikte in (daar had ze ook de neus voor) en begon over seks voor het huwelijk. De vrijwillige dame had immers gezegd dat ze bewust hadden gewacht tot na de trouwdag.
Onze pedagoge (iedereen weet dat onderwijsmensen geen seks hebben, net zo min als ouders en buren) bekende dat ze niet had gewacht. En dat ze daar spijt van had.
Waarom? Zo vroeg een klasgenote van mij (zij zag later Onze Lieve Vrouw van Fatima verschijnen, doch dit geheel terzijde)…
Wel, verduidelijkte de pedagoge, toen ging er plots zoveel aandacht naar seks dat we geen tijd namen om elkaar echt te leren kennen.
Dat er misschien wel waarheid school in haar uitspraak ging totaal aan me voorbij…ik kwam niet meer bij van het lachen in het besef dat deze gesteven schoenveter misschien wel een hete dondersteen was geweest. Na die dag was niks meer zeker…
Ik ben in het onderwijs gegaan.
Fluffbunny.

woensdag 25 december 2013
Van Kassel en vestimentaire foutjes...
Gisteren vierden we Kerst bij mijn vader, samen met mijn broers. Op een bepaald moment kwamen de reizen die ik als min of meer jong meisje samen met mijn ouders had gemaakt ter sprake.
Albums werden bovengehaald en doorbladerd, herinneringen opgehaald, nieuwe reisplannen gemaakt.
Plots kwam het fotoalbum van Documenta Kassel 1992 boven water…ik moet 26 geweest zijn.
Hele leuke foto’s, artistieke experimenten zelfs, ideeën van mijn vader : ‘Ga eens daar staan, ja zo…kijk eens schuin naar omhoog!’ Dat soort dingen. Ik had het album achteraf met veel geduld en toewijding voorzien van tekeningen, commentaar, namen van kunstenaars.
Maar dat verzonk plots allemaal in het niets bij het steeds opduiken van een wel zeer fout gekozen outfit van mij. Het zal in die tijd vast wel modieus geweest zijn, maar het zag er na al die tijd behoorlijk fout uit : de gevreesde koersbroek ofte een zeer nauw aansluitende legging tot net boven mijn knieën. Ik herinner me popsterren die ze droegen, maar dan waren ze meestal zwart. De broeken, niet de popsterren. Het exemplaar wat ik echter had uitgekozen was perzikroze, peach…jawel. Dat betekent zoveel als bijna huidkleurig. U hoort me al komen. Dit in combinatie met een Madonnatopje, buik bloot…zwaar fout dus.
Het ergste is dat ik het blijkbaar zelf zo geslaagd vond dat ik er wel op 1000 foto’s mee lijk te poseren, in voor-en achteraanzicht, de tango van het blote kontje zeg maar. Mijn broers en schoonzussen vonden het mateloos amusant en bladerden steeds harder lachend door het album, op zoek naar meer wardrobe malfunction. Mijn dochters vonden het niet eens grappig maar schaamden zich een ongeluk, vergelijkingen met Miley Cyrus werden mij niet bespaard.
Moeders horen ten allen tijde deftig te zijn, het idee dat ze ooit jong, blond en slank waren is vaak een brug te ver voor kinderen.
Maar wat mij vooral bijblijft van het album was een foto van mijn moeder met Mo Edoga, een zwarte kunstenaar die daar tijdens die editie van Documenta een houten constructie maakte, een groeiend kunstwerk. Mijn ma, allesbehalve stijfdeftig, maar breed glimlachend naast een nog veel breder lachende Mo Edoga, zijn gespierde arm om haar schouder…
Wat is kunst? De blik in haar ogen, dat was kunst.
Fluffbunny
Albums werden bovengehaald en doorbladerd, herinneringen opgehaald, nieuwe reisplannen gemaakt.
Plots kwam het fotoalbum van Documenta Kassel 1992 boven water…ik moet 26 geweest zijn.
Hele leuke foto’s, artistieke experimenten zelfs, ideeën van mijn vader : ‘Ga eens daar staan, ja zo…kijk eens schuin naar omhoog!’ Dat soort dingen. Ik had het album achteraf met veel geduld en toewijding voorzien van tekeningen, commentaar, namen van kunstenaars.
Maar dat verzonk plots allemaal in het niets bij het steeds opduiken van een wel zeer fout gekozen outfit van mij. Het zal in die tijd vast wel modieus geweest zijn, maar het zag er na al die tijd behoorlijk fout uit : de gevreesde koersbroek ofte een zeer nauw aansluitende legging tot net boven mijn knieën. Ik herinner me popsterren die ze droegen, maar dan waren ze meestal zwart. De broeken, niet de popsterren. Het exemplaar wat ik echter had uitgekozen was perzikroze, peach…jawel. Dat betekent zoveel als bijna huidkleurig. U hoort me al komen. Dit in combinatie met een Madonnatopje, buik bloot…zwaar fout dus.
Het ergste is dat ik het blijkbaar zelf zo geslaagd vond dat ik er wel op 1000 foto’s mee lijk te poseren, in voor-en achteraanzicht, de tango van het blote kontje zeg maar. Mijn broers en schoonzussen vonden het mateloos amusant en bladerden steeds harder lachend door het album, op zoek naar meer wardrobe malfunction. Mijn dochters vonden het niet eens grappig maar schaamden zich een ongeluk, vergelijkingen met Miley Cyrus werden mij niet bespaard.
Moeders horen ten allen tijde deftig te zijn, het idee dat ze ooit jong, blond en slank waren is vaak een brug te ver voor kinderen.
Maar wat mij vooral bijblijft van het album was een foto van mijn moeder met Mo Edoga, een zwarte kunstenaar die daar tijdens die editie van Documenta een houten constructie maakte, een groeiend kunstwerk. Mijn ma, allesbehalve stijfdeftig, maar breed glimlachend naast een nog veel breder lachende Mo Edoga, zijn gespierde arm om haar schouder…
Wat is kunst? De blik in haar ogen, dat was kunst.
Fluffbunny

zondag 22 december 2013
41.
Vorige week kreeg ik onverwacht een telefoontje van mijn jongste nicht.
Dat de buitenlanders voor de feesten in België waren en of we niet op de valreep een samenzijn zouden plannen.
Zowat de helft van de kleine familie is uitgeweken naar Canada, New York en Singapore.
Zoals het gewoonlijk gaat met short notice afspraken, kon niet iedereen komen.
Buitenlanders met vakantie in het vaderland zijn meestal meteen volgeboekt.
Hoedanook, zelfs in beperkte oplage zijn we nog graag samen en we verzamelden dus in het verre Geluwe…
Dat zo’n bijeenkomst dan meteen, vanaf de eerste seconde dat je er arriveert, “vroeger” en nostalgie ademt.
Dat mijn vaders jongste broer, ondanks het feit dat hij net officieel met pensioen is gegaan, nog steeds de hippe jonge nonkel is…met een stel leuke drukke kleinkinderen die hem opeisen en aanbidden.
Kortrijkse nichtjes ondanks verschillen nog steeds als een soort tweeling, de oudste altijd een tikkeltje nuchter en analyserend maar altijd warm en lief, het hoofd een klein beetje schuin om te tonen dat ze ècht naar je luistert. De jongste (tevens de gastvrouw) druk in de weer, bijwijlen geluidloos schaterlachend om onze gesprekken (bij mijn weten is zij de enige persoon ter wereld die zo hard kan lachen zonder geluid…tranen wachtend in haar onderste oogleden om lachend over haar wangen te stromen) .
Ze is binnenhuisarchitecte, wat betekent dat je je bij de meeste voorwerpen in huis even moet afvragen of ze enkel decoratief zijn of toch bruikbaar. Zo dronken we water uit iets zeer broos van wit porselein, leken het peper-en zoutvat nog te leven en was ik er niet gerust in dat de designluchter geen vlam zou vatten…maar mooi dat het was!
We dachten na een uur of twee dat de Canadezen niet meer zouden komen, toen we plots nog een auto op de oprijlaan zagen verschijnen. Daar waren ze toch nog, oudste neef en zijn op Sheryl Crow lijkende vrouw…het was werkelijk jaren geleden dat ik ze had gezien. En weer hetzelfde scenario, in een oogwenk viel alles op zijn plaats. Anekdotes van zondagnamiddagen bij de grootouders werden opgedist, in de smakelijke stijl waarin M nog steeds kan vertellen…de opgezette hond van tante G, het trapluik van meetje Tack …
Plots vertelde mijn jongste nicht dat ze geen facebook-account heeft maar dat ze wel dagelijks op mijn Fluffbunny pagina kijkt, die ik de laatste tijd schandelijk verwaarloos.
“Ja, ik kijk altijd tijdens mijn lunchpauze maar iedere keer staat er nog steeds ‘40’. Geen nieuwe verhaaltjes….maar ik kijk iedere dag hoor!”
Vandaar, lieve Eva…speciaal voor jou : 41 ! Met veel liefde en nagenietend van een zalig fijne avond. Ik ben gezegend met een heel warme familie.
Fluffbunny
Dat de buitenlanders voor de feesten in België waren en of we niet op de valreep een samenzijn zouden plannen.
Zowat de helft van de kleine familie is uitgeweken naar Canada, New York en Singapore.
Zoals het gewoonlijk gaat met short notice afspraken, kon niet iedereen komen.
Buitenlanders met vakantie in het vaderland zijn meestal meteen volgeboekt.
Hoedanook, zelfs in beperkte oplage zijn we nog graag samen en we verzamelden dus in het verre Geluwe…
Dat zo’n bijeenkomst dan meteen, vanaf de eerste seconde dat je er arriveert, “vroeger” en nostalgie ademt.
Dat mijn vaders jongste broer, ondanks het feit dat hij net officieel met pensioen is gegaan, nog steeds de hippe jonge nonkel is…met een stel leuke drukke kleinkinderen die hem opeisen en aanbidden.
Kortrijkse nichtjes ondanks verschillen nog steeds als een soort tweeling, de oudste altijd een tikkeltje nuchter en analyserend maar altijd warm en lief, het hoofd een klein beetje schuin om te tonen dat ze ècht naar je luistert. De jongste (tevens de gastvrouw) druk in de weer, bijwijlen geluidloos schaterlachend om onze gesprekken (bij mijn weten is zij de enige persoon ter wereld die zo hard kan lachen zonder geluid…tranen wachtend in haar onderste oogleden om lachend over haar wangen te stromen) .
Ze is binnenhuisarchitecte, wat betekent dat je je bij de meeste voorwerpen in huis even moet afvragen of ze enkel decoratief zijn of toch bruikbaar. Zo dronken we water uit iets zeer broos van wit porselein, leken het peper-en zoutvat nog te leven en was ik er niet gerust in dat de designluchter geen vlam zou vatten…maar mooi dat het was!
We dachten na een uur of twee dat de Canadezen niet meer zouden komen, toen we plots nog een auto op de oprijlaan zagen verschijnen. Daar waren ze toch nog, oudste neef en zijn op Sheryl Crow lijkende vrouw…het was werkelijk jaren geleden dat ik ze had gezien. En weer hetzelfde scenario, in een oogwenk viel alles op zijn plaats. Anekdotes van zondagnamiddagen bij de grootouders werden opgedist, in de smakelijke stijl waarin M nog steeds kan vertellen…de opgezette hond van tante G, het trapluik van meetje Tack …
Plots vertelde mijn jongste nicht dat ze geen facebook-account heeft maar dat ze wel dagelijks op mijn Fluffbunny pagina kijkt, die ik de laatste tijd schandelijk verwaarloos.
“Ja, ik kijk altijd tijdens mijn lunchpauze maar iedere keer staat er nog steeds ‘40’. Geen nieuwe verhaaltjes….maar ik kijk iedere dag hoor!”
Vandaar, lieve Eva…speciaal voor jou : 41 ! Met veel liefde en nagenietend van een zalig fijne avond. Ik ben gezegend met een heel warme familie.
Fluffbunny
vrijdag 1 november 2013
Van kippenfilets en vleselijke lusten....
Slagersverhalen…
Vrouwelijke klant voor mij in de winkel doet haar beklag tegen slager dat haar dochter van 14 ‘mier naor de peirden kijkt dan noar de jong’ns’.
Wanneer ze de winkel verlaat, kijkt de slager naar mij en zegt, met gemeende verbazing en een ernst die ik niet van hem gewoon ben : ’Allez, heb je dat nu gehoord? Ik vind dat ze zo haastig niet moeten zijn. Ik was altijd opgelucht als die van mij nog niet te vroeg op de versiertoer gingen.’
Ik knik eensgezind van ja en we gaan onder het uitscheppen van een potje beleg en het snijden van de beenhesp van het huis door met opsommen van voordelen van ‘er niet te jong aan beginnen’.
In zijn enthousiasme begint hij te vertellen over het liefdesbriefje dat hij in de fietsbel van zijn vriendinnetje (nu de kordate slagersvrouw) had gestopt en zijn ogen beginnen nog te schitteren bij de herinnering aan het effect.
Ik ga helemaal mee in zijn romantisch verhaal en plots merken we dat er ondertussen een nieuwe klant de winkel is binnengekomen.
Hij kijkt een beetje grimmig en ongeduldig, waaruit we afleiden dat hij niet gewacht heeft om de vleselijke liefde te consumeren en dat hij ook nu geen zin heeft om te wachten op zijn stukje vlees.
Haastig besluiten we ons gesprek…
Romantiek tussen de fijne vleeswaren. Het moet eens kunnen.
Fluffbunny.
Vrouwelijke klant voor mij in de winkel doet haar beklag tegen slager dat haar dochter van 14 ‘mier naor de peirden kijkt dan noar de jong’ns’.
Wanneer ze de winkel verlaat, kijkt de slager naar mij en zegt, met gemeende verbazing en een ernst die ik niet van hem gewoon ben : ’Allez, heb je dat nu gehoord? Ik vind dat ze zo haastig niet moeten zijn. Ik was altijd opgelucht als die van mij nog niet te vroeg op de versiertoer gingen.’
Ik knik eensgezind van ja en we gaan onder het uitscheppen van een potje beleg en het snijden van de beenhesp van het huis door met opsommen van voordelen van ‘er niet te jong aan beginnen’.
In zijn enthousiasme begint hij te vertellen over het liefdesbriefje dat hij in de fietsbel van zijn vriendinnetje (nu de kordate slagersvrouw) had gestopt en zijn ogen beginnen nog te schitteren bij de herinnering aan het effect.
Ik ga helemaal mee in zijn romantisch verhaal en plots merken we dat er ondertussen een nieuwe klant de winkel is binnengekomen.
Hij kijkt een beetje grimmig en ongeduldig, waaruit we afleiden dat hij niet gewacht heeft om de vleselijke liefde te consumeren en dat hij ook nu geen zin heeft om te wachten op zijn stukje vlees.
Haastig besluiten we ons gesprek…
Romantiek tussen de fijne vleeswaren. Het moet eens kunnen.
Fluffbunny.
maandag 14 oktober 2013
Grote wens van een klein hart.
Liefst wou ik
Dat niemand ooit nog een geliefde zou moeten verliezen
Maar hoe moet dat dan met de overbevolking en zo?
Daarom wens ik maar
Voor iedereen
En mezelf in het bijzonder
(er is tenslotte een grens aan mijn altruïsme)
Een dun laagje gewapend beton
Rond het hart
Of misschien
Een beetje plamuursel
Om het gat te vullen
Dat valt bij een verlies.
Fluffbunny
Dat niemand ooit nog een geliefde zou moeten verliezen
Maar hoe moet dat dan met de overbevolking en zo?
Daarom wens ik maar
Voor iedereen
En mezelf in het bijzonder
(er is tenslotte een grens aan mijn altruïsme)
Een dun laagje gewapend beton
Rond het hart
Of misschien
Een beetje plamuursel
Om het gat te vullen
Dat valt bij een verlies.
Fluffbunny
donderdag 3 oktober 2013
Fluffbunny in Mopperland
Wat is dat toch met die kritiek van vrouwen op hun eigen seksegenoten? We zijn eeuwenlang miskend geweest, waren enkel goed voor de was en de plas en het produceren van een nageslacht en nu de mannen ons naar waarde schatten en we onze plaats in de maatschappij hebben veroverd gaan we elkaar afkatten?
Het is zeer zeker een veralgemening maar toch…waarom vinden we het nodig om bij andere vrouwen naar de barst in het plamuursel te zoeken. ‘Oja, zeer zeker is ze mooi, maar dom, dòm!’
Of…”Tja, zo kan ik het ook, botox! “
We gaan nog verder, we veroordelen mannen die de dames die niet aan onze normen voldoen wèl goedkeuren. ‘Hoe kunnen ze nu Astrid Bryan knap vinden?’
Gewoon, omdat ze knap is misschien? Of, omdat ze het fijn vinden om naar een pin up te kijken. Is dat nieuw? Waarom dwepen we met Marilyn Monroe en sabelen we Cher neer? Of is het ‘van de doden niks dan goeds’?
Of dame Astrid Bryan al dan niet dom is, kan me weinig schelen. Er is een markt voor zulke programma’s, de kijker krijgt wat hij vraagt.Niemand dwingt me te kijken. Of ze onecht is? Waarop is dat oordeel gebaseerd? Ooit een lang gesprek met haar gehad?
We hangen een bordje met “zonder haatstraat” aan ons venster en we slagen er nog niet in om een zonder-haathart te hebben voor één van ons.
We leren kinderen dat ze niet bevooroordeeld mogen zijn en we stellen onszelf boven die raad.
Dàt, lieve mensen, vind ik pas amazing.
Fluffbunny
Het is zeer zeker een veralgemening maar toch…waarom vinden we het nodig om bij andere vrouwen naar de barst in het plamuursel te zoeken. ‘Oja, zeer zeker is ze mooi, maar dom, dòm!’
Of…”Tja, zo kan ik het ook, botox! “
We gaan nog verder, we veroordelen mannen die de dames die niet aan onze normen voldoen wèl goedkeuren. ‘Hoe kunnen ze nu Astrid Bryan knap vinden?’
Gewoon, omdat ze knap is misschien? Of, omdat ze het fijn vinden om naar een pin up te kijken. Is dat nieuw? Waarom dwepen we met Marilyn Monroe en sabelen we Cher neer? Of is het ‘van de doden niks dan goeds’?
Of dame Astrid Bryan al dan niet dom is, kan me weinig schelen. Er is een markt voor zulke programma’s, de kijker krijgt wat hij vraagt.Niemand dwingt me te kijken. Of ze onecht is? Waarop is dat oordeel gebaseerd? Ooit een lang gesprek met haar gehad?
We hangen een bordje met “zonder haatstraat” aan ons venster en we slagen er nog niet in om een zonder-haathart te hebben voor één van ons.
We leren kinderen dat ze niet bevooroordeeld mogen zijn en we stellen onszelf boven die raad.
Dàt, lieve mensen, vind ik pas amazing.
Fluffbunny
maandag 26 augustus 2013
De man met de latextanden
Mevrouw,
(Zegt de volslagen onbekende oudere heer kordaat.)
Ik schud nooit iemand de hand
En ik zal zeker ook nooit iemand kussen.
Ik ben allergisch voor antibiotica
En toch ben ik nooit ziek.
Wat leidt u daaruit af, mevrouw?
(Ik bekijk even zijn spierwitte, gesteven overhemd met korte mouwen, zijn buideltasje en zijn flonkerende kronen – ik meen zelfs even dat reclame’ping’geluidje te horen ten teken van hoogglans- en blijf het antwoord schuldig.)
Hygiëne mevrouw ! Hygiëne !!! Hygiëne is alles !!!
(Ik vind hem plots heel akelig
En ben blij dat er wat hondenhaar aan mijn jeans hangt.)

(Zegt de volslagen onbekende oudere heer kordaat.)
Ik schud nooit iemand de hand
En ik zal zeker ook nooit iemand kussen.
Ik ben allergisch voor antibiotica
En toch ben ik nooit ziek.
Wat leidt u daaruit af, mevrouw?
(Ik bekijk even zijn spierwitte, gesteven overhemd met korte mouwen, zijn buideltasje en zijn flonkerende kronen – ik meen zelfs even dat reclame’ping’geluidje te horen ten teken van hoogglans- en blijf het antwoord schuldig.)
Hygiëne mevrouw ! Hygiëne !!! Hygiëne is alles !!!
(Ik vind hem plots heel akelig
En ben blij dat er wat hondenhaar aan mijn jeans hangt.)

vrijdag 16 augustus 2013
Vliegengordijn
Het bovenhalen van het vliegengordijn
Kondigde de zomer aan.
Tot de eerste koude dagen bleef het hangen
In de achterdeur
Die enkel ’s nachts gesloten werd
De hele dag door hoorde je het zachte tikken van de linten tegen de deurlijst of de muur
En op de plaats waar ik zat aan de keukentafel
Kreeg ik bij genoeg wind
Wel eens een verdwaald lint tegen mijn bloot kinderbeen.
Na een paar zomers
Waren de linten verbleekt door de zon
En hingen ze door
Tot je er per ongeluk één aftrapte
Waarvan de vliegen schandelijk misbruik maakten
Om binnen te komen en op je huid te komen zitten.
Wat als gevolg had
Dat mijn vader ’s zomers zijn middagdutje deed
Onder een schutting van vellen krantenpagina’s
Als een valse dakloze.
Fluffbunny
Kondigde de zomer aan.
Tot de eerste koude dagen bleef het hangen
In de achterdeur
Die enkel ’s nachts gesloten werd
De hele dag door hoorde je het zachte tikken van de linten tegen de deurlijst of de muur
En op de plaats waar ik zat aan de keukentafel
Kreeg ik bij genoeg wind
Wel eens een verdwaald lint tegen mijn bloot kinderbeen.
Na een paar zomers
Waren de linten verbleekt door de zon
En hingen ze door
Tot je er per ongeluk één aftrapte
Waarvan de vliegen schandelijk misbruik maakten
Om binnen te komen en op je huid te komen zitten.
Wat als gevolg had
Dat mijn vader ’s zomers zijn middagdutje deed
Onder een schutting van vellen krantenpagina’s
Als een valse dakloze.
Fluffbunny

woensdag 14 augustus 2013
Van hazenslaapjes en drakendoders...
Man is vertrokken naar het werk
Dochters liggen nog te slapen
Wanneer me plots een soort loomheid overvalt
En ik besluit
Om ook nog even een hazenslaapje te doen
Grote bed voor mij alleen
Raam wijd open.
Buurvrouw is onthaalmoeder
En in haar tuin
Op een paar meter van mijn slaperige oren
Spelen twee kleuters
Hij gromt en brult als een draak
Zij gilt en lacht tegelijk
Ik hoor haar kleine kindervoetjes tegen het plastieken kasteel trommelen
Van opwinding en plezier
En het lijkt me plots
Alsof ik in zo’n pop up sprookjesboek kijk
Waarbij ik bij ieder geluid
Een prachtig gekleurd driedimensoniaal
Sprookjestafereel te zien krijg.
Ik blijf wakker
En voel me weer even helemaal
Zo blij als een kind.
Fluffbunny
Dochters liggen nog te slapen
Wanneer me plots een soort loomheid overvalt
En ik besluit
Om ook nog even een hazenslaapje te doen
Grote bed voor mij alleen
Raam wijd open.
Buurvrouw is onthaalmoeder
En in haar tuin
Op een paar meter van mijn slaperige oren
Spelen twee kleuters
Hij gromt en brult als een draak
Zij gilt en lacht tegelijk
Ik hoor haar kleine kindervoetjes tegen het plastieken kasteel trommelen
Van opwinding en plezier
En het lijkt me plots
Alsof ik in zo’n pop up sprookjesboek kijk
Waarbij ik bij ieder geluid
Een prachtig gekleurd driedimensoniaal
Sprookjestafereel te zien krijg.
Ik blijf wakker
En voel me weer even helemaal
Zo blij als een kind.
Fluffbunny

zaterdag 27 juli 2013
Inkijk.
Ik beken
Een pekelzonde
Terugkerend
Ik ga wel vaker , als ik weet dat mijn vader een paar dagen niet thuis is
Even ronddolen in het ouderlijk huis
Op een boogscheut van waar ik woon.
Dan kijk ik even in de kleerkast van mijn moeder,
Probeer of ik al in die paarse fluwelen jas pas
Maar hij blijft te groot
Probeer het Chanelpakje waar ze zo fier op was
Maar dat blijft te klein.
En plots vind ik een verloren gewaand schrift
Een soort poëzie-album
Vol teksten van vriendinnen en een pril eerste lief
En ook speciaal voor mij geschreven
Een nonsenstekst van jongste broer
En iets dichterlijks van de oudste
En dan ineens
Kan ik niet meer lezen door de tranen
Omdat ik me gezegend voel
Daar , in dat gezin, opgegroeid te zijn.
Fluffbunny
(foto muur woonkamer ouderlijk huis)
Een pekelzonde
Terugkerend
Ik ga wel vaker , als ik weet dat mijn vader een paar dagen niet thuis is
Even ronddolen in het ouderlijk huis
Op een boogscheut van waar ik woon.
Dan kijk ik even in de kleerkast van mijn moeder,
Probeer of ik al in die paarse fluwelen jas pas
Maar hij blijft te groot
Probeer het Chanelpakje waar ze zo fier op was
Maar dat blijft te klein.
En plots vind ik een verloren gewaand schrift
Een soort poëzie-album
Vol teksten van vriendinnen en een pril eerste lief
En ook speciaal voor mij geschreven
Een nonsenstekst van jongste broer
En iets dichterlijks van de oudste
En dan ineens
Kan ik niet meer lezen door de tranen
Omdat ik me gezegend voel
Daar , in dat gezin, opgegroeid te zijn.
Fluffbunny

(foto muur woonkamer ouderlijk huis)
zaterdag 13 juli 2013
Dertig.
Bruiloft van vrienden die al dertig jaar samen zijn.
Uitgelezen weer, feest in mooie tuin.
Bruid met zwart haar straalt in vlammend rode jurk,
Bruidegom met de jaren mooier geworden houdt het bij een knalrood strikje op een zandkleurig pak.
Overal kleurrijke gebedsvlaggetjes (hij heeft de hele wereld afgereisd en dat zie je, proef je, hoor je aan de muziek)
Receptie duurt lang maar is erg fijn, harmonie speelt in de tuin
Een dochter zingt zeer mooi.
Op een paar meter tegenover mij zie ik een man met grijzend haar
Hij komt me zeer bekend voor en ik zie hem ook onderzoekend naar mij kijken met een blik van
‘Waar ken ik haar in godsnaam van?’
Plots visualiseer ik hem in een witte schort en realiseer ik me dat het mijn gynaecoloog is
En ik dank God omdat hij me na een kort schietgebedje behoedt voor herkenning.
Op een bepaald moment, na veel heerlijkheden op het bord en in het glas
Komt de broer van de bruid een praatje slaan aan onze tafel.
Hij leunt voorover op onze tafel en vertelt over zijn werk
In zijn onnavolgbaar grappige stijl.
Plots zie ik een jonge vrouw zijn richting uit komen
En knijpt ze speels in zijn billen,
Hij veert verschrikt rechtop
Zij kleurt als de jurk van de bruid
Vergissing!
Verkeerde kont.
Vriend lacht smakelijk
En is blij om de vergissing
Als zestigjarige kontgewijs verward worden met een snaak van dertig
Het is op zijn minst flatteus.
Fluffbunny
Uitgelezen weer, feest in mooie tuin.
Bruid met zwart haar straalt in vlammend rode jurk,
Bruidegom met de jaren mooier geworden houdt het bij een knalrood strikje op een zandkleurig pak.
Overal kleurrijke gebedsvlaggetjes (hij heeft de hele wereld afgereisd en dat zie je, proef je, hoor je aan de muziek)
Receptie duurt lang maar is erg fijn, harmonie speelt in de tuin
Een dochter zingt zeer mooi.
Op een paar meter tegenover mij zie ik een man met grijzend haar
Hij komt me zeer bekend voor en ik zie hem ook onderzoekend naar mij kijken met een blik van
‘Waar ken ik haar in godsnaam van?’
Plots visualiseer ik hem in een witte schort en realiseer ik me dat het mijn gynaecoloog is
En ik dank God omdat hij me na een kort schietgebedje behoedt voor herkenning.
Op een bepaald moment, na veel heerlijkheden op het bord en in het glas
Komt de broer van de bruid een praatje slaan aan onze tafel.
Hij leunt voorover op onze tafel en vertelt over zijn werk
In zijn onnavolgbaar grappige stijl.
Plots zie ik een jonge vrouw zijn richting uit komen
En knijpt ze speels in zijn billen,
Hij veert verschrikt rechtop
Zij kleurt als de jurk van de bruid
Vergissing!
Verkeerde kont.
Vriend lacht smakelijk
En is blij om de vergissing
Als zestigjarige kontgewijs verward worden met een snaak van dertig
Het is op zijn minst flatteus.
Fluffbunny

donderdag 11 juli 2013
woensdag 10 juli 2013
Met de grimlach...
Laat mij positief beginnen : de tandarts levert prachtig werk. Mijn dochters die allebei mijn probleemgebit geërfd hadden, hebben ondertussen een perfect regelmatige tandpastaglimlach. Hij kent dus zijn vak. Maar het is altijd weer afwachten welke nieuwe prekerige boodschappen de tandarts in zijn wachtzaal heeft hangen. Vorige keer was het lachen om :
’Met de griep in het land ,schudt uw tandarts u niet de hand. Uw tandarts is met u begaan. Moge een glimlach en een welkom in deze periode voor u volstaan.‘
Meestal hangen er ook meerdere uitdrukkelijke verzoeken om geen afspraken te vergeten of te laat te annuleren. Blijkbaar waren die niet streng genoeg.
Vandaag las ik met verstomming deze charmante boodschap:
“Voor afspraken die niet minstens 48u op voorhand geannuleerd worden, kan de volledige som van een consultatie aangerekend worden. Deze wordt niet door uw ziekenfonds terugbetaald. Patiënten die herhaaldelijk hun afspraken niet nakomen, zullen uit ons patiëntenbestand geweerd worden. Wij hebben voldoende aanvragen voor nieuwe patiënten. Tijdverlies kunnen wij best missen. Dergelijk gedrag getuigt van geen respect voor uw tandarts en andere patiënten.”
Ik had zeer veel zin om na ‘tijdverlies kunnen wij best missen’ te schrijven ‘als kiespijn’ maar ik vrees dat ik voor dergelijk wangedrag uit het patiëntenbestand zou geweerd worden.
Fluffbunny
’Met de griep in het land ,schudt uw tandarts u niet de hand. Uw tandarts is met u begaan. Moge een glimlach en een welkom in deze periode voor u volstaan.‘
Meestal hangen er ook meerdere uitdrukkelijke verzoeken om geen afspraken te vergeten of te laat te annuleren. Blijkbaar waren die niet streng genoeg.
Vandaag las ik met verstomming deze charmante boodschap:
“Voor afspraken die niet minstens 48u op voorhand geannuleerd worden, kan de volledige som van een consultatie aangerekend worden. Deze wordt niet door uw ziekenfonds terugbetaald. Patiënten die herhaaldelijk hun afspraken niet nakomen, zullen uit ons patiëntenbestand geweerd worden. Wij hebben voldoende aanvragen voor nieuwe patiënten. Tijdverlies kunnen wij best missen. Dergelijk gedrag getuigt van geen respect voor uw tandarts en andere patiënten.”
Ik had zeer veel zin om na ‘tijdverlies kunnen wij best missen’ te schrijven ‘als kiespijn’ maar ik vrees dat ik voor dergelijk wangedrag uit het patiëntenbestand zou geweerd worden.
Fluffbunny

dinsdag 9 juli 2013
Opruiming
Kasten leegmaken en kleren wegdoen,
ik ben er niet goed in.
Mijn eigen oude kleren die te klein of compleet gedemodeerd zijn,
daar neem ik moeiteloos afstand van.
Maar die jassen van mijn dochters,
waarin ik ze naar school zag vertrekken
of naar een kamp in de zomer.
Die ik terugzie op foto's van vakanties
klimmend op een heuvel
of op een schommel in één of andere speeltuin.
Die hun kinderjaren beschutten
tegen regen en koude,
Daar bloedt mijn hart altijd weer een beetje van.
Ik kijk nog even naar de stapel
daar zo koud op de vloer
en probeer niet te denken en niet te voelen
maar zoals gewoonlijk
lukt dat niet.
Fluffbunny
ik ben er niet goed in.
Mijn eigen oude kleren die te klein of compleet gedemodeerd zijn,
daar neem ik moeiteloos afstand van.
Maar die jassen van mijn dochters,
waarin ik ze naar school zag vertrekken
of naar een kamp in de zomer.
Die ik terugzie op foto's van vakanties
klimmend op een heuvel
of op een schommel in één of andere speeltuin.
Die hun kinderjaren beschutten
tegen regen en koude,
Daar bloedt mijn hart altijd weer een beetje van.
Ik kijk nog even naar de stapel
daar zo koud op de vloer
en probeer niet te denken en niet te voelen
maar zoals gewoonlijk
lukt dat niet.
Fluffbunny

maandag 8 juli 2013
De spreeuweneter.
In bad liggend dwalen mijn gedachten naar een jeugdliefde, nu ja, zo jeugdig ook weer niet. Ik gaf al les, ik moet begin de twintig geweest zijn. Hij vond een ligbad nemen vies, in je eigen vuil weken, noemde hij het. Ik had toen al moeten rechtsomkeert maken, de sul.
Het was een vriend van mijn jongste broer en hij deed iets vaags met muziek. Hij was al een paar keer bij ons thuis geweest en ik mocht ook een keertje mee uit (lang leve mijn broer die dit geregeld had). Op een dag nodigde mijn moeder hem zelfs uit om hem te trakteren op een heerlijk streekgerecht, een beetje illegaal wel : spreeuwen. Ik weet nog dat mijn vader dit maar matig kon waarderen, hij at immers een stuk of twintig spreeuwtjes,de veelvraat, ik zie nog de berg karkasjes op zijn bord voor me. Hij liet me een demo horen van zijn nieuwste nummer en naïef als ik was droomde ik even dat het éne nummer voor mij bedoeld was. Hij liet me Jef Geeraerts lezen en snob als ik ben vond ik hem een soort literaire en muzikale guru. Bart heette hij en zijn familienaam was al even courant. Hij vroeg me of ik zin had om langs te komen op zijn studentenkamer in Gent, dan konden we misschien samen iets doen. We spraken af om twee uur ’s namiddags ergens in de zomervakantie.
Toen ik op het bewuste moment aanbelde werd er niet opengemaakt. Het was in het pre-gsm-tijdperk dus daar stond ik dan… Na een paar keer bellen droop ik af en ging me op mij geheel typerende wijze troosten door teveel en te zware boeken te kopen in Fnac. Een uur later belde ik nog even bij zijn zus aan, die naast hem een kamer had. Zij was wel thuis en zei dat ze hem had horen opstaan en douchen. Tweede poging dus. Dit keer deed hij wel open, zich zeer nonchalant verontschuldigend:’Shit,ik sliep nog, ik was helemaal vergeten dat je zou komen.’ Ik weet niet of het deze teleurstellende bekentenis was of de vreselijke knoert van een zweer op zijn neusvleugel die mijn ontluikende liefde de doodsteek gaf. De cola die we samen dronken op een terras smaakte me niet, ik zag dat hij zelfs lichtjes gegeneerd was om met mij gezien te worden, hij zat in elkaar gedoken als een geslagen hond. Bovendien wou ik er echt geen getuige van zijn als de dunne huid om die gespannen zweer het zou begeven, het kon nu ieder ogenblik gebeuren.
Ik weet niet meer wie van ons beiden de verlossende afscheidswoorden sprak, misschien had hij nog iets te doen, het kan ook zijn dat ik hem wijsmaakte dat ik een trein moest halen (terwijl mijn broer me naar huis zou brengen met de wagen). Hoedanook, ik keerde hem de rug toe, vroeg me af welk boek ik eerst zou lezen en was blij dat ik nooit zijn familienaam zou moeten dragen.
Mijn vader gromde ,toen hij het verhaal ’s avonds aan tafel hoorde :’Hm, ik vond hem al niks voor jou, de spreeuweneter.Welke boeken heb je meegebracht?’
Fluffbunny.
Het was een vriend van mijn jongste broer en hij deed iets vaags met muziek. Hij was al een paar keer bij ons thuis geweest en ik mocht ook een keertje mee uit (lang leve mijn broer die dit geregeld had). Op een dag nodigde mijn moeder hem zelfs uit om hem te trakteren op een heerlijk streekgerecht, een beetje illegaal wel : spreeuwen. Ik weet nog dat mijn vader dit maar matig kon waarderen, hij at immers een stuk of twintig spreeuwtjes,de veelvraat, ik zie nog de berg karkasjes op zijn bord voor me. Hij liet me een demo horen van zijn nieuwste nummer en naïef als ik was droomde ik even dat het éne nummer voor mij bedoeld was. Hij liet me Jef Geeraerts lezen en snob als ik ben vond ik hem een soort literaire en muzikale guru. Bart heette hij en zijn familienaam was al even courant. Hij vroeg me of ik zin had om langs te komen op zijn studentenkamer in Gent, dan konden we misschien samen iets doen. We spraken af om twee uur ’s namiddags ergens in de zomervakantie.
Toen ik op het bewuste moment aanbelde werd er niet opengemaakt. Het was in het pre-gsm-tijdperk dus daar stond ik dan… Na een paar keer bellen droop ik af en ging me op mij geheel typerende wijze troosten door teveel en te zware boeken te kopen in Fnac. Een uur later belde ik nog even bij zijn zus aan, die naast hem een kamer had. Zij was wel thuis en zei dat ze hem had horen opstaan en douchen. Tweede poging dus. Dit keer deed hij wel open, zich zeer nonchalant verontschuldigend:’Shit,ik sliep nog, ik was helemaal vergeten dat je zou komen.’ Ik weet niet of het deze teleurstellende bekentenis was of de vreselijke knoert van een zweer op zijn neusvleugel die mijn ontluikende liefde de doodsteek gaf. De cola die we samen dronken op een terras smaakte me niet, ik zag dat hij zelfs lichtjes gegeneerd was om met mij gezien te worden, hij zat in elkaar gedoken als een geslagen hond. Bovendien wou ik er echt geen getuige van zijn als de dunne huid om die gespannen zweer het zou begeven, het kon nu ieder ogenblik gebeuren.
Ik weet niet meer wie van ons beiden de verlossende afscheidswoorden sprak, misschien had hij nog iets te doen, het kan ook zijn dat ik hem wijsmaakte dat ik een trein moest halen (terwijl mijn broer me naar huis zou brengen met de wagen). Hoedanook, ik keerde hem de rug toe, vroeg me af welk boek ik eerst zou lezen en was blij dat ik nooit zijn familienaam zou moeten dragen.
Mijn vader gromde ,toen hij het verhaal ’s avonds aan tafel hoorde :’Hm, ik vond hem al niks voor jou, de spreeuweneter.Welke boeken heb je meegebracht?’
Fluffbunny.

maandag 1 juli 2013
Klunsdag
Uitgerekend op de dag dat ik mijn Setter naar de dierenartspraktijk moet brengen, zijn ze daar bezig met grote verbouwingen en zijn er ten overvloede ook nog eens wegenwerken. De parking van de praktijk is dus niet beschikbaar en ik moet langs een stuk of tien ‘men at work’ vooraleer ik met mijn bange hond langs een smal kiezelpad tot bij de deur van de praktijk kom.
Het is de assistente van de dierenarts die me binnenlaat, ik voel me al meteen op mijn ongemak want zij kent mijn hond niet, zij kent mij nog minder dus ze weet ook niet dat deze operatie dik tegen mijn zin gebeurt. ‘Preventief’ opereren noemen ze dat dan, maar het voelt alsof ik mijn hond naar de slachtbank breng. Ik had erop gerekend dat ik zou mogen blijven tot ze haar zouden verdoven, maar omdat er aan de lopende band klanten bellen en mensen om medicatie komen, doet ze eerst de administratie. Ze stelt me vragen, op welk nummer ik bereikbaar ben en zo…van pure nervositeit herinner ik me mijn eigen mobiel nummer niet en zelfs op de vraag hoe ik heet begin ik te stotteren.
Ze ziet dat het helemaal niet lukt, mijn onrust zet zich over op de hond die afwisselend aan de lijn trekt om buiten te komen en haar kop tussen mijn knieën duwt .
“Mevrouw”,zegt ze. “We zullen hem eventjes in een hok stoppen, ik verdoof hem zometeen als u vertrokken bent.” Ik doe wat ik nog nooit gedaan heb, duw zachtjes mijn hond achter de ijzeren traliedeur, zie haar naar me kijken met onbegrijpende ogen. Ik denk aan de raad die wij moeders geven op school die hun kind voor het eerst brengen. ‘Rek het afscheid niet te lang, het gaat beter als ze je niet meer zien.” Met een krop in de keel en panda-ogen van huilmake-up verlaat ik de praktijk, trotseer de werklui en probeer het slot van de auto te openen. Lukt niet. Probeer opnieuw. Ik herinner me dat een collega zei dat je het ook gewoon met de sleutel zelf kan openen. Pech. Geen sleutelgat, het is nep. Soms sluit het achterste portier niet goed, herinner ik me. Ik voel en het achterportier opent inderdaad, ik kruip over de achterbank naar voor , probeer met de ontgrendelknop portier open te krijgen. Mannen aan het werk kijken steeds belangstellender wat ik toch aan het uitvreten ben, een vrouw die inbreekt in haar eigen auto, nota bene met een stel huilogen en nog steeds snikkend…
Ontgrendelknop doet het niet, ik begin lichtjes wanhopig op het knopje van mijn autosleutels te duwen en plots springen de slotjes open. Ik start de wagen en rijd met een bijzonder onorthodox manoeuvre de parkeerzone af. Op naar Tom&Co om een belachelijke hoeveelheid kuipjes van Sappho’s lievelingsvoer in te slaan (die ik geheel in de stijl van de dag allemaal uit mijn handen laat vallen ).
Ik hoop maar dat de dierenarts niet zo’n klunsdag heeft.
Fluffbunny
Het is de assistente van de dierenarts die me binnenlaat, ik voel me al meteen op mijn ongemak want zij kent mijn hond niet, zij kent mij nog minder dus ze weet ook niet dat deze operatie dik tegen mijn zin gebeurt. ‘Preventief’ opereren noemen ze dat dan, maar het voelt alsof ik mijn hond naar de slachtbank breng. Ik had erop gerekend dat ik zou mogen blijven tot ze haar zouden verdoven, maar omdat er aan de lopende band klanten bellen en mensen om medicatie komen, doet ze eerst de administratie. Ze stelt me vragen, op welk nummer ik bereikbaar ben en zo…van pure nervositeit herinner ik me mijn eigen mobiel nummer niet en zelfs op de vraag hoe ik heet begin ik te stotteren.
Ze ziet dat het helemaal niet lukt, mijn onrust zet zich over op de hond die afwisselend aan de lijn trekt om buiten te komen en haar kop tussen mijn knieën duwt .
“Mevrouw”,zegt ze. “We zullen hem eventjes in een hok stoppen, ik verdoof hem zometeen als u vertrokken bent.” Ik doe wat ik nog nooit gedaan heb, duw zachtjes mijn hond achter de ijzeren traliedeur, zie haar naar me kijken met onbegrijpende ogen. Ik denk aan de raad die wij moeders geven op school die hun kind voor het eerst brengen. ‘Rek het afscheid niet te lang, het gaat beter als ze je niet meer zien.” Met een krop in de keel en panda-ogen van huilmake-up verlaat ik de praktijk, trotseer de werklui en probeer het slot van de auto te openen. Lukt niet. Probeer opnieuw. Ik herinner me dat een collega zei dat je het ook gewoon met de sleutel zelf kan openen. Pech. Geen sleutelgat, het is nep. Soms sluit het achterste portier niet goed, herinner ik me. Ik voel en het achterportier opent inderdaad, ik kruip over de achterbank naar voor , probeer met de ontgrendelknop portier open te krijgen. Mannen aan het werk kijken steeds belangstellender wat ik toch aan het uitvreten ben, een vrouw die inbreekt in haar eigen auto, nota bene met een stel huilogen en nog steeds snikkend…
Ontgrendelknop doet het niet, ik begin lichtjes wanhopig op het knopje van mijn autosleutels te duwen en plots springen de slotjes open. Ik start de wagen en rijd met een bijzonder onorthodox manoeuvre de parkeerzone af. Op naar Tom&Co om een belachelijke hoeveelheid kuipjes van Sappho’s lievelingsvoer in te slaan (die ik geheel in de stijl van de dag allemaal uit mijn handen laat vallen ).
Ik hoop maar dat de dierenarts niet zo’n klunsdag heeft.
Fluffbunny

zaterdag 22 juni 2013
Sub-mission.
Naast mij op deze foto
Staat een man die alle dames kennen
En alle dames zwijgen
Ze weten niet van elkaar
Hij schrijft ze de hemel in
Ze zijn zo bijzonder, zo uniek
“Kom je niet eens logeren in mijn pittoreske huisje?
Zijn woorden veranderen van zoet naar zuur
En op den duur naar bijtend gif
Hij zegt je wie te leuken,wie te deleten
Wat te dragen , wat te eten
Hij leest je de les en dwingt je op je knieën
En knijpt als je niet oplet gemeen in je kont
En je zwijgt want je hebt het zelf gezocht
Deze vrouw begon te luisteren
En hoorde eerst één, dan twee, dan drie , dan vier
Dan gewoon véél verhalen
Van dames die zwegen
Niemand weet
Dat hij Repelsteeltje heet.
Fluffbunny
Staat een man die alle dames kennen
En alle dames zwijgen
Ze weten niet van elkaar
Hij schrijft ze de hemel in
Ze zijn zo bijzonder, zo uniek
“Kom je niet eens logeren in mijn pittoreske huisje?
Zijn woorden veranderen van zoet naar zuur
En op den duur naar bijtend gif
Hij zegt je wie te leuken,wie te deleten
Wat te dragen , wat te eten
Hij leest je de les en dwingt je op je knieën
En knijpt als je niet oplet gemeen in je kont
En je zwijgt want je hebt het zelf gezocht
Deze vrouw begon te luisteren
En hoorde eerst één, dan twee, dan drie , dan vier
Dan gewoon véél verhalen
Van dames die zwegen
Niemand weet
Dat hij Repelsteeltje heet.
Fluffbunny

maandag 17 juni 2013
De ongevraagde poot.

De zelfverklaarde hondenfluisteraarster bij de hondenkapper
Vroeg langs haar neus weg of mijn Setter dat ook wel deed :
Een ongevraagde poot geven.
Ik probeerde tijd te winnen
Gelukkig, want ze veroordeelde dat gedrag
Meer nog, ze wees mensen die een ongevraagde poot met een aai of
Een vriendelijke stem beloonden steevast terecht.
Ze herhaalde haar vraag:
En…geeft die van u ook soms een ongevraagde poot?
Ik zei :
Ja hoor ! Dat vind ik heel leuk.
En ik geef ook wel eens een ongevraagde glimlach!
Fluffbunny
zaterdag 15 juni 2013
Het kleverige jongetje.
Sommige kinderen hebben een streepje voor, ze zijn schattig en mooi en aaibaar. Iedereen haalt ze aan en neemt ze op schoot en ze groeien op in een warm nest.
Hij, het kleverige jongetje, heeft niks van dat alles.
Hij praat nog steeds niet of heel gebrekkig.
Zijn snoet hangt altijd vol met onnoemelijke dingen, etensresten en snot…en vuil van dagen of langer. Als hij komt huilen wacht iedereen een paar tellen af of niemand anders bereid is hem te troosten of proberen ze op zijn minst zoveel mogelijk contact met zijn vieze gezichtje te vermijden. Ik kan het ze niet kwalijk nemen, hij is werkelijk erg vies.
Gisteren kwam ik op de speelplaats en hij kwam naar me toegerend, buiten zichzelf van paniek, huilend,met een verwilderde blik.
Hij wees naar een grotere jongen die hem had opgesloten in ‘het huisje’ en die aldoor in zijn oren had geschreeuwd en hem de stuipen op het lijf had gejaagd.
Mijn hart brak en ik nam hem op mijn arm en wiegde hem als een baby, zijn hele lijfje rilde en hij bleef maar snikken. Dat mijn trui en mijn jas nadien ongetwijfeld in de was moesten kon me niet schelen, zijn hart bonkte door alle lagen kleren heen.
Een half uur bleef hij op mijn schoot zitten, mijn ‘dienst’ op de speelplaats zat er al lang op toen ik hem bij het belteken aan zijn eigen juf ging overhandigen, hij was gerustgesteld…ze nam hem liefdevol van me over.
Ik vroeg me af wie gedurende dat halve uur wie getroost had,
Ik hem omdat hij niet meer bang hoefde te zijn?
Hij mij omdat ik mijn weerzin voor zijn kleverigheid en vuil overwon en mijn hart voelde smelten?

vrijdag 7 juni 2013
Het Christusbeeld...
Lang geleden, toen ik nog een kind was, kwam dit beeld bij mijn ouders terecht, ik weet niet meer hoe of waarom maar plots was Hij er, Jezus Christus…in onze tuin, in de nis onder de gemetselde barbecue. Eerst in natuurgetrouwe tinten, later schilderde mijn vader hem in fluorescerend oranje…tot groot ongenoegen van mijn diepgelovige grootmoeder. Na meer dan ééns een verkeerd gemikte voetbal tegen zijn edele reukorgaan gekregen te hebben, verloor Hij het topje van zijn neus. Mijn vader draaide Hem achterstevoren, met het excuus dat hij atheïst was en dat de lokken van Jezus zo bevallig krulden op Zijn rug (wat ook zo was).Ik hield er een levenslange voorkeur voor langharige mannen aan over.
Toen ik al getrouwd was schilderde pa Hem zonder aanwijsbare reden donkergroen, een artiest vraag je niet altijd om uitleg, ik dacht zomaar dat mijn vader plots ecologisch was geworden.
Toen ik vandaag het hondje van de gezelschapsdame van pa ging uitlaten, (ma is al een aantal jaren overleden) zag ik dat Jezus geheel zwart was geschilderd, ik vind het maar niks. Maar Hij blijft een verhaal vertellen, het verhaal van mijn vader zijn afrekening met de opgedrongen devotie van zijn kinderjaren….
Toen ik al getrouwd was schilderde pa Hem zonder aanwijsbare reden donkergroen, een artiest vraag je niet altijd om uitleg, ik dacht zomaar dat mijn vader plots ecologisch was geworden.
Toen ik vandaag het hondje van de gezelschapsdame van pa ging uitlaten, (ma is al een aantal jaren overleden) zag ik dat Jezus geheel zwart was geschilderd, ik vind het maar niks. Maar Hij blijft een verhaal vertellen, het verhaal van mijn vader zijn afrekening met de opgedrongen devotie van zijn kinderjaren….

zondag 19 mei 2013
De gedirigeerde zoen...
Toen ik een jaar of twee geleden de foto’s van Robert Doisneau leerde kennen, was ik enorm gecharmeerd. Krachtige zwart-witfoto’s, perfecte compositie, warmte ,mildheid.
Ik ging meer van hem zoeken, over zijn fotografie lezen en was een beetje teleurgesteld toen ik vernam dat zijn romantische kus-serie gemaakt was met modellen, gedirigeerd, geënsceneerd.Geen spontane kiekjes van een kus die zomaar uit liefde opwelt. Hoe kan het ook? Hoe zou je elegant, mèt een mooie achtergrond, voorbijgangers op de juiste plaats, instelling van de camera net op dat moment op jou en je lief scherpgesteld, zoenen? Dat overkomt niemand.
En het maakt natuurlijk de foto’s niet minder mooi. Ik moest die gedachte, dat misplaatste oordeel van me afzetten.Alles voor de kunst, de harmonie op de foto…
De boodschap, het gevoel dat bij mij als kijker overkwam, was wèl echt. Wat er in mijn gedachten en gevoelens omging, werd niet gedirigeerd.
Niet door Doisneau.
Laisser aller.
Fluffbunny
Ik ging meer van hem zoeken, over zijn fotografie lezen en was een beetje teleurgesteld toen ik vernam dat zijn romantische kus-serie gemaakt was met modellen, gedirigeerd, geënsceneerd.Geen spontane kiekjes van een kus die zomaar uit liefde opwelt. Hoe kan het ook? Hoe zou je elegant, mèt een mooie achtergrond, voorbijgangers op de juiste plaats, instelling van de camera net op dat moment op jou en je lief scherpgesteld, zoenen? Dat overkomt niemand.
En het maakt natuurlijk de foto’s niet minder mooi. Ik moest die gedachte, dat misplaatste oordeel van me afzetten.Alles voor de kunst, de harmonie op de foto…
De boodschap, het gevoel dat bij mij als kijker overkwam, was wèl echt. Wat er in mijn gedachten en gevoelens omging, werd niet gedirigeerd.
Niet door Doisneau.
Laisser aller.
Fluffbunny

zaterdag 11 mei 2013
Ver-dicht-ing
En dan hoor je haar die je al zo vaak gelezen hebt,
Een stem die je al hoorde van een opname.
Glimlach en aarzeling,
Drempelvrees.
Stuur je een smsje naar de twee anderen die zullen komen:
‘Elvis has entered the building’
Ruggensteun.
Tot plots een muur verschuift
Letter-lijk.
Een lach, een stem,
België – Nederland ver-zoent.
Treindames arriveren druppelsgewijs.
En het lijkt alsof er nooit afstand was
En nooit meer zal zijn.
En het verwarmt mijn hart
Dat deze vrouwen zijn,
Waarachtig zijn,
Zoals ze al zo lang in mijn hoofd waren
Sommige dingen zijn (h)echt.
Fluffbunny
Een stem die je al hoorde van een opname.
Glimlach en aarzeling,
Drempelvrees.
Stuur je een smsje naar de twee anderen die zullen komen:
‘Elvis has entered the building’
Ruggensteun.
Tot plots een muur verschuift
Letter-lijk.
Een lach, een stem,
België – Nederland ver-zoent.
Treindames arriveren druppelsgewijs.
En het lijkt alsof er nooit afstand was
En nooit meer zal zijn.
En het verwarmt mijn hart
Dat deze vrouwen zijn,
Waarachtig zijn,
Zoals ze al zo lang in mijn hoofd waren
Sommige dingen zijn (h)echt.
Fluffbunny
donderdag 9 mei 2013
Naaldwerk.
Daar stond je dan, slechts in je ondergoed
De naaister bewoog je ledematen in jouw plaats,
Armen omhoog voor borstomtrek.
Lintmeter van schouder naar pols.
Losjes om je taille.
Behoedzaam om je borsten,
Discreet het lint op de juiste plaats houden.
Telkens onderbreken om met een potlood je maten te noteren.
En dan de pasbeurten.
Naaister sprak tegen zichzelf, met kopspeldjes tussen haar lippen.
IJverig zoemend als een bij, zo leek het.
Het is een eeuwigheid geleden,
Van bij mijn trouwjurk.
Maar alleen al om die pasbeurten en dat nemen van de maat,
Het prikken van mijn huid bij het gevoel,
De jurk in wording zien met driegdraad en speldjes
Zou ik nog eens iets op maat willen laten maken.
De naaister bewoog je ledematen in jouw plaats,
Armen omhoog voor borstomtrek.
Lintmeter van schouder naar pols.
Losjes om je taille.
Behoedzaam om je borsten,
Discreet het lint op de juiste plaats houden.
Telkens onderbreken om met een potlood je maten te noteren.
En dan de pasbeurten.
Naaister sprak tegen zichzelf, met kopspeldjes tussen haar lippen.
IJverig zoemend als een bij, zo leek het.
Het is een eeuwigheid geleden,
Van bij mijn trouwjurk.
Maar alleen al om die pasbeurten en dat nemen van de maat,
Het prikken van mijn huid bij het gevoel,
De jurk in wording zien met driegdraad en speldjes
Zou ik nog eens iets op maat willen laten maken.

woensdag 8 mei 2013
Modus Operandi (periodiek systeem der elementen)
Hij schrijft en waant zich beter dan de rest.
Iedereen is voetvolk, niet het soort mensen waarmee hij verkeert.
De lucht die hij inademt mag niet bezoedeld worden met het ordinaire.
Nu en dan vindt een dame genade in zijn ogen.
Geeft hij haar het gevoel uitver-koren te zijn,
Verheven boven de anderen, het kaf…
Ze wordt bedacht met verhalen,
Speciaal voor haar geschreven, zo denkt zij.
Maar de verhalen zijn gespeend van details
En dus op vele vrouwen toepasbaar.
Blauwbaard heeft zijn zaakjes netjes op een rij.
Uiteraard blijft die correspondentie vertrouwelijk
Want de rest van de wereld,
De minderwaardigen
Zouden het niet begrijpen.
Of zouden ze gewoon herkennen dat het slechts een doorslagje is?
Dat Blauwbaard slechts een blauwdruk is?
Fluffbunny
Iedereen is voetvolk, niet het soort mensen waarmee hij verkeert.
De lucht die hij inademt mag niet bezoedeld worden met het ordinaire.
Nu en dan vindt een dame genade in zijn ogen.
Geeft hij haar het gevoel uitver-koren te zijn,
Verheven boven de anderen, het kaf…
Ze wordt bedacht met verhalen,
Speciaal voor haar geschreven, zo denkt zij.
Maar de verhalen zijn gespeend van details
En dus op vele vrouwen toepasbaar.
Blauwbaard heeft zijn zaakjes netjes op een rij.
Uiteraard blijft die correspondentie vertrouwelijk
Want de rest van de wereld,
De minderwaardigen
Zouden het niet begrijpen.
Of zouden ze gewoon herkennen dat het slechts een doorslagje is?
Dat Blauwbaard slechts een blauwdruk is?
Fluffbunny
maandag 6 mei 2013
Malgré vous.
zondag 5 mei 2013
Mood swing.
Mijn beste vriendin-buurmeisje had een schommel, op het einde van het gazon, net waar het bos begon. Dat bos was onze speeltuin, onze droomwereld vol draken en prinsen en heksen.
Het was een vast ritueel van ons dat we door de schommel heen stapten om in “de andere wereld” te komen, waar we urenlang speelden. Zij was de bruid van koning Arthur, ik kreeg als jongste ongevraagd Kay toebedeeld. Ik stelde me er geen vragen bij, voor mij was het allemaal wel goed als ik draken mocht verslaan en kampen mocht bouwen of dromen dat ik een prinses was.
We stopten in de zomer vaak pas met spelen als de duiven in de avondstilte koerden, een geluid dat me nog steeds aan mijn kinderjaren doet denken…of als één van onze moeders riep dat het tijd was om in huis te komen. Dan klommen we behendig als aapjes door de schommel om weer in de echte wereld te komen.
Op een avond was ik haastig de schommel voorbijgelopen, rechtstreeks naar mijn moeder toe.
’s Avonds laat kon ik de slaap niet vatten omdat ik me realiseerde dat ik nog in de andere wereld was…mijn moeder stelde me gerust en zei dat de andere wereld maar een spelletje was, dat ik niet bang hoefde te zijn en dat ze altijd voor me zou zorgen.
Ik heb nadien nog vaak met Inge in het bos gespeeld, maar ben nooit meer door de schommel geklommen. De knop naar de andere wereld zat immers in mijn hoofd, als een spelletje, ik kan er nog steeds heen waar en wanneer ik dat wil.
Het was een vast ritueel van ons dat we door de schommel heen stapten om in “de andere wereld” te komen, waar we urenlang speelden. Zij was de bruid van koning Arthur, ik kreeg als jongste ongevraagd Kay toebedeeld. Ik stelde me er geen vragen bij, voor mij was het allemaal wel goed als ik draken mocht verslaan en kampen mocht bouwen of dromen dat ik een prinses was.
We stopten in de zomer vaak pas met spelen als de duiven in de avondstilte koerden, een geluid dat me nog steeds aan mijn kinderjaren doet denken…of als één van onze moeders riep dat het tijd was om in huis te komen. Dan klommen we behendig als aapjes door de schommel om weer in de echte wereld te komen.
Op een avond was ik haastig de schommel voorbijgelopen, rechtstreeks naar mijn moeder toe.
’s Avonds laat kon ik de slaap niet vatten omdat ik me realiseerde dat ik nog in de andere wereld was…mijn moeder stelde me gerust en zei dat de andere wereld maar een spelletje was, dat ik niet bang hoefde te zijn en dat ze altijd voor me zou zorgen.
Ik heb nadien nog vaak met Inge in het bos gespeeld, maar ben nooit meer door de schommel geklommen. De knop naar de andere wereld zat immers in mijn hoofd, als een spelletje, ik kan er nog steeds heen waar en wanneer ik dat wil.

zaterdag 4 mei 2013
Bij het krieken van de kreken...
Op een wel zeer nachtelijk uur uit de veren…zeer warm ingeduffeld vertrokken we naar het centrum De Boerekreek waar we verzamelden voor de natuurfotografiesessie met Ludo Goossens. De parking stond al bijna volgeparkeerd want blijkbaar kon je er ook een stiltetocht met de kano en een poëziewandeling maken. In de verte kon ik al vaag het witte dekzeil van de huifkar onderscheiden, voortgetrokken door drie zwarte trekpaarden die in de nachtlucht leken op te gaan.
Van zodra we samen in de huifkar zaten (de vrienden van de poëzie reden met ons mee, na eerst door een gesjord vierkanten raam van de wereld van het gedicht te zijn binnengetreden ) werd het langzaam licht. Ik dacht aan de regels van Gezelle :
’Traagzaam trekt de witte wagen door de stille strate, …
Stap voor stap, zo gaan de peerden,
traagzaam, treurig, stille en stom,
en zij kijken, of 't hun deerde,
dikwijls naar hun' meester om…
De huifkar reed door het polderlandschap terwijl het langzaam licht werd, de trekpaarden werden steeds beter zichtbaar terwijl de damp uit hun prachtige volle billen sloeg. De geur van warme paardenlijven dreef in mijn richting en ik genoot van de geluiden, hier en daar een karekiet, een wielewaal…iedereen in de kar was stil, sommigen omdat ze nog half sliepen, anderen gewoon uit respect voor de natuur.
Bij iedere stop begonnen de amateurfotografen ijverig foto’s te maken, de meesten subtiel en voorzichtig, een trio van assertieve dames iets minder behoedzaam. Eén van hen , een flink uit de kluiten gewassen dame van rond de zestig, met een regenjas die kon concurreren met het huifkarzeil, maande iedereen aan uit de weg te gaan op de kordate Vlaamse manier :’Mijd u!’ (uitgesproken als ‘mèttui!’). Ik hield een veilige afstand en observeerde zowel de dieren als de mensen die ze kiekten.
De gids van dienst gaf technische tips voor de gevorderden, maar ik genoot vooral van zijn observaties van de natuur, leerde dat we naast een roodborstje ook een blauwborstje kennen. Hij toonde ons zijn zelfgemaakte schuilhut met een camouflagezeil. Soms zit hij een dag lang in dat primitieve hutje, ik vond het prachtig toen hij vertelde dat hij dat gebruikt om bij barre wintertemperaturen ganzen te fotograferen bij dageraad, waarna hij de rest van de dag blijft zitten om de ganzen niet te laten opschrikken…zoveel respect voor de natuur, zo’n passie voor fotografie…ontroerend vond ik dat.
Een dame was in al haar enthousiasme grappig naïef, ze maakte bijna een vreugdesprong toen ze een uil opmerkte op een stapel hout (iedereen zag van een uur ver dat het een nepuil was, maar zij dus niet) :’Kijk, kijk, en hij blijft zomaar zitten !’ Een beetje later demonstreerde de gids een hebbedingetje voor zijn camera, een toestel waarmee hij tot op 60m van zijn camera foto’s kon maken, handig bij het maken van foto’s van zeer schuwe dieren, zoals kikkers. De uilendame kreeg weer een Aha-Erlebnis:’Aaaah, dat is eigenlijk,feitelijk een afstandsbediening, zoals we zeggen?’ Het moet gezegd, haar leven is er één vol verwondering, het moet zalig zijn.
De zelfzekere dame in de witte regenjas stalkte ondertussen mijn echtgenoot:’Mijnhere, wa zijde gij daar allemaal aan het trekken?’ Man antwoordde op zijn gebruikelijke onverstoorbare toon:’Mos, madame!’ Ze was even uit het lood geslagen om zoveel nuchterheid, maar ging met nieuwe moed door:’Ik heb een blaadje getrokken, moedet ne keer zien?’ Ik bedacht dat hij vast meer interesse had voor zijn plukje mos dan voor haar blaadje maar hij onderging zijn lot lijdzaam en grijnsde toen hij me zag lachen, ik vond het hoogst amusant.
Na een laatste huifkartocht naar de parking, opgeluisterd door de koetsier zijn schunnige mopjes, wandelden we terug naar de wagen…mijn man met een toestel vol foto’s, ik met een hoofd vol verhalen.
Bij het krieken van de kreken …een prachtig begin van de dag.
Van zodra we samen in de huifkar zaten (de vrienden van de poëzie reden met ons mee, na eerst door een gesjord vierkanten raam van de wereld van het gedicht te zijn binnengetreden ) werd het langzaam licht. Ik dacht aan de regels van Gezelle :
’Traagzaam trekt de witte wagen door de stille strate, …
Stap voor stap, zo gaan de peerden,
traagzaam, treurig, stille en stom,
en zij kijken, of 't hun deerde,
dikwijls naar hun' meester om…
De huifkar reed door het polderlandschap terwijl het langzaam licht werd, de trekpaarden werden steeds beter zichtbaar terwijl de damp uit hun prachtige volle billen sloeg. De geur van warme paardenlijven dreef in mijn richting en ik genoot van de geluiden, hier en daar een karekiet, een wielewaal…iedereen in de kar was stil, sommigen omdat ze nog half sliepen, anderen gewoon uit respect voor de natuur.
Bij iedere stop begonnen de amateurfotografen ijverig foto’s te maken, de meesten subtiel en voorzichtig, een trio van assertieve dames iets minder behoedzaam. Eén van hen , een flink uit de kluiten gewassen dame van rond de zestig, met een regenjas die kon concurreren met het huifkarzeil, maande iedereen aan uit de weg te gaan op de kordate Vlaamse manier :’Mijd u!’ (uitgesproken als ‘mèttui!’). Ik hield een veilige afstand en observeerde zowel de dieren als de mensen die ze kiekten.
De gids van dienst gaf technische tips voor de gevorderden, maar ik genoot vooral van zijn observaties van de natuur, leerde dat we naast een roodborstje ook een blauwborstje kennen. Hij toonde ons zijn zelfgemaakte schuilhut met een camouflagezeil. Soms zit hij een dag lang in dat primitieve hutje, ik vond het prachtig toen hij vertelde dat hij dat gebruikt om bij barre wintertemperaturen ganzen te fotograferen bij dageraad, waarna hij de rest van de dag blijft zitten om de ganzen niet te laten opschrikken…zoveel respect voor de natuur, zo’n passie voor fotografie…ontroerend vond ik dat.
Een dame was in al haar enthousiasme grappig naïef, ze maakte bijna een vreugdesprong toen ze een uil opmerkte op een stapel hout (iedereen zag van een uur ver dat het een nepuil was, maar zij dus niet) :’Kijk, kijk, en hij blijft zomaar zitten !’ Een beetje later demonstreerde de gids een hebbedingetje voor zijn camera, een toestel waarmee hij tot op 60m van zijn camera foto’s kon maken, handig bij het maken van foto’s van zeer schuwe dieren, zoals kikkers. De uilendame kreeg weer een Aha-Erlebnis:’Aaaah, dat is eigenlijk,feitelijk een afstandsbediening, zoals we zeggen?’ Het moet gezegd, haar leven is er één vol verwondering, het moet zalig zijn.
De zelfzekere dame in de witte regenjas stalkte ondertussen mijn echtgenoot:’Mijnhere, wa zijde gij daar allemaal aan het trekken?’ Man antwoordde op zijn gebruikelijke onverstoorbare toon:’Mos, madame!’ Ze was even uit het lood geslagen om zoveel nuchterheid, maar ging met nieuwe moed door:’Ik heb een blaadje getrokken, moedet ne keer zien?’ Ik bedacht dat hij vast meer interesse had voor zijn plukje mos dan voor haar blaadje maar hij onderging zijn lot lijdzaam en grijnsde toen hij me zag lachen, ik vond het hoogst amusant.
Na een laatste huifkartocht naar de parking, opgeluisterd door de koetsier zijn schunnige mopjes, wandelden we terug naar de wagen…mijn man met een toestel vol foto’s, ik met een hoofd vol verhalen.
Bij het krieken van de kreken …een prachtig begin van de dag.

woensdag 10 april 2013
Facebook voor tachtigers.
Ik had mijn vader een schermafdruk van een stukje dat ik over hem geschreven had gemaakt, met alle reacties erbij (want daar stonden ook mooie woorden bij van mensen die hij kent). Waar ik niet bij had stilgestaan is dat dat bijna 80-jarige vader geen benul heeft van hoe Facebook werkt, de leukjes en de optie ‘vind ik niet meer leuk’…het lijkt voor hem allemaal op een Zweedse handleiding van een onmogelijk te monteren Ikeameubel.
Bovendien koestert hij diep ingeworteld argwaan tegenover het internet en Facebook in het bijzonder, als ware het de oorzaak en de kern van al het overspel in de wereld. Als ik dan doodleuk antwoord dat overspel al zolang bestaat als de mens en dat iemand die op jacht is daar geen internet voor nodig heeft, lacht hij iedere keer een heel klein beetje gerustgesteld. Ondanks mijn 47 jaar blijf ik altijd zijn kleine meisje dat tegen de grote boze wereld moet worden beschermd.
Hij had gisterenavond in alle rust dat stukje gelezen, was te geëmotioneerd om meteen te reageren dus belde hij me deze morgen heel vroeg. Ik zat, een beetje gegeneerd in een badhanddoek gewikkeld (hij wist niet dat hij me van onder de douche had gerinkeld), in je blootje praten vind ik altijd een hachelijke bedoening…ook al weet je gesprekspartner het gelukkig niet.
Hij zei dat hij het mooi vond, maar hij voelde zich een beetje geraakt omdat bij alle reacties van mensen stond :’Vind ik niet meer leuk’. Het duurde erg lang (ik was al helemaal weer opgedroogd en knapperig van de douchegel) voor ik hem had uitgelegd dat ik al die reacties een ‘leukje’ had toebedeeld en dat er dan een optie verschijnt om dat weer te ontleuken.
Hij besloot dat hij niet meer van deze tijd was en ik dacht : is deze tijd niet op zijn minst een beetje ingewikkeld? En toen zei ik iets liefs dat enkel voor mijn vader bestemd is.
Fluffbunny
Bovendien koestert hij diep ingeworteld argwaan tegenover het internet en Facebook in het bijzonder, als ware het de oorzaak en de kern van al het overspel in de wereld. Als ik dan doodleuk antwoord dat overspel al zolang bestaat als de mens en dat iemand die op jacht is daar geen internet voor nodig heeft, lacht hij iedere keer een heel klein beetje gerustgesteld. Ondanks mijn 47 jaar blijf ik altijd zijn kleine meisje dat tegen de grote boze wereld moet worden beschermd.
Hij had gisterenavond in alle rust dat stukje gelezen, was te geëmotioneerd om meteen te reageren dus belde hij me deze morgen heel vroeg. Ik zat, een beetje gegeneerd in een badhanddoek gewikkeld (hij wist niet dat hij me van onder de douche had gerinkeld), in je blootje praten vind ik altijd een hachelijke bedoening…ook al weet je gesprekspartner het gelukkig niet.
Hij zei dat hij het mooi vond, maar hij voelde zich een beetje geraakt omdat bij alle reacties van mensen stond :’Vind ik niet meer leuk’. Het duurde erg lang (ik was al helemaal weer opgedroogd en knapperig van de douchegel) voor ik hem had uitgelegd dat ik al die reacties een ‘leukje’ had toebedeeld en dat er dan een optie verschijnt om dat weer te ontleuken.
Hij besloot dat hij niet meer van deze tijd was en ik dacht : is deze tijd niet op zijn minst een beetje ingewikkeld? En toen zei ik iets liefs dat enkel voor mijn vader bestemd is.
Fluffbunny
maandag 8 april 2013
Kunst of kitsch
De straat waar ik woon , in een klein lief dorp, bestond aan de ene zijde uitsluitend uit een paar boerderijen en heel veel landerijen. Aan de overkant was er een meisjesschool, een klooster (later weeshuis), een pastorij en een reeks rijwoningen (20 op een rij) die toebehoorden aan de rijke fabriekseigenaar van het kasteel over de brug.
Ondertussen is de boerderijenzijde aardig volgebouwd met woningen maar de rijhuizen bleven lang authentiek. Allemaal perfect gelijk met een voortuintje.Die voortuintjes waren ronduit kitscherig maar op een geheel eigen wijze van een ontroerende schoonheid. Ondanks tuinkabouters, roze flamingo’s, vijvertjes nauwelijks groot genoeg om je tenen in te baden, brievenbussen in de vorm van een boshutje, miniatuurwindmolens, een voederhuisje voor vogels in een poging tot het namaken van het kasteel van Neuschwanstein waren die tuintjes van een verrukkelijke kneuterigheid. Of je het nu mooi vindt of niet, je kan toch niet anders dan bewondering opbrengen voor de moeite die iemand doet om het zo ‘àf’ te hebben…de rijen ‘stinkers’ (Afrikaantjes leerden we later zeggen, wat ik behoorlijk racistisch vond om bloemen die gekend zijn als stinkers plots om te dopen tot Afrikaantjes, doch dit geheel terzijde), viooltjes, tulpen, krokussen waren met een pijnlijke zin voor orde en precisie gezaaid en geplant.
Ik vond het altijd heerlijk om in het voorjaar met mijn klasje naar de voortuintjes te wandelen en daar de bloemen te benoemen, de kabouters na te tekenen of gewoon zelf, zonder het alibi van mijn leerlingen, weg te dromen en in gedachten als Alice in Wonderland in zo’n miniatuurhuisje te gaan zitten.
In de loop der jaren gingen de huurders dood of werden de huizen verkocht aan jongere eigenaars die in het bezit waren van een wagen. Langzaam maar zeker werden de voortuintjes ingeruild voor een geplaveide parkeerplaats, een modern tuintje met geel siergrind en vierkante perkjes buxus.
Nu (ik woon er rechtover) is er niet één kitscherig voortuintje meer over, geen enkele tuinkabouter van wacht, geen brievenbus meer die doet denken aan iets waar je ook in kan wonen…alle ontroering moest wijken voor nuttigheid en wat nu mooi geacht wordt.
Maar in gedachten wandel ik nog langs mijn droomrijtje, ik weet nog precies waar alles stond.
Ondertussen is de boerderijenzijde aardig volgebouwd met woningen maar de rijhuizen bleven lang authentiek. Allemaal perfect gelijk met een voortuintje.Die voortuintjes waren ronduit kitscherig maar op een geheel eigen wijze van een ontroerende schoonheid. Ondanks tuinkabouters, roze flamingo’s, vijvertjes nauwelijks groot genoeg om je tenen in te baden, brievenbussen in de vorm van een boshutje, miniatuurwindmolens, een voederhuisje voor vogels in een poging tot het namaken van het kasteel van Neuschwanstein waren die tuintjes van een verrukkelijke kneuterigheid. Of je het nu mooi vindt of niet, je kan toch niet anders dan bewondering opbrengen voor de moeite die iemand doet om het zo ‘àf’ te hebben…de rijen ‘stinkers’ (Afrikaantjes leerden we later zeggen, wat ik behoorlijk racistisch vond om bloemen die gekend zijn als stinkers plots om te dopen tot Afrikaantjes, doch dit geheel terzijde), viooltjes, tulpen, krokussen waren met een pijnlijke zin voor orde en precisie gezaaid en geplant.
Ik vond het altijd heerlijk om in het voorjaar met mijn klasje naar de voortuintjes te wandelen en daar de bloemen te benoemen, de kabouters na te tekenen of gewoon zelf, zonder het alibi van mijn leerlingen, weg te dromen en in gedachten als Alice in Wonderland in zo’n miniatuurhuisje te gaan zitten.
In de loop der jaren gingen de huurders dood of werden de huizen verkocht aan jongere eigenaars die in het bezit waren van een wagen. Langzaam maar zeker werden de voortuintjes ingeruild voor een geplaveide parkeerplaats, een modern tuintje met geel siergrind en vierkante perkjes buxus.
Nu (ik woon er rechtover) is er niet één kitscherig voortuintje meer over, geen enkele tuinkabouter van wacht, geen brievenbus meer die doet denken aan iets waar je ook in kan wonen…alle ontroering moest wijken voor nuttigheid en wat nu mooi geacht wordt.
Maar in gedachten wandel ik nog langs mijn droomrijtje, ik weet nog precies waar alles stond.

donderdag 4 april 2013
De schijndemarrage.
Mijn vader en ik bleven vaak samen in de auto wachten terwijl mijn moeder snel iets ging halen in de winkel, ik vond het gezellig om samen met hem naar de mensen te kijken. Niemand anders kan zo grappig en raak commentaar geven op voorbijgangers als mijn pa.
Als mijn moeder uit de wagen stapte, zei hij altijd:’Kijk, nu gaat ze een schijndemarrage doen!’ waarmee hij bedoelde dat ze even haar pas zou versnellen, huppelen bijna, om daarna weer rustig en fier verder te stappen. Halverwege deed ze het altijd nog een keer, eventjes hollen en dan weer traag.
We vonden het danig amusant.
Toen ik vandaag nog snel even naar de bank liep, waar mijn moeder altijd ging (ondermeer om een praatje te slaan met bediende/vriend Chris, het liep altijd uit op een bezoek van een kwartier), zag ik mijn eigen spiegelbeeld in de grote etalage van de bakker op de hoek en tot mijn verbazing zag ik mezelf op precies dezelfde wijze een schijndemarrage uitvoeren, meer nog…ik voelde dat dit één van de mij meest eigen bewegingen was. De genen zijn blijkbaar sterker dan ik dacht. En ik snapte meteen ook waarom mijn man altijd lachte (in onze prille jaren) :’Jij doet altijd ballet als je loopt.’
Fluffbunny
zondag 10 maart 2013
Bij de slager
Ik ga gauw op zondagochtend een kijkje nemen bij mijn vader thuis en bij het wegrijden zie ik op de parking van het benzinestation daar rechtover een manspersoon van rond de veertig, lang warrig krulhaar en een overall. Hij springt vlot zijn bestelwagen in en rijdt weg. Ik bedenk dat ik vroeger meteen knikkende knieën zou gekregen hebben voor zo’n type, voel nu niks knikken en vraag me af of ik oud geworden ben. Niet dat ik het erg vind, ik glimlach even en rijd naar de slager.
Ik kom de winkel binnen en daar staat de bink van daarnet voor me in de winkel. Alweer vind ik het niet erg dat ik tegen mijn gewoonte geheel onopgemaakt ben en sta rustig mijn beurt af te wachten. Ik luister geïnteresseerd naar zijn bestelling (doe ik altijd, achtergelaten boodschappenlijstjes zijn ongewoon leuk) : klaargemaakte Toscaanse pasta, bereide spaghettisaus, kant-en-klaar-soep, voorgebakken worstenbroodjes en twee belegde broodjes. Met een gemene grijns denk ik : ocharme, zijn vrouw kan niet koken.
Omdat ik net iets sneller bediend ben door de slagersvrouw kan ik voor hem afrekenen en staan we samen aan de kassa. Hij is vriendelijk en lacht en knipoogt en ik voel nog steeds niets knikken.
Ik rijd vrolijk naar huis, luid meezingend met de radio. Ik ben nog niet oud.
Ik ben iets ontgroeid.
Ik kom de winkel binnen en daar staat de bink van daarnet voor me in de winkel. Alweer vind ik het niet erg dat ik tegen mijn gewoonte geheel onopgemaakt ben en sta rustig mijn beurt af te wachten. Ik luister geïnteresseerd naar zijn bestelling (doe ik altijd, achtergelaten boodschappenlijstjes zijn ongewoon leuk) : klaargemaakte Toscaanse pasta, bereide spaghettisaus, kant-en-klaar-soep, voorgebakken worstenbroodjes en twee belegde broodjes. Met een gemene grijns denk ik : ocharme, zijn vrouw kan niet koken.
Omdat ik net iets sneller bediend ben door de slagersvrouw kan ik voor hem afrekenen en staan we samen aan de kassa. Hij is vriendelijk en lacht en knipoogt en ik voel nog steeds niets knikken.
Ik rijd vrolijk naar huis, luid meezingend met de radio. Ik ben nog niet oud.
Ik ben iets ontgroeid.
maandag 4 maart 2013
Limited Edition
woensdag 27 februari 2013
Omkadering
zondag 17 februari 2013
Van stembanden en geiten
Minstens 11 jaar geleden…jongste dochter was nog heel klein en hield me nachtenlang wakker, jaren aan een stuk. Ik was moe, zo moe dat ik voortdurend hees was…mijn stem klonk als een schorre kraai en het was allesbehalve een zwoel Marlène Dietrich-geluid. Het deed pijn om er naar te luisteren en het deed pijn om te spreken. Mijn keeldokter had me net een spreek-en vooral zangverbod opgelegd. Vooral dat laatste maakte me ongelukkig, ik zong al jarenlang met veel plezier in een koor en ik vind het hoedanook heerlijk om te zingen.
Bovendien had ik in een impuls mijn lange haren laten knippen in de hoop daar een vlot en jeugdig kapsel mee te krijgen maar ik leek (en voelde me vooral) een jongen na een slecht gelukte geslachtstransformatie.Alle voorwaarden waren aanwezig om niet echt goed in mijn vel te zitten.
We maakten een zomerreis naar de bergen en bij een daguitstap zat ik even uit te rusten, naast mijn reisvriendje Wilfried ( een man van rond de 50, een vrolijke dwerg die zichzelf Wilfried-O liet noemen) toen plots een kudde berggeiten langs het pad kwam. Zonder dat ik speciaal iets had gedaan om ze te lokken, kwamen ze op me af, rustig…maar heel dicht. Ik aaide ze maar er kwamen er steeds bij. Ze duwden zacht met hun kopjes tegen mij en ik werd letterlijk bedolven onder de geiten.
Op één of andere manier had het iets troostends, alsof ze me moed wilden geven, alsof ze voelden dat ik een duwtje nodig had.
Ik liet mijn haar groeien en mijn stem rusten en ik zong weer…
Jaren later waren we in een dierenpark waar een paar kleine kinderen over de omheining waren gekropen van een stel grote geiten en bokken. De bokken deden agressief tegen die kleintjes en de mensen die probeerden te helpen kregen ook lelijke stompen. Ik ging naar de geiten en zonder dat ik iets zei, duwde ik de bokjes weg en ze lieten me begaan, hielden er mee op.
Ik verkies te denken dat ik met die dieren kan communiceren, liever dan te vrezen dat ze me lekker vinden ruiken. Het blijven natuurlijk wel geiten…
Fluffbunny
Bovendien had ik in een impuls mijn lange haren laten knippen in de hoop daar een vlot en jeugdig kapsel mee te krijgen maar ik leek (en voelde me vooral) een jongen na een slecht gelukte geslachtstransformatie.Alle voorwaarden waren aanwezig om niet echt goed in mijn vel te zitten.
We maakten een zomerreis naar de bergen en bij een daguitstap zat ik even uit te rusten, naast mijn reisvriendje Wilfried ( een man van rond de 50, een vrolijke dwerg die zichzelf Wilfried-O liet noemen) toen plots een kudde berggeiten langs het pad kwam. Zonder dat ik speciaal iets had gedaan om ze te lokken, kwamen ze op me af, rustig…maar heel dicht. Ik aaide ze maar er kwamen er steeds bij. Ze duwden zacht met hun kopjes tegen mij en ik werd letterlijk bedolven onder de geiten.
Op één of andere manier had het iets troostends, alsof ze me moed wilden geven, alsof ze voelden dat ik een duwtje nodig had.
Ik liet mijn haar groeien en mijn stem rusten en ik zong weer…
Jaren later waren we in een dierenpark waar een paar kleine kinderen over de omheining waren gekropen van een stel grote geiten en bokken. De bokken deden agressief tegen die kleintjes en de mensen die probeerden te helpen kregen ook lelijke stompen. Ik ging naar de geiten en zonder dat ik iets zei, duwde ik de bokjes weg en ze lieten me begaan, hielden er mee op.
Ik verkies te denken dat ik met die dieren kan communiceren, liever dan te vrezen dat ze me lekker vinden ruiken. Het blijven natuurlijk wel geiten…
Fluffbunny
maandag 11 februari 2013
It's a beautiful day
Een jaar of twee geleden waren we met vakantie in Friesland, we hadden een bezoek aan de zeehondencrèche van Pieterburen gebracht…ondergetekende werd meteen week na het zien van de gewonde en hulpeloze dieren en ik was bereid om de helft van de winkel leeg te kopen ten voordele van de zeehonden.
Na enig zoekwerk kocht ik een turquoise T.-shirt met lange mouwen en in grote letters ‘It’s a beautiful day.’ Na die ene blunder toen ik 16 was en een sweatshirt droeg met ‘Rocky Mountains’ op mijn borst (ik had het na een uur nog niet door waarom de jongens op dat feestje zoveel plezier hadden) ben ik zeer voorzichtig geworden in het dragen van dingen met een tekst op. Maar goed…dit leek me vrolijk en neutraal. Ik koos een ruime maat en nam het zonder te passen mee.
Het shirt was mooi en zat nogal strak, merkte ik de volgende dag…maar ik was net een paar kilo afgevallen en het kon wel (dacht ik ), ik maakte me op in het kleine douchehokje van de caravan en kwam tevreden buiten om te ontbijten.
Dochters keken eerst naar mij en dan naar elkaar, hun ogen begonnen te glimmen en hun mondhoeken te trillen…tot ze het niet meer konden inhouden en ze in lachen uitbarstten.
Mijn T.-shirt met als tekst :
It’s a
beautiful
day !
zat zo rond mijn lichaam dat de beautiful verstopt zat onder mijn boezem en enkel dit was leesbaar :
It’s
a day !
Ik draag vanaf die dag
enkel nog bloemetjesjurken.
Fluffbunny
Na enig zoekwerk kocht ik een turquoise T.-shirt met lange mouwen en in grote letters ‘It’s a beautiful day.’ Na die ene blunder toen ik 16 was en een sweatshirt droeg met ‘Rocky Mountains’ op mijn borst (ik had het na een uur nog niet door waarom de jongens op dat feestje zoveel plezier hadden) ben ik zeer voorzichtig geworden in het dragen van dingen met een tekst op. Maar goed…dit leek me vrolijk en neutraal. Ik koos een ruime maat en nam het zonder te passen mee.
Het shirt was mooi en zat nogal strak, merkte ik de volgende dag…maar ik was net een paar kilo afgevallen en het kon wel (dacht ik ), ik maakte me op in het kleine douchehokje van de caravan en kwam tevreden buiten om te ontbijten.
Dochters keken eerst naar mij en dan naar elkaar, hun ogen begonnen te glimmen en hun mondhoeken te trillen…tot ze het niet meer konden inhouden en ze in lachen uitbarstten.
Mijn T.-shirt met als tekst :
It’s a
beautiful
day !
zat zo rond mijn lichaam dat de beautiful verstopt zat onder mijn boezem en enkel dit was leesbaar :
It’s
a day !
Ik draag vanaf die dag
enkel nog bloemetjesjurken.
Fluffbunny
Bosmeisje
Op een dag vond hij haar
Ze verstopte zich al lang, maar hij keek naar de grond waar de kleine beestjes kruipen
En de waar damp uit de aarde komt.
Hij zag haar naast een paddestoel in het mos en nam haar op zijn hand.
Hier ben je dan eindelijk, zei hij.
Ik neem je mee.
En zonder angst liet ze zich optillen…
Op zijn zachte hand.
En ze rook het zweet van zijn borst
En wist dat hij het was
Waarop ze al die tijd had gewacht.
Fluffbunny
(foto Tina Modotti)
Ze verstopte zich al lang, maar hij keek naar de grond waar de kleine beestjes kruipen
En de waar damp uit de aarde komt.
Hij zag haar naast een paddestoel in het mos en nam haar op zijn hand.
Hier ben je dan eindelijk, zei hij.
Ik neem je mee.
En zonder angst liet ze zich optillen…
Op zijn zachte hand.
En ze rook het zweet van zijn borst
En wist dat hij het was
Waarop ze al die tijd had gewacht.
Fluffbunny
(foto Tina Modotti)
zaterdag 9 februari 2013
't Ottopopken
Vader en dochter…
Ik kreeg toen ik heel klein was en dus heel lang geleden
Een vreemd lelijk popje
Alles was van hard plastic en het kon niet bewegen
Zelfs de ogen gingen niet open en dicht
zoals bij andere meisjespoppen waarvan de ogen dociel dichtgaan als je ze horizontaal houdt
(rolpatroonbevestigend).
Ik leende het popje (niet geheel altruïstisch) uit aan mijn pa om er een stilleven mee te maken.
Het schilderij staat ergens bij broer op zolder.
Het popje zelf bleef als een soort mascotte in de auto liggen
onder de Vlaamse naam ’t Ottopopken.
Het overleefde de Opel, de Ford, de Audi, de Renault…
Maar niet De Gezelschapsdame.
Bij de aankoop van een nieuwe auto vond ze het niet mooi genoeg meer om in de auto te liggen.
Vandaar reist ’t Ottopopken nu overal mee in mijn wagen.
Ondertussen ogenloos en verkleurd, met hier en daar een vingertje afgebroken.
Maar ik sta hem niet weer af.
Fluffbunny
Ik kreeg toen ik heel klein was en dus heel lang geleden
Een vreemd lelijk popje
Alles was van hard plastic en het kon niet bewegen
Zelfs de ogen gingen niet open en dicht
zoals bij andere meisjespoppen waarvan de ogen dociel dichtgaan als je ze horizontaal houdt
(rolpatroonbevestigend).
Ik leende het popje (niet geheel altruïstisch) uit aan mijn pa om er een stilleven mee te maken.
Het schilderij staat ergens bij broer op zolder.
Het popje zelf bleef als een soort mascotte in de auto liggen
onder de Vlaamse naam ’t Ottopopken.
Het overleefde de Opel, de Ford, de Audi, de Renault…
Maar niet De Gezelschapsdame.
Bij de aankoop van een nieuwe auto vond ze het niet mooi genoeg meer om in de auto te liggen.
Vandaar reist ’t Ottopopken nu overal mee in mijn wagen.
Ondertussen ogenloos en verkleurd, met hier en daar een vingertje afgebroken.
Maar ik sta hem niet weer af.
Fluffbunny
zaterdag 2 februari 2013
Huis(ver)zoeking
Ze komt het huis binnen terwijl haar vader er niet is om rustig te zoeken naar het gele gewolkte schrift waar haar moeder als jong meisje in schreef. Behoedzaam opent ze de kasten en merkt ze een klinische orde die er vroeger niet was. Moeder maakte overal rommelnestjes van spullen. Alles is geordend en al snel merkt ze dat ze het schrift daar niet zal vinden. Ze gaat de trap op om daar in een aantal laden te zoeken, vermijdt met een grote boog de ouderlijke slaapkamer want daar logeert bijwijlen De Gezelschapsdame.In die kasten wil ze niet snuffelen, sommige dingen moet ze te allen prijze ontkennen. Terwijl de kans om het schrift te vinden daalt, stijgt de gewaarwording dat het huis ook niet meer ruikt naar ouderlijk huis, dat de geesten er niet meer rondwaren die het tot haar nest maakten.
Terwijl de tranen ergens geblokkeerd zitten verlaat ze het huis, de deur 'stevig achter zich sluitend en de sleutel tweemaal omdraaiend' , zoals verzocht wordt op het kattebelletje op de grote tafel.
Fluffbunny
Terwijl de tranen ergens geblokkeerd zitten verlaat ze het huis, de deur 'stevig achter zich sluitend en de sleutel tweemaal omdraaiend' , zoals verzocht wordt op het kattebelletje op de grote tafel.
Fluffbunny
zaterdag 26 januari 2013
De vraagbaakmachine.
Ik was een onverbeterlijke dromer, ik kon uren zoekbrengen in gezelschap en in de klas zonder ook maar een idee te hebben over wat de anderen praatten. Zozeer was ik opgeslokt door mijn dagdromen. Er waren een aantal dromen die steeds terugkeerden omdat ik ze zo fijn vond om in rond te dwalen. Eén van die fantasieën was mijn eigen vraagmachine…ik spreek over een tijd waarin eigenlijk nog geen computers bekend waren bij de mensen en toch zag die machine er in mijn hoofd uit als een heel groot scherm en iets met een klavier en een microfoon, een soort gepersonaliseerde vraagbaak die alles wat er ooit in mijn leven stond te gebeuren al wist en zag. Ik kon op alles antwoorden krijgen, meer nog, er waren beelden bij.Aldoor stelde ik de ingebeelde alwetende machine vragen als :’Zal ik ooit trouwen? Met wie? Hoeveel kinderen ga ik krijgen? Zal ik ooit knap worden? Wie is er al ooit eens verliefd op me geweest? Wie denkt nu aan mij?’
Ondanks het feit dat er nu al zeer veel vragen beantwoord zijn, betrap ik er mezelf op dat ik soms nog aan de machine denk, dat ik wou dat ik het antwoord op sommige vragen kon krijgen, al zijn de vragen anders.Maar nog steeds gaat het over die essentiële dingen…houden van , graag gezien worden, hoe lang nog…
Sommige vragen worden nooit gesteld, niemand verbiedt het me…maar uit een soort terughoudendheid doe ik het niet. Misschien wel omdat onbeantwoorde vragen mooi zijn. Ik hoef niet alles te weten. Ik wil geen leven zonder verwachtingen en onzekerheden.
Raadsels zijn mooi.
Fluffbunny
Ondanks het feit dat er nu al zeer veel vragen beantwoord zijn, betrap ik er mezelf op dat ik soms nog aan de machine denk, dat ik wou dat ik het antwoord op sommige vragen kon krijgen, al zijn de vragen anders.Maar nog steeds gaat het over die essentiële dingen…houden van , graag gezien worden, hoe lang nog…
Sommige vragen worden nooit gesteld, niemand verbiedt het me…maar uit een soort terughoudendheid doe ik het niet. Misschien wel omdat onbeantwoorde vragen mooi zijn. Ik hoef niet alles te weten. Ik wil geen leven zonder verwachtingen en onzekerheden.
Raadsels zijn mooi.
Fluffbunny
zaterdag 12 januari 2013
Wachtkamer
Ik ben van nature overdreven stipt, op het pijnlijke af…een dwangmatige vroegarriveerster. Dat heeft als consequentie dat ik al talloze uren van mijn leven verwacht heb…letterlijk verloren aan wachten op mijn tegenhangers, de laatkomers.
Of in wachtzalen van dokters…waar het tafeltje bedekt is met magazines die ik goor vind omdat ze vol hangen met bacillen van zieke mensen. Ik neem dus altijd mijn eigen boek mee.
Toch kan zo’n boek me dan niet vasthouden, want onder het wachten kijk ik het liefst naar wachtenden.
Hoe ze de tijd zoekbrengen,
hoe vaak ze van houding veranderen,
wat zij lezen,
of hun nagelranden netjes zijn,
of ze kousen dragen onder hun schoenen,
of ze gaatjes in hun oren hebben en hoeveel,
zijn ze blij met zichzelf en hun leven,
wat was de laatste lieve zin die ze gehoord/gezegd hebben?
Fluffbunny
Of in wachtzalen van dokters…waar het tafeltje bedekt is met magazines die ik goor vind omdat ze vol hangen met bacillen van zieke mensen. Ik neem dus altijd mijn eigen boek mee.
Toch kan zo’n boek me dan niet vasthouden, want onder het wachten kijk ik het liefst naar wachtenden.
Hoe ze de tijd zoekbrengen,
hoe vaak ze van houding veranderen,
wat zij lezen,
of hun nagelranden netjes zijn,
of ze kousen dragen onder hun schoenen,
of ze gaatjes in hun oren hebben en hoeveel,
zijn ze blij met zichzelf en hun leven,
wat was de laatste lieve zin die ze gehoord/gezegd hebben?
Fluffbunny
Van solden en afgeprijsde mannen
De jonge vrouw komt buiten uit het pashokje met de onzekere blik van iemand die weet dat het kledingstuk haar niet staat, bij uitbreiding nooit iemand zal staan wegens gewoon spuuglelijke mosterdgele middeleeuwse narrenjurk...er is een reden voor solden. Geen hond kocht het voor de volle prijs, geen kat zal het ooit vol overtuiging dragen.
De verkoopster haalt alle truken van de foor boven : 'Mevrouw, je moet dat zien met een dikke kous onder...of met een sous pulleke onder.Zal ik er eens een leggingske bij geven? Dat is een kleedje dat een beetje aangekleed moet worden!' (Ik denk: dat kleedje wil alleen maar uitgekleed worden) De vrouw begint te twijfelen, haar vriend durft niet zeggen dat hij het lelijk vindt want de verkoopster lijkt me helemaal zijn type ( te slank, te hooggehakt, te veel make-up, Amy Winehousekapsel). Ik probeer oogcontact te maken want ik voel dat ze de jurk niet mooi vindt en ze verdient het te stralen.Wanneer ze plots heel even in mijn richting kijkt, schud ik zachtjes van nee met mijn hoofd. Ze trekt de jurk uit en geeft hem terug aan de verkoopster om weer in de rekken te hangen. Ik hoop dat ik haar een dienst bewezen heb.
Fluffbunny
De verkoopster haalt alle truken van de foor boven : 'Mevrouw, je moet dat zien met een dikke kous onder...of met een sous pulleke onder.Zal ik er eens een leggingske bij geven? Dat is een kleedje dat een beetje aangekleed moet worden!' (Ik denk: dat kleedje wil alleen maar uitgekleed worden) De vrouw begint te twijfelen, haar vriend durft niet zeggen dat hij het lelijk vindt want de verkoopster lijkt me helemaal zijn type ( te slank, te hooggehakt, te veel make-up, Amy Winehousekapsel). Ik probeer oogcontact te maken want ik voel dat ze de jurk niet mooi vindt en ze verdient het te stralen.Wanneer ze plots heel even in mijn richting kijkt, schud ik zachtjes van nee met mijn hoofd. Ze trekt de jurk uit en geeft hem terug aan de verkoopster om weer in de rekken te hangen. Ik hoop dat ik haar een dienst bewezen heb.
Fluffbunny
woensdag 9 januari 2013
Juffrouw Anna
Juffrouw Anna was de juf van de eerste klas, ze leerde me lezen…of liever, ze leerde me schrijven en rekenen want lezen had ik al stiekem geoefend met mijn twee jaar oudere beste vriendin. Ze was het soort juf dat ze nu niet meer maken, ongetrouwd, min of meer seksloos want wat ze had was vakkundig verstopt in een stevig corset. Haar gebit was voorzien van een paar gouden tanden, één gaaf exemplaar bovenaan in het midden en dan één gehavende tand die je een inkijk gaf in haar voederpatroon van die dag.
Ze noemde me steevast Niek, daaraan heb ik ook mijn accentje te danken want mijn vader vond het zo vervelend dat de zorgvuldig gekozen godinnennaam van zijn jongste verbasterd werd dat hij er vanaf mijn eerste communie Niké van maakte in plaats van Nike. Het mocht niet baten, tot op onze laatste ontmoeting bleef ze me met Niek aanspreken.
Juffrouwanna (want zo werd dat uitgesproken, in één adem) was zeer vroom en vertelde begeesterd godsdienstige verhalen. Zo was haar versie van hemelvaart dermate beeldend dat ik Jezus zijn blote voeten in een wolk zag verdwijnen toen hij ons, stervelingen, aan ons lot overliet.
Toen we bijna onze eerste communie moesten doen, vertelde ze ons dat we allemaal een ziel hadden. Een onschuldige ziel was helder wit en mooi. Voor elke zonde kwam er een zwart vlekje op. Echte zondaars hadden een verrimpelde donkere ziel. Ik zag altijd het beeld van een witte champignonhoed voor de ongerepte ziel en een rozijn voor de ziel van een slecht mens. Ik beken dat ik tot op de dag van vandaag daar zo’n beeld bij heb, hoewel ik gelukkig wel iets minder vroom ben geworden dan in die tijd.
Ik vond juffrouw Anna de zaligste juf die ik ooit had, hoewel ze zoals alle juffen van haar generatie vrij afstandelijk was en nooit echt warmte of bezorgdheid uitstraalde.
De allerlaatste dag van mijn lagere school was ik echt dolgelukkig dat ik daar weg kon, de juf van het zesde leerjaar was een tang van jewelste en in de klas vond ik al lang mijn draai niet meer.
Ik was al bijna voor de allerlaatste keer bij de schoolpoort toen ik in een opwelling terugliep naar de speelplaats en mijn armen rond juffrouw Anna sloeg en mijn hoofd tussen haar ingepakte boezem groef. Ik zei : “Ik heb het liefst van al bij jou in de klas gezeten!” Tot mijn grote verbazing duwde ze me niet afkeurend of geschrokken weg, ze legde plechtig haar handen op mijn schouder en zei:” En ik had jou het liefst van al in de klas.”
Of ze het meende of niet heeft geen belang, ik wist vanaf toen dat juffen ook een hart onder hun corset hadden.
Fluffbunny
Ze noemde me steevast Niek, daaraan heb ik ook mijn accentje te danken want mijn vader vond het zo vervelend dat de zorgvuldig gekozen godinnennaam van zijn jongste verbasterd werd dat hij er vanaf mijn eerste communie Niké van maakte in plaats van Nike. Het mocht niet baten, tot op onze laatste ontmoeting bleef ze me met Niek aanspreken.
Juffrouwanna (want zo werd dat uitgesproken, in één adem) was zeer vroom en vertelde begeesterd godsdienstige verhalen. Zo was haar versie van hemelvaart dermate beeldend dat ik Jezus zijn blote voeten in een wolk zag verdwijnen toen hij ons, stervelingen, aan ons lot overliet.
Toen we bijna onze eerste communie moesten doen, vertelde ze ons dat we allemaal een ziel hadden. Een onschuldige ziel was helder wit en mooi. Voor elke zonde kwam er een zwart vlekje op. Echte zondaars hadden een verrimpelde donkere ziel. Ik zag altijd het beeld van een witte champignonhoed voor de ongerepte ziel en een rozijn voor de ziel van een slecht mens. Ik beken dat ik tot op de dag van vandaag daar zo’n beeld bij heb, hoewel ik gelukkig wel iets minder vroom ben geworden dan in die tijd.
Ik vond juffrouw Anna de zaligste juf die ik ooit had, hoewel ze zoals alle juffen van haar generatie vrij afstandelijk was en nooit echt warmte of bezorgdheid uitstraalde.
De allerlaatste dag van mijn lagere school was ik echt dolgelukkig dat ik daar weg kon, de juf van het zesde leerjaar was een tang van jewelste en in de klas vond ik al lang mijn draai niet meer.
Ik was al bijna voor de allerlaatste keer bij de schoolpoort toen ik in een opwelling terugliep naar de speelplaats en mijn armen rond juffrouw Anna sloeg en mijn hoofd tussen haar ingepakte boezem groef. Ik zei : “Ik heb het liefst van al bij jou in de klas gezeten!” Tot mijn grote verbazing duwde ze me niet afkeurend of geschrokken weg, ze legde plechtig haar handen op mijn schouder en zei:” En ik had jou het liefst van al in de klas.”
Of ze het meende of niet heeft geen belang, ik wist vanaf toen dat juffen ook een hart onder hun corset hadden.
Fluffbunny
donderdag 3 januari 2013
Van de wonderen en andere dorpelingen.
Ik woon in een dorp zoals je ze ziet in Vlaamse series. Fermettes afgewisseld met Spaanse haciënda’s, authentieke boerderijen naast pocherige villa’s met een Porsche ervoor.
Schoonheid in lelijke dingen, minstens twee cafés in elke straat…
Veel is er niet veranderd sinds mijn kinderjaren, op het eerste zicht. Wat verdwenen is, zijn de kleine dorpswinkeltjes : ze hadden geen echte naam, sommige wel (Fort en Végé) maar iedereen noemde de kruidenierszaken gewoon naar de winkeldochters : ‘Toe Yvonnes, toe Lisettes…’ waarbij de toe stond voor ‘bij’. Daar haalde je zowat alles, van confituur tot blokpaté, pralines tot uierzalf en na de sluitingsuren kon je bellen bij de achterdeur voor sigaretten want vroeger rookte iedereen en véél.
Er waren kleurrijke dorpsfiguren met een geuzennaam, wat ze hier een ‘bijlap’ noemen. Piccoline, uitbaatster van een (niet zo) geheim café, naar haar eerste echtgenoot Picco. Marie Steen, immer gehuld in een stuk of wat stinkende schorten en ondoorzichtige panty’s, ze liep overal onaangekondigd binnen, bemoeide zich met de kookkunsten van de huisvrouwen. Nadat ze langs was geweest kon je alles wat ze had aangeraakt afwassen of weggooien, zo ontzettend vies was die vrouw. Toen ze op gevorderde leeftijd naar de kliniek moest overleefde ze haar eerste wasbeurt in jaren niet en gaf de geurende geest.
Doorheen het dorp loopt een spoorweg, toen nog vaak gebruikt voor goederentransport…’de route’,zoals we de weg noemden was een veelgebruikt speelterrein voor mij en mijn broers, het droge onkruid langs de sporen in brand steken, muntstukjes op de rails leggen en kijken hoe plat en uitgerekt die waren nadat de trein er overheen was gereden…om het verst op de rails lopen zonder te vallen, van de ene treinbiels naar de andere springen zonder de steentjes te raken (want anders was je ‘dood’). Er was ook een notoire dronkenlap die langs de sporen zwalpte met zijn fiets, ik was heel bang voor hem. Niet dat hij een vlieg kwaad deed maar ik was altijd bang voor mannen die teveel gedronken hadden. Bovendien hing er een mysterie rond zijn bijlap, iedereen noemde hem ‘de wonderen’, niet naar een veelvoud van mirakels, maar naar het Vlaamse woord voor ‘de vreemde, de bizarre’. Op een dag lag hij dood langs de rails…meer weet ik daar niet over. Toen was ik al te groot om nog aan de route te gaan spelen.
Eén keer op een jaar was er feest voor mijnheer pastoor, dan moesten de schoolkinderen optreden en kregen we allemaal een cadeautje van de dorpspriester. Dan moesten we één voor één passeren voorbij zijne zwartjurkigheid en dienden we een zorgvuldig geoefende révèrence te maken.Wanneer je in de derde kleuterklas zat kreeg je een krijtbordje en een pakje krijt. Toen mijn tijd eindelijk aangebroken was, werd het feest afgeschaft en kon ik naar mijn krijtbordje fluiten.
De namen van de dorpscafés waren zoals te verwachten weinig geïnspireerd, café ‘den hoek’ (op de hoek van het dorp) veranderde later van naam en werd café Parking (na het aanleggen van een verharde parking),het voetbalsupporterslokaal : FC Balgerhoeke en dan uiteraard de vele cafés die genoemd waren naar hun uitbaters : Therèseken (naar de zeer rondborstige waardin) , ‘toe Poorters’, ‘Accoes’ (deze laatste heette eigenlijk ‘de vier heemskinderen’ en is ondertussen het enige eethuisje dat mijn dorp rijk is, de huidige eigenaars kozen voor de weinig vernieuwende naam : De 4 Heemskinderen).
De notabelen van het dorp waren ,naast uiteraard de dorpspriester, de rijke fabriekseigenaar (in wiens tuin jaarlijks een bal werd gegeven waarop de helft van de dorpelingen hun partner vonden), het schoolhoofd van de meisjesschool ‘juffrouw Madeleine’, een rijzige ongetrouwde vrouw die met haar zus en haar broer samenwoonde en waar je ging om goede raad of brei-en haakadvies.
En dan was er nog mijn favoriete winkeltje ‘Toe Haemers’, de man des huizes was huisschilder en sprak met de meest rollende R die ik ooit gehoord heb. Hij kwam eens behangen bij ons thuis en ik vond het fijn om te kijken terwijl hij bezig was. Ik vroeg hem wat hij de volgende dag zou schilderen en hij antwoordde : ‘Ik moet enkel nog het kabinet veRwen (wij spreken de v soms uit als w in werkwoorden).’ Navraag bij mijn ouders naar wat een kabinet was leverde een leerzaam gesprek over ministers en vergaderruimten op maar Roberrrt Haemers had het over ons toilet. Zijn echtgenote hield het winkeltje open, daar verkochten ze uiteraard verf, behangpapier, spijkers en al wat je nodig had voor kleine klussen. Ik mocht de oude staalboeken van behangpapier halen om tekeningen in te maken.
En op een dag nam ik zomaar ongevraagd wat geld uit mijn ma haar handtas om daar stiekem te gaan kopen wat ik nooit gekregen had van mijnheer pastoor ….een krijtbordje.
Fluffbunny (vanuit de Vlaamsche klei).
Schoonheid in lelijke dingen, minstens twee cafés in elke straat…
Veel is er niet veranderd sinds mijn kinderjaren, op het eerste zicht. Wat verdwenen is, zijn de kleine dorpswinkeltjes : ze hadden geen echte naam, sommige wel (Fort en Végé) maar iedereen noemde de kruidenierszaken gewoon naar de winkeldochters : ‘Toe Yvonnes, toe Lisettes…’ waarbij de toe stond voor ‘bij’. Daar haalde je zowat alles, van confituur tot blokpaté, pralines tot uierzalf en na de sluitingsuren kon je bellen bij de achterdeur voor sigaretten want vroeger rookte iedereen en véél.
Er waren kleurrijke dorpsfiguren met een geuzennaam, wat ze hier een ‘bijlap’ noemen. Piccoline, uitbaatster van een (niet zo) geheim café, naar haar eerste echtgenoot Picco. Marie Steen, immer gehuld in een stuk of wat stinkende schorten en ondoorzichtige panty’s, ze liep overal onaangekondigd binnen, bemoeide zich met de kookkunsten van de huisvrouwen. Nadat ze langs was geweest kon je alles wat ze had aangeraakt afwassen of weggooien, zo ontzettend vies was die vrouw. Toen ze op gevorderde leeftijd naar de kliniek moest overleefde ze haar eerste wasbeurt in jaren niet en gaf de geurende geest.
Doorheen het dorp loopt een spoorweg, toen nog vaak gebruikt voor goederentransport…’de route’,zoals we de weg noemden was een veelgebruikt speelterrein voor mij en mijn broers, het droge onkruid langs de sporen in brand steken, muntstukjes op de rails leggen en kijken hoe plat en uitgerekt die waren nadat de trein er overheen was gereden…om het verst op de rails lopen zonder te vallen, van de ene treinbiels naar de andere springen zonder de steentjes te raken (want anders was je ‘dood’). Er was ook een notoire dronkenlap die langs de sporen zwalpte met zijn fiets, ik was heel bang voor hem. Niet dat hij een vlieg kwaad deed maar ik was altijd bang voor mannen die teveel gedronken hadden. Bovendien hing er een mysterie rond zijn bijlap, iedereen noemde hem ‘de wonderen’, niet naar een veelvoud van mirakels, maar naar het Vlaamse woord voor ‘de vreemde, de bizarre’. Op een dag lag hij dood langs de rails…meer weet ik daar niet over. Toen was ik al te groot om nog aan de route te gaan spelen.
Eén keer op een jaar was er feest voor mijnheer pastoor, dan moesten de schoolkinderen optreden en kregen we allemaal een cadeautje van de dorpspriester. Dan moesten we één voor één passeren voorbij zijne zwartjurkigheid en dienden we een zorgvuldig geoefende révèrence te maken.Wanneer je in de derde kleuterklas zat kreeg je een krijtbordje en een pakje krijt. Toen mijn tijd eindelijk aangebroken was, werd het feest afgeschaft en kon ik naar mijn krijtbordje fluiten.
De namen van de dorpscafés waren zoals te verwachten weinig geïnspireerd, café ‘den hoek’ (op de hoek van het dorp) veranderde later van naam en werd café Parking (na het aanleggen van een verharde parking),het voetbalsupporterslokaal : FC Balgerhoeke en dan uiteraard de vele cafés die genoemd waren naar hun uitbaters : Therèseken (naar de zeer rondborstige waardin) , ‘toe Poorters’, ‘Accoes’ (deze laatste heette eigenlijk ‘de vier heemskinderen’ en is ondertussen het enige eethuisje dat mijn dorp rijk is, de huidige eigenaars kozen voor de weinig vernieuwende naam : De 4 Heemskinderen).
De notabelen van het dorp waren ,naast uiteraard de dorpspriester, de rijke fabriekseigenaar (in wiens tuin jaarlijks een bal werd gegeven waarop de helft van de dorpelingen hun partner vonden), het schoolhoofd van de meisjesschool ‘juffrouw Madeleine’, een rijzige ongetrouwde vrouw die met haar zus en haar broer samenwoonde en waar je ging om goede raad of brei-en haakadvies.
En dan was er nog mijn favoriete winkeltje ‘Toe Haemers’, de man des huizes was huisschilder en sprak met de meest rollende R die ik ooit gehoord heb. Hij kwam eens behangen bij ons thuis en ik vond het fijn om te kijken terwijl hij bezig was. Ik vroeg hem wat hij de volgende dag zou schilderen en hij antwoordde : ‘Ik moet enkel nog het kabinet veRwen (wij spreken de v soms uit als w in werkwoorden).’ Navraag bij mijn ouders naar wat een kabinet was leverde een leerzaam gesprek over ministers en vergaderruimten op maar Roberrrt Haemers had het over ons toilet. Zijn echtgenote hield het winkeltje open, daar verkochten ze uiteraard verf, behangpapier, spijkers en al wat je nodig had voor kleine klussen. Ik mocht de oude staalboeken van behangpapier halen om tekeningen in te maken.
En op een dag nam ik zomaar ongevraagd wat geld uit mijn ma haar handtas om daar stiekem te gaan kopen wat ik nooit gekregen had van mijnheer pastoor ….een krijtbordje.
Fluffbunny (vanuit de Vlaamsche klei).
Abonneren op:
Posts (Atom)